Waarom wordt er wortelsnoei toegepast bij peren? Peren groeien dikwijls heel sterk. De vruchtbaarheid treedt meestal ook later in. Het valt voor dat de aanwezige bloemen bevriezen tijdens de bloei, zodat de boom zeer sterk gaat groeien (sterke vegetatieve groei). Bepaalde perenrassen groeien steeds zeer sterk. Door een gedeelte van de wortels af te snijden, gaat men het bovengronds gedeelte sterk verzwakken. Door deze groeiverzwakking wordt de snoei van vruchthout en gesteltakken veel eenvoudiger en kan daarmee ook sneller verlopen. Een rustig groeiende boom is minder vatbaar voor schurft, meeldauw en bladluis. De knopvorming voor volgend jaar verloopt beter en het hout rijpt beter af.
Bij perenrassen die sterk groeien kan deze wortelsnoei een heel goed hulpmiddel zijn, om de groei te verzwakken, zodat deze bomen vroeger gemengde knoppen (bloemknoppen+ bladknoppen) gaan geven. Enkele sterk groeiende rassen: Beurré Hardy, Doyenné du Comice en Saint Remy.
Wortelsnoei kan ook bij te sterk groeiende appelbomen toegepast worden.
De wortelsnoei wordt slechts langs 1 kant van de boom toegepast, zodat er voldoende wortels overblijven voor de voeding en vochtopname van de boom.
Tijdstip van toepassing?
– De beste periode van toepassing is voor de bloei. Dus tussen begin (half) februari en half maart. Op 30-40 cm afstand van de stam.
– Een eventuele correctie van deze wortelsnoei kan in de zomer, na de junirui of vruchtrui gebeuren. Op 70 cm van de stam. In de zomer wortelsnoei toepassen geeft een zeer sterke groeiremming, maar veelal ook te kleine peren.
– Wortelsnoei tijdens de maand oktober geeft de grootste groeiremming. Is echter niet altijd gewenst.
– Het volgende jaar kan de wortelsnoei herhaald worden, maar dan op een afstand van 70 cm.
Nodige materialen
Met de scherpe lange spade (of met een scherp mes dat verticaal door de grond wordt getrokken.)
Nadelige gevolgen van deze wortelsnoei
Er is tijdelijk meer kans op kleinere peren. Een gedeelte van de wortels is doorgesneden, zodat er minder scheutgroei en ook minder voeding van de vruchten kan zijn.
Enkel het eerste jaar van toepassing, kunnen de vruchten kleiner zijn. De volgende jaren wordt de vruchtgrootte weer normaal.
Het effect van de wortelsnoei kan verschillende jaren zichtbaar zijn. Zwakkere groei, betere bloembotvorming en betere vruchtzetting.
De vruchten kunnen bij de pluk of na bewaring geler zijn dan normaal. Dit speelt echter geen rol bij de consumptie.
Mangaanbespuitingen kunnen deze vergeling voorkomen.
Werkwijze met de spade (voorjaar)
– Kies de sterkst groeiende bomen uit.
– Enkel langs één zijde van de boom toepassen, zodat de boom niet omver valt en de groeiremming niet te groot is.
– Op ongeveer 30 (40) cm van de stam graaf je met een smalle spade een lange, smalle en diepe gracht.
– De gracht of sleuf moet ongeveer 40 cm diep zijn.
– Alle wortels die je tegenkomt steek je door of zaag je door.
– Meestal is een sleuf van 1 meter lang voldoende.
– Indien je een zgn. boomkwekerijspade hebt (zeer lang en smal blad), dan kan je ook door een verticale, smalle sleuf te maken de wortels eenzijdig afsnoeien