Evergreen is een oud modewoord voor groenblijvende planten. Daaronder vallen groenblijvende hagen (hulst, taxus), groenblijvende heesters (rhododendron, mahoniestruiken) als groenblijvende vaste planten (maagdenpalm, Pachysandra). Bij het ontwerpen en creëren van structuur spelen evergreens een belangrijke rol. Hagen doen niet alleen dienst als afscheiding maar ook als achtergrond voor kleurrijke borders. Hoe donkerder (groen) de achtergrond, hoe mooier het contrast. Mooi onderhouden en geknipte hagen bieden evenwicht en contrast met andere, losgroeiende heesters. Een plant die daarvoor bijzonder geschikt is is Taxus baccata. De planten groeien relatief snel, zijn netjes en groenblijvend.
Cupressocyparis leylandii groeit nog sneller maar moet goed onderhouden worden. Soms is het nodig ze tweemaal per jaar te snoeien om ze ordelijk en compact te kunnen houden. Het nadeel is de iets minder donkergroene kleur.
Een aanrader is zeker de nieuwe Thuja plicata ´Gelderland´ die het ook goed doet op wat vochtiger gronden. Deze nieuwe Nederlandse aanwinst groeit niet alleen snel, het loof ruikt tevens heerlijk bij aanraking. Geur is wat we bij Taxus en leylandii een beetje missen.
Ook met groenblijvende struiken zoals met Ilex zijn groenblijvende hagen te vormen. Met Prunus laurocerasus, groenblijvende Berberis, Osmanthus, Juniperus soorten en Lonicera nitida zijn structurele (rechte, ronde, hoekige) blokken te vormen. Pas af en toe eens een mooi in figuur geknipte vorm toe met buxus of taxus maar overdrijf er niet mee. Bloeiende hagen zijn meestal geen goede achtergrond omdat het het ontwerp te druk maakt en ze teveel aandacht opeisen tegenover de border. Gebruik een bloeiende haag van bijvoorbeeld rozen op plaatsen waar ze de achtergrond voor een (eenkleurig) gazon kunnen vormen.
Gemengde hagen werden vroeger op het platteland veel toegepast. Hagen met hulst, meidoorn, vlier of liguster gemengd door elkaar geplant. Vogels zijn wel erg blij met zo´n heg maar zo´n haag vormt ook geen goede achtergrond voor de border door zijn mix aan kleur en structuur. Gebruik losgroeiende evergreens zoals Pieris, Rhododendron, Azalea, Berberis, Mahonia, Ilex, Elaeagnus en Ligustrum om de tuin een rustige aanblik te geven. Ze vormen ook vaste dankbare silhouetten in de wintertuin. In de winter zorgen cultivars van toverhazelaars en Viburnum farreri met bloemen op het kale hout, voor een opeenvolging van warme kleuren. De gele Hamamelis mollis is bijzonder mooi in combinatie met een onderbeplanting van Helleborus foetidus, het wintergroene stinkend nieskruid.
Bij het winterse zonlicht wordt dit prachtige effect nog meer belicht. Een toverhazelaar die in de zon staat ziet er helemaal anders uit dan in de schaduw.
Hoeveel evergreens moet je in de tuin planten?
Je kan daar geen getal op plaatsen maar je kan wel je tuin evalueren: is hij in de winter te kaal plant dan nog wat evergreens bij. Is de tuin in de zomer te vol en te overladen met groen, dan heeft u teveel evergreens aangeplant. Het komt er op aan een goed evenwicht te zoeken tussen de winterse blikvangers en de zomerse vrolijkheid. Evergreens vallen in de winter ineens veel meer op. Hun vormen en kleuren trekken meer de aandacht dan in andere seizoenen. Vul een gedeelte van de tuin verder aan met planten die de seizoenen tot uitting brengen. Bladverliezende heesters of vaste planten die in het voorjaar, de zomer of de herfst bloeien, of de tuin in de herfst met hun bladtooien opvrolijken.