Vijvers en vissen

Een beekloop of een waterval zijn niet alleen een lust voor het oog, ze zorgen ook voor zuurstoftoevoer en voor afkoeling van het water in de zomermaanden. Die extra zuurstof door het bewegende water komt de plantengroei en de dieren ten goede. In de omgeving van je terras kan je nog genieten van de extra en kalmerende watergeluiden.

Natuurlijk

Streef ernaar je beekloop een zo natuurlijk mogelijk uitzicht te geven.
Een beekloop of waterval begint altijd bij de bron. Die bron kan bestaan uit een doorboorde kei, een molensteen, een steengrot, een waterkruik, en zo verder. De bron wordt gevoed door de vijverpomp. De buis die vanuit de vijver tot de bron loopt dient zo best mogelijk gecamoufleerd te worden. Om de folie te camoufleren en op zijn plaats te houden breng je bijvoorbeeld aan de randen maaskeien aan. Je kan gebruik maken van mooie stenen, bodembedekkende planten, turfblokken of graszoden. Omdat de kunstmatige beek er zo natuurlijk mogelijk moet uitzien, moet ook je beplanting er natuurlijk uitzien. Niet tot de beekflora horende planten zoals rozen, Dahlia´s of éénjarigen, worden best vermeden.

Enkele geschikte soorten voor een vochtige zone langs de beek zijn:

  • Maskerbloem
  • Moeras-vergeet-mij-nietje
  • Dotterbloem
  • Moerasiris
  • Rus
  • Penningkruid
  • Kattenstaart
  • Duizendknoop
  • Beekpunge
  • Kogelboterbloem

Soorten voor droge bodems zijn:

  • Grassen
  • Zeggen
  • Daglelies
  • Sedum-soorten
  • Sneeuwklokjes
  • Bergenia´s

 

Vormgeving
De vorm van een beekloop of een waterval is afhankelijk van de grootte rondom de vijver. Dient het beekje kort te zijn en zich te begeven over enkele stenen treden zoal te zien is op bovenstaande tekening? Of kan de beekloop in bochten verlopen in een lange bedding met verschillende niveaus?

Extra mooi is dit, zelfs als de vijverpomp niet werkt zal de beek op de lagere plaatsen met water zijn gevuld. Vogels en andere dieren vinden het een uitstekende drinkplaats. Zorg ervoor dat de stroming niet te sterk is. De diepste delen vul je nog met vijversubstraat, afgedekt met een laag kiezel. De beekloop ga je natuurlijk ook beplanten. In de beginne moet je de beek voorzichtig van water voorzien. Als de planten na 3-4 weken echt goed zijn verankerd, kan de beek volop in bedrijf worden genomen. De water zuiverende werking van zo´n beekloop systeem zijn enorm.

Niveauverschillen

Wens je een beekloop aan te leggen met verschillende niveaus en met beplanting dan moet je een geul graven van 40-50 cm diep en 120-150 cm breed. Wens je een imitatie van een bergbeekje zonder beplanting dan hoef je maar tot een diepte van 30 cm uit te graven. De gegraven geul wordt gezuiverd van stenen en wortels. Het beste is hierin een zogenaamd vijvervlies aan te brengen. Dit vlies beschermt de folie tegen beschadiging van onderuit en werkt als buffer voor de stenen die bovenop de randen van de folie worden aangebracht. De uiteindelijke aangebrachte folie moet wat lager worden vastgelegd dan het grondoppervlak rondom.

Voor een stroompje met een gering niveauverschil heb je geen sterke pomp nodig. Volgende keer bekijken we eens van nabij welke pomp voor welk beekloop systeem het beste geschikt is.

De overkant

Wie handig is kan zelf een kleine brug bouwen waarover men de overkant van een beek kan bereiken. Ook kan een oversteekmogelijkheid worden gemaakt van grote, platte stenen die in de beekbedding worden gelegd. Aangeraden wordt om onder de grote stenen nog een 1 cm dikke styroporplaat aan te brengen om de folie te beschermen.

Bronnen

 

Mijn kleine vijver, Auteur Ingeborg Polaschek, Bewerkt en vertaling door Ben Beekman.
Uitgeverij Helmond – Helmond, ISBN 90.252.9377.8