Lindebloesem wordt sinds eeuwen geprezen om zijn zweetdrijvende eigenschappen, de bast van wilgen is koortswerend, van een toverhazelaarsoort wordt een prima balsemzalf gemaakt, ginkgoblad zou een wondermiddel zijn, vlier en lijsterbes schenken bessen met een medicinale werking en fruit is en blijft gezond. Een appel per dag, houdt de dokter eg, zegt een Engels spreekwoord.
Er zijn tientallen redenen waarom je in je tuin een of meer bomen plant. Veel bomen geven een verkwikkende schaduw op hete dagen. Hun vorm is fraai, hun robuustheid imponeert. Sommige bomen schenken lekkere noten of overheerlijk fruit. Bomen kunnen een tuin een stevig architectonisch uitzicht geven en bomen zijn meer dan welke plant ook landschapsvormend. Bovendien schenken ze brand- en geriefhout. Ze kunnen privacy verzekeren en een scherm optrekken om lelijke gebouwen te camoufleren.
Over sommige bomen vallen verhalen te vertellen. Een oude vermolmde wilg met zijn spookachtige gedaante brengt romantiek en spookverhalen naar de tuin. Andere bomen hebben medicinale eigenschappen en werden daar vroeger vaak voor aangeplant en geprezen.
De zweetdrijvende linde
Lindebomen kunnen gemakkelijk gesnoeid en gevormd worden. Ook dan geven ze vaak nog een bloesem.
De lindeboom is een prima middel tegen transpiratie en dat om twee erg uiteenlopende redenen. Ten eerste zorgt de boom voor veel schaduw, een donker, koelte wuivend bladerdek waaronder het aangenaam zitten is. Dat is één van de redenen waarom de linde zo vaak als dorpsboom werd aangeplant en terrassen van oude cafés mag overschaduwen. De zoetgeurende bloesem trekt ontelbare bijen aan. En thee van gedroogde lindebloesem is heerlijk verkoelend, koud gedronken op een zwoele zomeravond. Lindebloesem stimuleert darm en nieren en is net als vlier een uitstekend middel tegen verkoudheid en griep. Lindebomen wortelen graag in koele, diepe grond die zowel zuur, neutraal als kalkrijk mag zijn. Hij verdraagt snoei erg goed en kan daarom ook als lei- en ‘dakboom’ in kleinere tuinen worden toegepast. Vooral de grootbladige linde (Tilia platyphylla) en de Hollandse linde (Tilia europaea) worden in onze contreien van oudsher aangeplant.
Hamameliszalf
Bekend is de lotion die uit de schors van de twijgen en de bladeren van Hamamelis virginiana wordt getrokken, een in de herfst bloeiende toverhazelaar. De Potawatomi indianen gooiden gloeiende stenen in een waterbad met schors van deze hamamelis en creëerden zo een stoombad dat vermoeide spieren verkwikte. De Menomini indianen uit Wisconsin maakten een zalf uit de bast die de spiertonus verhoogde en de Chippewas uit Michigan verzorgden er huidziekten mee en oogirritaties. Nu vind je nog steeds balsemzalf uit de schors van deze toverhazelaar in cosmeticazaken en bij de apotheker. Hamamelis virginiana is door zijn herfstbloei iets minder spectaculair dan zijn voorjaarsbloeiende broertjes. Toch heeft elke boomkwekerij hem in huis, al was het maar als een ideale onderstam waarop de winterbloeiende toverhazelaars worden geënt. Door zijn bloeitijdstip, meestal november, is en blijft deze vrij kleine boom geschikt voor de tuin. Geef hem een goed doorlatende bosgrond die met veel humus is verrijkt en die zuur tot neutraal reageert.
Ginkgo in shampoo en als tonicum
Een andere boom die de laatste tijd opgang maakt is de ginkgo. Het is een merkwaardige boom, kerngezond, modieus en ouder dan de dinosaurus!
De Ginkgo biloba is de enige overlevende van een oeroud geslacht. Reeds driehonderd miljoen jaar geleden, in de steenkoolwouden van het Carboon, bedekten de Ginkgoaceae de kustvlakten en vormden ze gemengde bossen met reusachtige paardestaarten en boomvarens. Mijnwerkers en paleontologen treffen hun fossiele overblijfselen talloze keren aan. Tot een slordige honderdduizend jaar geleden waren Ginkgo´s succesvol. Dan brokkelde hun areaal af. Slechts één soort, de Ginkgo biloba, overleefde de ijstijden, diep verscholen in het onmetelijke China. Japan kende de boom al lang: priesters plantten hem aan in de buurt van pagoden. De naam ginkgo betekent zoveel als zilveren abrikoos. De harde nootjes die erin zitten, worden geroosterd gegeten. Maar de vlezige vruchten stinken als ze rijp zijn naar braaksel. Omwille van de vieze vruchten zijn voor in de tuin en als straatboom mannelijke exemplaren te verkiezen. Heel apart en Oosters charmant is het merkwaardige waaiervormige blad. Het is zachtgroen in de zomer en botergeel in de herfst. De nerven liggen parallel en er is niet zoveel fantasie voor nodig om er aan elkaar gekleefde naalden in te zien. De bladverliezende ginkgo wordt algemeen beschouwd als een voorvader van de… naaldbomen. In 1730 kwam de eerste ginkgo in Europa aan. De Japanse notelaar groeit hier probleemloos, aan een tempo van 7,5 m per twintig jaar, tot een hoogte van maximaal 20 m. Hij overleefde al de ziektekiemen die hem ooit belaagden en schijnt niet de minste last te hebben van stadslucht en voorbijrazend verkeer. De laatste eeuwen zijn enkele cultivars van de van nature breeduitgroeiende ginkgo geselecteerd: de treurende ´Pendula´, vermoedelijk van Belgische origine (Van Geert 1862, Kalmthout) en ´Fastigiata´, smalopgaande types waarvan verschillende mannelijke klonen in omloop zijn. Het zijn die laatste die door hun geringe breedte zelfs in kleine tuinen een plekje mogen opeisen. Er kondigt zich trouwens ver buiten het tuinieren een ginkgorage aan: op kleding en modieuze huisraad vind je geregeld een ginkgobladmotief en een extract van ginkgo maakt opgang, onder andere in shampoo en in levenselixers en tonicums. De Japanse notelaar groeit in alle, behalve de allerzuurste, gronden.
De aloude lijsterbes
Er bestaan lijsterbessen met afwijkende beskleuren
De gewone lijsterbes (Sorbus aucuparia) is niet zeldzaam in bossen, op heuvels en in tuinen. De lijsterbes is op zijn mooist in de zomer als de bessen rijp zijn. Ze zijn geliefd bij merels, spreeuwen en lijsters. In de bessen zitten appelzuren, een suiker (sorbiet, die voor mensen met diabetes dienst kan doen), looistoffen, etherische oliën en een overmaat aan vitamine C en vitamine A. Moes van lijsterbessen wordt gegeven bij maagklachten en het versgeperste sap is een licht laxeermiddel. Ook lijsterbessen houden van koele grond. Op schroeihete plaatsen leggen ze soms wel eens het loodje. De bomen worden allerminst reuzengroot en zijn daarom ook geschikt voor middelgrote tuinen. Deze medicinale en vele andere boeiende bomen zijn bij onze boomkwekers te koop.
Bron: Geert Devriese