De populier is typerend voor het Nederlandse en Belgische vlakke landschap. Het woord populus is afgeleid van het Griekse woord paipolos en dat betekent trillen. Het heeft betrekking op de trillende beweging van de bladeren in de wind. In het oude Rome heeft men veel populieren aangeplant. Het was dus een populaire boom, een arbor populi, wiens ruisen van de bladeren leek op het geroezemoes van het volk in de stad. In Vlaanderen noemt men de Populier ook wel gauwgroot wat betrekking heeft op de snelle groei van populieren. Andere namen zijn esp, tril- of ratelpopulier, klaterabeel, witboom, vrouwentong. In het Waasland noemde men de mannelijke exemplaren met de rode katjes roobotters.
Populus (Lat.)
Poplar Eng.)
Peuplier (Frans)
Pappel (Duits)
Nederlands ook: peppel
Familie Salicaceae – wilgenfamilie
Plantkundige kenmerken
Het typerende van bomen, zoals de populier, die bij de familie der wilgachtige horen, zijn de pluizige zaden, enkelvoudige bladeren en verspreide bladstand. Anders dan de wilgen hebben populieren een driehoekig of ruitvormig blad. Het blad is zo los aan de bladsteel bevestigd, dat ze daardoor bij het geringste zuchtje wind gaan bewegen.
De meeste populieren lopen vroeg in het voorjaar uit. De pluizige, kapokachtige zaadjes vallen in zo grote hoeveelheid uit dat het lijkt of het sneeuwt. De Grize Abeel kan een zacht tapijt van katjes vormen.
Populieren kunnen in korte tijd uitgroeien tot grote bomen met dikke stammen en een gegroefde schors. Oude populieren kunnen heel erg dik worden. In St.Michielsgestel (Noord-Brabant) stond een Canadese populier met een stamomtrek van 6 m. In Almere-Hout zijn 178 Italiaanse populieren geplant volgens de plattegrond van de kathedraal van Reims. Het gaat hier om een kunstwerk van Marinus Boezem.
De oudste Zwarte populier in Nederland staat in de buitensingels achter Musis Sacrum te Arnhem. Hij zou tussen 1750 en 1800 geplant zijn. De oudste Canadese populier (1835) staat in de Heulenslag te Bleskengraaf. De dikste populier (Populus nigra) met een omtrek op borsthoogte van 6,70 m staat in Park Groenendaal in Heemstede.
Soorten
De Balsempopulier (Populus balsamifera) wordt slechts 15 m hoog. De kroon is minder zuilvormig dan die van Italiaanse populier en veel smaller en spitser. De mannelijke katjes zijn helderrood, de vrouwelijke groenachtig. De bladeren zijn rond of iets hartvormig, donkergroen . De winterknoppen zijn bedekt met kleverig hars, die een balsemgeur heeft.
De Witte Abeel (Populus alba) heeft witte, viltige bladeren en twijgtoppen. Hij kan 35 m hoog worden. Hij groeit in bossen, langs de duinkant en langs rivieren op vochtige zand-, leem-en kleigrond en vormt veel wortelopslag.
Verwant hieraan is de Grijze of Grauwe Abeel (Populus canescens). Canescens betekent grijsharig. Het is waarschijnlijk een natuurlijke kruising tussen de Witte Abeel en de Ratelpopulier. De viltbeharing aan de onderzijde van de bladeren is niet zo wit als bij zijn witte familielid. Beide soorten zijn tweehuizig, d.w.z. een boom heeft of alleen de mannelijke meeldraadkatjes of de vrouwelijke stamperkatjes.
De Italiaanse Populier (Populus nigra ´Italica´) is een mutatie van de Zwarte Populier. Nigra betekent zwart. Hij is afkomstig uit Lombardije (Noord-Italië) en heeft een sterk samengetrokken (zuilvormige) kroon doordat de takken schuin omhoog steken. Er zijn alleen mannelijke exemplaren bekend. Vermeerderd wordt deze boom door stekken.
De Canadese Populier (Populus x canadensis) is een kruising tussen de Zwarte Populier (populus nigra) en de Amerikaanse Populier (Populus deltoides ´Marsh´). Hij wordt kort ook wel ´Canada´ of ´Limburgse Zwarte Populier´ genoemd. Zijn speciale kenmerk is, dat zijn blad pas laat verschijnt. Hij heeft een wijde, onregelmatige kroon. Men ziet hem ook vaak als ´knot-populier´. De mannelijke katjes zijn opvallend roze en vallen gauw af.
De Ratelpopulier, Trilpopulier of Esp, wordt ca. 15 m hoog. De katjes zijn roze met zijdeachtige haren. De witte, wollige zaden worden in mei door de wind de lucht in geblazen. De platte bladstelen veroorzaken de trillende ´ratelende´ beweging van het blad in de wind.
Gebruik
Het hout van populieren wordt sinds eeuwen als bouwhout gebruikt voor gebinten van boerderijen, binnendeuren of kozijnen, als vloerhout, voor de binnenbetimmering van spoorwegwagons. Populierenhout ontvlamt niet gauw. Het wordt nog steeds gebuikt in de klompenindustrie. Bijzondere eigenschappen zijn. Een lichte kleur, goed te schillen, te drogen en te lijmen. Tegenwoordig gaan grote hoeveelheden populieren naar de paletten kistenproductie en de papierfabricage. Ver der worden van populierenhout meubels, lucifers, houten keukengerei en speelgoed gemaakt.
Vroeger werd populierenblad gebruikt om er groene en gele kleurstof van te maken. Gedroogd kan het blad als wintervoer voor geiten dienen. De knoppen bevatten hars en proptosis, waarvan geneesmiddelen, zalf en tinctuur gemaakt kan worden. De Kelten gebruikten het zachte, maar taaie, witte hout van de populier voor het vervaardigen van schilden .
Mythologie
In de Griekse mythologie staat de Populier in verband met der onderwereld, met herinneringen en verleden tijd. Zwarte populieren waren gewijd aan de doodsgodin Hekate, Witte Abelen aan Persephone, godin van de wedergeboorte. Toen Orpheus Hekates kunst wilde leren, brandde hij ter harer ere populierenhout. Hercules bekranste zich met bladeren van de Zwarte populier. Van zijn zweet werd de onderzijde van het blad wit gekleurd. De Witte Abeel werd vaak aangeplant in streken waar veel slangen leefden, omdat deze boom de aartsvijand was van de slang en ook slangenbeten kon genezen.
Homerus noemt de populier verschillende malen in zijn geschriften. Voor de Ida-Grot op Kreta, waar Zeus zijn eerste levensdagen doorbracht, stond een Heilige Populier. Medea, beschermster van alle toverplanten, gebruikte de Populier vaak bij haar toverkunsten.
Volksgebruik
In de Middeleeuwen geloofde men dat heksen de toverkracht van Populieren gebruikten om heksenzalf te maken en dat ze in de kruinen van deze bomen zouden vergaderen. Meisjes boorden gaatjes in de stam van Populieren waarin ze haar van zichzelf stopten in de hoop, dat het daardoor sneller zou gaan groeien.
In Frankrijk plantte men een Populier bij de geboorte van een dochter. Wanneer het meisje ging trouwen werd hij gekapt. De opbrengst van het hout diende als huwelijksgift. Een blad van de Esp onder de tong garandeert welsprekendheid.
De Witte Abeel kan als jaarkalender dienen. Het blad keert zich aan het begin van de zomer (21 juni) van de groene zijde om naar de witte zijde (dit gebeurt ook bij iepen en wilgen). Als populieren in het najaar eerst het blad in de top verliezen, wordt het een milde winter. Verliest hij eerst het onderste blad, dan hebben we een strenge winter te verwachten.
Bronnen: Brigit Kahlert 2004 – bewerking Rudi Van Overloop 2008