Bloemen en planten

Het is de moeite waard om tijdens de wintermaanden goed naar deze inheemse boom te kijken die we voornamelijk op laag gelegen natte gronden (bijvoorbeeld in broekbossen) tegenkomen. Hij is dan zeer transparant en prachtig paarsbruin van kleur. Opvallend zijn de zwarte zogenaamde elzenproppen en de roodbruine mannelijke katjes die al in januari kunnen bloeien.


Zwarte en Grauwe Els

Andere namen voor Els zijn: elder, elst, gravenhout, kessieboom, elje.
Alnus glutinosa en incana (Lat.)
Alder (Eng.)
Aune (Frans)
Erle (Duits)
Betulaceae -berkenfamilie

Naamgeving

De naam ‘Els’is afgeleid van de oude Latijnse naam ‘Alnus’, en deze wederom van alor amme wat betekent ik word door de stroom verzorgd. Glutinosa betekent kleverig en dat heeft betrekking op de knoppen en de jonge bladeren. De toevoeging Zwarte duidt op de donkerbruine schors van jonge bomen. Het woord incana betekent grauw of grijs. Dit wijst op de onderzijde van de bladeren en de schors. Het woord els komt voor in plaatsnamen zoals Elzen, Elskamp, Elzenbroek, Elshout, Elsloo en Elst. wintergestalte

Verspreiding

De Zwarte Els strekt zich uit over heel Europa, Siberië en Klein-Azië. Hij groeit het best op vochtige, vruchtbare standplaatsen, in broekbossen, langs sloten en op veengronden. Het natuurlijke verspreidingsgebied van de Grauwe Els ligt ver boven de poolcirkel en omvat ook Midden-Europa en Rusland, de Kaukasus en Noord-Iran.

Plantkenmerken

De Els is een ranke boom met korte, lichte takken. De bladeren lijken enigszins op die van de hazelaar en lopen begin mei uit. Is het elzenblad zo groot als een duit, dan komt de koekoek er uit. Elzenbladeren vallen groen van de boom, tonen dus geen herfstkleur. Elzen zijn eenhuizig. Uit de knop aan het einde van de takken ontwikkelen zich mannelijke en vrouwelijke katjes. De vrouwelijke katjes ontstaan al in de voorzomer en blijven tijden de hele zomer tussen de bladeren zitten.

Soms bevinden zich in het voorjaar 3 generaties vrouwelijke katjes aan de bomen: de zwarte, verhoute elzenproppen (kegels zonder zaad), de groene proppen die met stuifmeel zijn bevrucht en de rode, vrouwelijke bloempjes die zich ontwikkelen aan het begin van de zomer.

Soorten

In Nederland kennen we 2 soorten: de Zwarte Els (Alnus glutinosa) en de Grauwe Els (Alnus incana). De Zwarte Els dankt haar naam aan de donkerbruine schors ( in haar jeugd). Later is deze donkergrijs geschubd. Zij kan op een gunstige plek 25 m hoog worden. Het blad is dubbel gezaagd, ovaal met een ronde top en na het ontluiken kleverig.

De Grauwe Els heeft een opvallend gladde schors die licht (zilvergrijs) van kleur is. Haar takken staan vaak schuin omhoog. Haar blad is breed elliptisch met een licht spitse top. De katjes zijn iets kleiner dan die van de Zwarte Els. Zij groeit ook op wat drogere plekken.

Gebruik

Elzentakken werden veel gebruikt als heipalen of funderingen, omdat het hout onder water duurzaam is. Tegenwoordig verwerkt men elzenhout tot triplex of houtskool (wordt bijzonder heet) en maakt men er meubels van. De schors levert looistof voor het leerlooien. Zaadknoppen, vermengd met water, oud ijzer en azijn leverde een zwarte verfstof, waarmee vroeger hoeden en leer geverfd werden of die als inkt diende.

bloeiende katjes in januari

Gekneusd elzenblad zou steenpuisten en zweren genezen. Een afkooksel van elzenblad zou een goed middel zijn tegen brandwonden en ontstekingen.
Sap van de Els geneest blaas – en nierkwalen.
Elzentakken zijn bijzonder geschikt voor wichelroedes.
De midwinterhoorns uit Twente zijn vaak gemaakt van elzenhout.

Mythen en sagen

De kerstening heeft ervoor gezorgd dat de Els in een kwaad daglicht kwam te staan. De plekken waar Elzen groeiden waren duivelse plaatsen.

 tak met katjes en proppen

De Germanen maakten van elzenhout runenstaafjes. Omdat het elzenhout na het doorzagen rood kleurt, hebben onze voorouders waarschijnlijk deze boom vereerd als de boom van Thor, de roodharige dondergod en vruchtbaarheidsbrenger.

Voor de Kelten stond de Els in verband met dood en wedergeboorte, het vuur van de smidse en de kracht van verdamping. Volgens de oude Ieren werd de eerste man uit een Els gemaakt. Elzen waren bij de Grieken gewijd aan Phoroneus, uitvinder van het vuur. Houtskool van de Els geeft namelijk meer hitte dan die van andere bomen.

Elzen omsluiten het dodeneiland van de tovenares Kirke, die de makkers van Odysseus in varkens veranderde. Door de moerassige groeiplaats beschouwde men de Els als een spookboom. Er zouden zich dwaallichtjes (zielen van ongedoopte kinderen) onder de Elzen ophouden die de mensen het moeras in wilden lokken. Heksen zouden graag in de kruinen van Elzen uitrusten. Prachtig is de ballade Erlkönig van Goethe, waarin de elzenkoning het doodzieke kind naar zijn dodenrijk toe lokt: ´Mein Vater, mein Vater, und siehst du nicht dort, Erlkönigs Töchter am düstern Ort?´ Franz Schubert heeft er indrukwekkende muziek bij gecomponeerd.

Volksgeloof

elzenbosje

Wanneer een jonge vrouw haar huid met het sap van elzenbladeren inwrijft, krijgt ze geen sproeten. Van de binnenbast kan men een toverdrank brouwen. Elzentakjes, onder het hoofdkussen gelegd, beschermen tegen nachtmerries. Melk in vaten van de Grauwe Els zou meer room geven dan in andere.

Snoeien

De Els kun je rustig laten groeien. Als solitair zal haar schoonheid volop tot haar recht komen. U kunt ook Elzen in een rij als windkering planten en dan in een vrij vroeg stadium knotten. Als struikvorm zullen zij goede diensten doen. Elzen groeien snel en vermenigvuldigen zich – wanneer de zaden in vochtige grond terechtkomen – enorm.

Een bijzonderheid

Onze inheemse Elzen leven in symbiose met schimmels die zorgen voor de binding van stikstof uit de lucht. Deze levensgemeenschap bevindt zich in knolletjes aan de wortels. De Els functioneert dus als groenbemester.

Bronnen Brigit Kahlert 2004 – bewerking Rudi Van Overloop 2008