Nu tijdens de wintermaanden, als het blad van vele heesters en bomen is gevallen, krijgen we meer oog voor ander natuurschoon. Het valt ons op hoe mooi de stammen van sommige struiken of bomen wel zijn. Bomen met een mooie bast kunnen een extra accent geven aan de wintertuin. Er zijn wel een paar soorten te vernoemen die wel speciaal met deze eigenschappen opvallen. Voorzie voor bomen een solitaire plaats centraal in de tuin of in de border.
De berken nemen qua schorsaantrekkelijkheid wel een voorname plaats in, zowel in bossen, heidelandschappen als in onze private tuinen. De witte stammen van de Betula pendula zijn de meest voorkomende (zie foto boven). Nog witter zijn de afschilferende stammen van de veredelde soort Betula jacquemontii. De stammen zijn glad en spierwit, zelfs op jonge leeftijd. Door de geringe omvang past deze berk in bijna elke tuin.
De stammen van Betula nigra gaan op latere leeftijd afbladderen (zie foto linkerzijde). Op het eerste zicht lijkt dit wat rommelig maar het effect is zeker niet onaardig. De stam van de gele berk, Betula alleghanienis is donkerbruin terwijl bij Betula albo-sinensis ´Septentrionalis´ de stam mahoniebruin kleurt. Een andere, zeer bekende waardevolle boom is de plataan, Platanus acerifolia, die oude delen schors afwerpt voor nieuwere, lichtgele delen. Dit verschijnsel komt ook voor bij de boompioen Parrotia persica.
Er zijn niet alleen bomen of heesters met mooie bast. Ook coniferen kunnen mooie stammen hebben, alleen, omdat ze groenblijvend zijn, valt het ons meestal wat minder op. Ook duurt het enige jaren langer eer
we bij coniferen van een duidelijke stam kunnen spreken. In bossen op zandgronden zien we dikwijls de grove den of Pinus sylvestris, een den die 30-50 jaar geleden veelvuldig werd aangeplant. De afschilferende schors brengt heel wat nuances in ons landschap. De afschilferende schors van de Calocedrus heeft mooie kleurverschillen van grijs en bruin terwijl de rafelende schors van Cryptomeria japonica best aantrekkelijk lijkt. Minder voorkomende soorten met afschilferende schors zijn Pinus bungeana, Pinus contorta en Pinus gerardiana.
Onder de Prunus-soorten treffen we verschillende soorten aan met mooie basten, voornamelijk dan bij de (sier)kerssoorten. Alle Prunus serrulata cultivars hebben bruinrode stammen met gele lenticellen. Prunus maackii treft een mahoniekleurige stam met vele grote zichtbare lichte lenticellen. Ook nog in het oog springen Prunus dawyckensis en Prunus schmittii.
De witte abeel, Populus alba valt op door zijn altijd aanwezige lichtgrijsachtige witte stam.
Bij de struiken kunnen we niet
buiten de Cornus-soorten, vooral bekend zijn de rode twijgen van Cornus alba en Cornus alba ´Siberica´. Bij de verschillende aangeboden cultivars wisselen de kleuren van groen naar rood tot gele takken bij Cornus stolonifera en Cornus stolonifera ´Flaviramea´. Verschillende esdoornsoorten, zoals Acer pensylvania, Acer palmatum e.a. hebben mooie tekeningen op hun bast.
Bronnen: Groei & Bloei, Februari 1985
Foto´s Artis-Historia