Tot de taken die in juli, augustus en september kunnen verricht worden, behoort het vermeerderen door afleggers. De uitvoerbaarheid van deze methode komt voort uit het feit dat ze geen risico met zich brengt, want terwijl de jonge aflegger wortels maakt, blijft hij nog verbonden aan de moederstam en krijgt daar nog voedsel van. Veel bomen en struiken met takken dicht bij de grond kan men zo vermeerderen. Jonge stengels zijn het beste en schieten het snelst wortel.
Zorg voor een compost die wat korrelig is, bijvoorbeeld gelijke delen scherp zand, gezeefde leem en turfmolm, en leg daarvan smalle hoopjes bij de takken.
Men kan afleggers op eenvoudige wijze maken. Gebruik vooral een scherp mes en snij de tak voor de helft door, keer dan het mes om en maak een tongvormige snee van ongeveer 5 cm lengte. Druk deze in de aarde, zodat de snee openblijft.
Zeer dunne takken kan men tussen de handen wrijven, zodat de schors splijt en afschaaft. Heel oude taaie takken worden soms met ijzerdraad heel sterk afgebonden of er wordt een smal stuk schors weggesneden.
Door deze methoden wordt de plant aangespoord om extra wortels te maken.
Stop het behandelde gedeelte van de tak onder de compost en houd hem goed in de grond gedrukt door middel van een flinke steen. Behalve dat de tak daardoor onbeweeglijk zit, bevordert dit ook de vochtigheid van de grond tijdens droog weer. Verwacht geen onmiddellijk resultaat. Het wortelschieten duurt minstens 6 maanden en soms zelfs wel 18 maanden of twee jaar eer het een zelfstandige plant wordt.
In juli kan men beginnen met afleggen. Neem jonge planten van dit jaar en ris er enkele bladeren af. Neem een scherp mes en snij voor de helft door de stengel, snij dan horizontaal in de stengel dóór een van de knopen. Hierdoor krijgt men een tongvormige snee. Bet deze steel met de open wond in goede compost. Met haken kan men deze plantjes op hun plaats houden. Houd de grond goed vochtig om het wortelschieten te bevorderen en in september hebben zich mooie kleine plantjes ontwikkeld, die in de bloembedden geplant kunnen worden.
Stekken
Moeilijke struiken kan men gedurende de zomermaanden stekken van halfrijpe stekken. Als het hout halfrijp is, heelt de wond snel en maakt vlug wortels. Wie een kas of broeikas heeft, zal bemerken dat het zeer nuttig is om stekken van struiken te nemen. Met een beetje onderwarmte schijnt het altijd te lukken. Het is echter niet absoluut noodzakelijk er een kas op na te houden. Een koude bak of grote glazen potten kunnen eveneens worden gebruikt. Plaats ze op het noorden, hark de aarde aan en bedek met één cm zuiver zand om het wortelschieten te activeren.
Onder de planten die zo vermeerderd kunnen worden zijn heidestruiken, de sikkelbloem, zonneroosjes, schildpadbloem, lavendel, heiligenbloem (Santolina), jasmijn en verschillende soorten sneeuwbal (Viburnum).
Kies enkele stekken uit, neem kleine stukjes van 5 – 10 cm, snij ze af vlak onder een knoop. Men kan echter ook een jonge scheut van de stam aftrekken (in plaats van snijden). Hierdoor komt een stukje schors van de tak, deze moet bijgesneden en dan op de gewone manier in potten of bakken met zandgrond worden gezet of direct in de geprepareerde aarde. Behandel ze verder net als zachte stekken, tot ze wortel schieten. Door de wond in hormoonpoeder te dopen, bevordert men het wortelschieten.
Tegen het eind van de maand augustus richt men zijn aandacht op de overblijvende planten, die de winter onder glas moeten doorbrengen. De stekken wortelen sneller terwijl er nog zon is en natuurlijke warmte. Geraniums, schildpadbloemen, pantoffelbloemen en heliotropen kunnen dan gestekt worden en de soorten die buiten staan, moeten nu voldoende geschikte uitlopers hebben in deze tijd.
Tuinliefhebbers wachten vaak met het nemen van stekken tot de nachtvorst zich aankondigt. Dan maken ze echter geen behoorlijke wortels meer of rotten weg tijdens de wintermaanden.
Bij geraniums (Pelargonium) neemt u scheuten af, die vier knopen hebben. Gebruik altijd een scherp mes, want een slechte stek wortelt nooit goed. Haal de onderste blaadjes en de bloemen zorgvuldig weg. Maak nu een rechte snee, vlak onder een knoop. De bovenste bladeren moet men eraan laten zitten, want deze helpen de plant voedsel te maken terwijl zij wortel schiet.
Als er veel stekken genomen zijn, doet men ze vaak in tamelijk diepe bakken, ongeveer 10 cm diep. Het is echter beter potten te gebruiken, vooral wanneer de stekken dicht aan de kant worden gezet, waar de poreusheid van de pot een goede luchtcirculatie verzekert. Potten van 10 cm wijd zijn zeer geschikt en in iedere pot kan men 4 – 5 stekken zetten. Ze hebben een lichte losse grond nodig.
Geraniums vragen tamelijk vochtige aarde. Gelijke delen scherp zand, leem en gezeefde turfmolm is heel goed. Doe de stekken in potten met zandige grond, die eerst goed is aangedrukt en waarover wat droog zilverzand is gestrooid. Een goede luchtverversing is noodzakelijk voor het ontwikkelen van de wortels, en veel zand in de grond is de beste methode om hierin te voorzien.
Zet de stekken stevig vast. Er mag geen ruimte omheen blijven, want dan kunnen de wortels gaan rotten.
Voorzie elke pot van een label. Geef ze flink water en zet de stekken in een bak of een koude kas.
Op dezelfde wijze als we geraniums stekken, kan men dit doen met heliotropen, fuchsia´s, gazania´s, pantoffelbloemen, Centaurea ragusina, Senecio maritima en de dubbele margrieten. Denk eraan, hoe vroeger deze stekken gepoot worden, des te eerder en gemakkelijker zullen ze wortel schieten. De beste stekken komen van scheuten die geen bloem krijgen. Bij de pantoffelbloemen is dit bijzonder belangrijk, want de stekken van bloemscheuten wortelen beslist niet. Soms zijn er voor september geen geschikte scheuten te krijgen, men moet dit echter van de omstandigheden laten afhangen.
Wortelstekken
Het najaar is een uitstekende tijd voor de vermeerdering van planten door wortelstekken. Voor de flox (Phlox) is de zomer (juli-augustus) daar de beste tijd voor.
Til de plant in haar geheel op en snij de dunne wortels bij tot 5 cm lengte. Leg die allemaalnaar één kant, zodat u later weet wat het ondereind en wat het boveneind is. Doe ze dan bij elkaar in bosjes van een dozijn ongeveer, en bind ze vast met een wollen draad (niet te stevig).
Deze bosjes kunnen in potten worden gezet van 15 cm doorsnee in een zandige compost, met de toppen één cm onder de grond. Geef ze water en zet de potten in een bak in de schaduw. Zodra er tekenen van leven zijn, haalt men de bosjes er voorzichtig uit, maakt ze los en plant iedere stek apart. Wacht hier vooral niet mee, want dan raken de wortels verward.
Phloxen zijn makkelijk te vermeerderen via wortelstekken |
Enten is een fascinerende wijze om planten te vermenigvuldigen, vooral bij rozen. Men kan deze methode in augustus of vroeg in september uitvoeren. Een koele vochtige dag is hier best voor geschikt, want de vezels onder op de afgesneden plek drogen gauw uit in felle zon. Daarom is het ook goed om de ent aan de noordkant van de plant te enten, waar zij niet direct in de zon staat. Kies de wortelstok zorgvuldig uit, want daarvan hangt het resultaat grotendeels af. Bij rozen is de gewone doornstruik de beste. Men krijgt een sterke struik in vochtige aarde en een die overblijft.
Sierkersen, perziken en amandelen kunnen in deze tijd eveneens geënt worden. Begin bij de wortelstok, maak een T-vormige snede met een scherp mes, laag bij de wortelstok in geval van struikrozen, of op de hoek van een zijtak 60 cm of meer van de grond bij stamrozen. De ent wordt genomen van een bloeiende scheut, het mes plaatst men vlak onder een oog, men snijdt midden door een tak, daarna horizontaal langs het oog en 1,5 cm daarboven eindigt de snede. Het hindert niet of er iets van de schors is afgegaan.
Licht nu met de vingernagel het witte stukje hout op dat onmiddellijk onder de groene huid ligt. Als het hout rijp is, moet het er gaaf uitkomen zoals een half maantje. Als het echter plakkerig is, dan kan men beter wachten met de enting en ze een week uitstellen. Als het sap niet vrijuit kan stromen, bestaat er gevaar dat de operatie niet lukt. Als de ent vrij is, steek haar dan in de gereedgemaakte snee in de tak. Duw haar omlaag met de punt van een mes, zodat ze er precies in past. Snij snippertjes bast af en bind de ent zorgvuldig vast met raffia. De afgesneden randen moeten geheel bedekt zijn en alleen de ent aan de lucht blootgesteld.