Groente en Fruit

Uitplanten van winterstekken of houtstekken in volle grond. Tijdstip. Voorbereiding, grondvoorbereiding, plantafstand en plantdiepte. Gebruik van zwarte plastic en nazorgen. Voor de wortelvorming zal men ze uitplanten in volle grond. Meestal is dit tussen einde februari en half april. Vroeg uitplanten geeft meestal een betere beworteling, dan laat uitplanten. De meeste stekken hebben dan wondweefsel (callus) gevormd.

Voorbereiding

De winterstekken zijn meestal geknipt tijdens de maanden december – januari (februari). Tijdelijk worden ze meestal ingelegerd. Dit inlegeren of  ingraven gebeurt meestal aan een noordenmuur of op een andere beschutte plaats, met weinig zon. Plantensoorten die gemakkelijk wortelen, kunnen zelfs in maart nog geknipt worden en mogen onmiddellijk uitgeplant worden. Gemakkelijk wortelende fruitsoorten zijn zwarte bessen (Ribes nigrum), jostabessen (Ribes ´Jostaberry´), rode aalbessen (Ribes rubrum), witte aalbessen en vlier (Sambucus nigra). Steklengte 25 – 30 cm. De sterkste/ stevigste eenjarige twijgen geven normaal de beste resultaten.
Plant men te laat uit, dan zal men onvermijdelijk de kleine worteltjes afbreken. Je kan dus best uitplanten na de callusvorming indien het weer en de grond in orde zijn. Het uitplanten voor half maart geeft meestal de beste resultaten. Belangrijk is dat de grond en de weersomstandigheden optimaal zijn.

 

Grondvoorbereiding

Voor een optimale groei kan enkele maanden voordien, de grond bemesten worden met goed verteerde stalmest of champignonmest. Grond kan ook goed verbeterd worden door een laag potgrond of vochtige turf in te werken. De grond zal hierdoor voedzamer en humusrijk worden, zodat je een goede beworteling verkrijgt en mooi ontwikkelde scheuten. Grond mag niet te nat zijn voor de laatste grond voorbereidingen.
Grond voldoende losmaken en enkele dagen laten bezakken. Je kan de grond afdekken met zwarte plastic. Later heb je dan geen last meer van onkruidgroei. Ook de vochtigheid en warmte blijft beter in de grond.
Sommige plantensoorten wortelen beter op zwarte plastic. Deze zwarte plastic moet gespannen worden op grond die goed verkruimeld en vochtig is.

Plantafstanden

Heesters (sierstruiken) en bessenstruiken mogen tamelijk dicht geplant worden. Bijvoorbeeld een plantafstand van 10 (15) x 30 cm. Afhankelijk van de plantensoort is dit 8 – 10 stekken per strekkende meter. Dunne stekken worden soms dichter uitgeplant, omdat het slagingspercentage hier meestal lager is.
Winterstekken van onderstammen die later in de zomer geoculeerd worden, kan je beter wat ruimer planten. (bijv. 20 x 50 cm).
Te dicht uitplanten geeft meer kans op schimmelontwikkeling.

Plantdiepte

Men laat 3 tot 4 knoppen of ogen boven de grond. Men neemt soms ook gewoon 1/2 tot 2/3 van de stek onder de grond. Bij een steklengte van 25 cm blijft dan 5- 8 cm boven de grond.

Tips

  • Winterstekken van onderstammen en van kruisbessen kan men later op 1 forse scheut terugsnoeien.
  • Bij winterstekken van sierstruiken en bessenstruiken behoud men zoveel mogelijk scheuten.
  • Bij het uitplanten let men er goed op dat de ogen steeds naar boven gericht zijn. Stekken die omgekeerd in de grond zitten, kunnen normaal niet groeien.
  • Belangrijk is ook de stekken aan de basis goed aan te drukken, zodat ze niet uitdrogen.
  • Kromme stekken kan men met de boog in de lijnrichting uitplanten.
  • Indien men meerdere rassen of cv´s uitplant, dan is het belangrijk de eerste en laatste van een cv te voorzien van een duidelijk etiket. Je kan ook een plantschema opmaken van de verschillende plantensoorten en cultivars.
  • Stekken die in pot zijn opgekweekt in een kas, moeten goed afgehard worden vooraleer ze buiten worden geplant. Staan ze in het blad, dan kan je beter tot begin mei wachten, vooraleer buiten uit te planten.
  • Meestal zal men de stekken zo recht mogelijk uitplanten. Mooi verticaal uitgeplante stekken groeien beter dan schuin geplante stekken.
  • Indien je zonder zwarte plastic werkt, kan je op de goed bewerkte, plantklare grond met een spade slippen of gleuven maken. Per gleuf of slip kan je 1 of 2 stekken in de grond stoppen.
  • Ruim uitplanten is makkelijker voor de onkruidbestrijding. Met de hak of schoffel zou je overal goed moeten tussen kunnen werken.

Zwarte plastic

Op zwarte plastic kan je gaten prikken waar de stekken moeten komen. De lukking van de stekken is op zwarte plastic meestal veel beter dan op gewone grond. (Hogere grondtemperatuur en minder kans op uitdrogen van de grond)