Bomen en hagen

Vruchtbomen zijn lang weggeweest uit siertuinen, misschien omdat ze de naam hadden moeilijk in de verzorging te zijn. De laatste jaren begint er weer meer belangstelling voor te komen. En dat is niet zo gek, want ze geven de tuin al vroeg in het jaar veel sfeer door de romantische bloesem. Wie wel eens een vrucht rijp van de boom heeft geplukt, weet dat die bijna altijd lekkerder smaakt dan uit de winkel. Speciaal voor gebruik in de tuin zijn er soorten ontwikkeld, die minder ruimte innemen. Deze maand januari is bijzonder geschikt voor het planten van vruchtbomen. Ze zijn nu in een grote verscheidenheid voorradig. De bomen kunnen geplant worden wanneer het niet vriest.

Een pruimensoort met mooie grote, eironde vruchten is Reine Victoria. De kleur van de pruimen is helderrood met wat geel. Het is een lekker sappige, licht vlezige vrucht, geschikt voor verse consumptie en inmaak. Net als bij de volgende soorten bestuiven de bloemen zichzelf. De boom heeft dus geen andere soort nodig voor de vruchtzetting en is geschikt als solitair.

Andere zelfbestuivende, vrij bekende soorten zijn:

Czar, met paarsblauwe vruchten.
Bij Belle de Louvain zijn ze paars.
Ontario geeft stevige groene pruimen.

Wat kleinere ronde vruchten hebben Reine Claude d´Oullins (geel) en Reine Claude d´Althan (paars). De laatste heeft voor een goede vruchtzetting wel een bestuiver nodig. Opal of Bleu de Belgique zijn hiervoor geschikt. Bij de andere soorten is het voldoende als er een paar bomen bij elkaar staan. Denk er wel om, dat pruimen behoorlijk wat ruimte nodig hebben.

Voor alle vruchtbomen geldt, dat ze behoefte hebben aan kalk in de grond. De bekende fruitproductiegebieden liggen op kleigrond, maar ook op zandgrond zijn vruchtbomen te kweken. Door eens per jaar kalk toe te dienen en meerdere malen per jaar koemestkorrels te geven houdt u de bomen gezond. Laat u bij aankoop van een vruchtboom eveneens goed informeren over de juiste manier van snoeien!

Appels die door hun groeikracht voor kleinere tuinen geschikt zijn:

Alkmene, een vroegrijpende, goede handappel.
Benoni, zelfbestuivend, een oude handappel met een zeer goede smaak.
Discovery, een langzaam groeiende boom, vroege handappel.
Fiesta, lijkt op Cox, gedeeltelijk zelfbestuivend.
Gloster, een lang te bewaren handappel, ook als moesappel en voor sap Golden Winter Pearmain, al voor 1700 bekend, tot januari houdbare handappel.
De bekende James Grieve, ook voor sap en moes.
Jonagold, grote handappel.
Laxton´s Superb, goed zelfbestuivend, lijkt op Cox Lombarts Calville, zeer goede handappel.
Gedeeltelijk zelfbestuivend is Summerred, een zelfbestuivende handappel met een fijne smaak.
Transparente Blanche (ook bekend als Yellow Transparent), zeer vroege hand- en moesappel en Winston, met appels die goed te bewaren zijn, geschikt als hand-, moes- en sapappel en voor fruitsalade.
Zeer smal opgroeiende, spilvormige appelbomen zijn de Ballerina´s (40 cm breed en 3 tot 4 meter hoog). Ze zijn ook in potten van 25 liter of groter te kweken.

Bij niet-zelfbestuivende soorten moeten andere geschikte soorten als bestuivers worden aangeplant!

Sommige mensen mag je wakker maken voor een rijpe peer.
Voor de tuin geschikte soorten zijn:

Bergamotte Esperen, een fijne, appelvormige peer die lang te bewaren is.
Bonne Louise d´Avranches, een bekende zeer goede handpeer, ook voor sap en om te drogen.
Clapp´s Favourite, grote sappige peer, geschikt voor nachtvorstgevoelige streken.
Conference, zelfbestuivend, flesvormige uitstekende handpeer.
Doyenné du Comice, een zeer grote, erg goed smakende handpeer.
Supertrévoux, een zeer goede vroege peer en de zeer oude Winterrietpeer, een heel goede, roodkokende stoofpeer om te bewaren.

Vruchtbomen voor wat warmere, beschutte plaatsen, waar de bloesem en de vruchten niet teloor gaan door nachtvorst:

Van Perzik (Prunus persica) zijn de soorten Kwekersgoud, Peregrine, Vaes Oogst en Wassenberger geschikt.

De Abrikoos (Prunus armeniaca) werd al in 2000 voor Chr. in China gekweekt. Rond het begin van onze jaartelling is hij door de Romeinen in Europa geïntroduceerd. Abrikoos wordt gekweekt als struik of leiboom.
Goed winterhard zijn Hongaarse, met matige oogst en smaak.
Tros Oranje, met een betere oogst maar een wat droge vrucht (beter als jam en compote).
Bredase, het meest geschikt voor verse consumptie.

Ook de Amandel (Prunus dulcis), wil het op een warme plaats best doen. Bij ons wordt hij in de eerste plaats gekweekt voor de rijke roze bloesem, maar onder warme omstandigheden worden ook de eetbare vruchten gevormd.
Een goede vruchtdragende variëteit is Robijn. Voor de bestuiving is een perzik nodig.

Bronnen Geert Devriese, met dank aan de mensen van de VLAM