In het wild groeit Lieve-vrouwe-bedstro in rijke loofbossen en onder heggen in heel Europa, sommige delen van Azië en Noord-Amerika. De plant is uiterst geschikt als bodembedekker en beplanting onder heesters en bomen. Het is een vaste en winterharde plant, d.w.z. eigenlijk een kruid dat zich via wortelstokken uitbreidt. Met zijn kruisvormige, witte bloemetjes is het een aanwinst voor iedere tuin.
Benamingen
- Lieve-Vrouwe-Bedstro
- Asperula odorata, Galium odoratum (Lat.)
- Sweet woodruff, Sweetscented bedstraw (Eng.)
- Reine des Bois, Belle Etoile (Frans)
- Waldmeister, Waldmännchen, Herzfreund, Waldtee, Leberkraut (Duits)
- Nederlandse volksnamen: Bedje op het Stro, Boezemvriend, Meidkruid, Mottekruid, Woudkruid, Waldmeester, Wiegstro
- Rubiaceae – bedstro(walstro)familie
Naamgeving
Asperula bevat het Latijnse woord asper dat ruw betekent omdat het een beetje ruw aanvoelt. De betekenis van odorata is geurig en dat duidt op de aangename hooigeur van de verwelkende planten.
De Latijnse naam Galium odoratum klopt eigenlijk niet meer. Galium heeft te maken met het Griekse woord Gala dat melk betekent. Vroeger gebruikte men planten van de walstrofamilie voor de kaasbereiding om melk te doen stremmen. Het Duitse woord voor walstro is Labkraut en lab=leb betekent stremsel.
Tegenwoordig brengt men Lieve-vrouwe-bedstro in de familie Asperula=bedstro onder, waartoe ook nog andere bedstrosoorten horen zoals akkerbedstro en kalkbedstro. Volgens een christelijke legende zou Lieve-vrouwe-bedstro het kruid zijn waarmee zowel Maria’s bed alsook dat van het kindje Jezus opgemaakt was. |
Plantkenmerken
Aan de rechtopstaande vierkante stengeltjes staan kransen van een achttal, langs de randen ruw behaarde blaadjes die ca. 3 cm lang zijn. Na de bloei ontwikkelen zich kleine vruchtjes met haakvormige borsteltjes die zich aan stof of de vacht van dieren kunnen vasthechten.
Lieve-vrouwe-bedstro lijkt op walstro (kleefkruid), een veelvoorkomend, in de tuin ongewenst kruid, dat zich gemakkelijk uitzaait en bijna niet uit te roeien is.
Mythologie
Bij de Germanen was Lieve-vrouwe-bedstro gewijd aan Freya, godin van vruchtbaarheid en geboorte.
Volksgebruik
In kruidenboeken van de Renaissance wordt Lieve-vrouwe-bedstro beschreven als een wondermiddel voor de versterking van hart en lever, om eetlust op te wekken, tegen geelzucht en om wonden te genezen. |
Hedendaags gebruik
In de natuurgeneeskunde wordt Lieve-vrouwe-bedstro gebruikt als thee tegen hoofdpijn, migraine en hartkloppingen en in gemengde kruidentheeën. Het kruid dat tijdens de zomer lekker naar hooi geurt, heeft de laatste jaren een slechte reputatie gekregen, omdat de stof cumarine, die zich bij het verwelken van de bladeren ontwikkelt, kanker zou kunnen veroorzaken.
In Duitsland is men voorzichtiger geworden met het drinken van de zogenaamde Maibowle, een drank samengesteld uit sekt, spawater en Lieve-vrouwe-bedstro (Waldmeister). Die geeft aan deze lentedrank een pikante, frisse smaak. Intussen heeft men vastgesteld dat de hoeveelheid cumarine in de Maibowle te gering is om gevaarlijk voor de gezondheid te zijn. Wanneer men er te veel van drinkt, kan dat hoofdpijn veroorzaken.
Het kruid wordt ook gebruikt voor likeuren en desserts.
Soorten
Van de bedstrosoorten bestaan er op aarde (zover bekend) circa 400 soorten.
Naast onze bekende soort met witte bloemen bestaat er ook nog de in de Kaukasus inheemse Asperula taurina (caucasica) met behaard blad en lichtlila tot blauwe bloemen.
Asperula taurina (caucasica) | Asperula orientalis (azurea) |
Blauwe bloemen heeft ook Asperula orientalis (azurea). De soort Asperula hirta groeit in de Pyreneeën en heeft grote witroze bloemen. Asperula rupestris groeit tussen rotsen.
Bronnen Brigit Kahlert 2003, bewerking Rudi Van Overloop 2008.