Vogels, vooral lijsters en merels zijn dol op de lijsterbes. In Nederland en België vinden we lijsterbesbomen vaak in parken en plantsoenen. Ze pronken daar vanaf augustus met hun bestrossen. Dit jaar zijn zij door de overvloedige zon bijzonder vroeg in kleur. De Lijsterbes is inheems in Europa, West Siberië en Klein-Azië. Hij bloeit in mei met witte schermen die zich geleidelijk van groene tot oranje of gele bessen ontwikkelen. Het Latijnse woord Sorbus betekent vrucht en aucupor vogelvangst omdat de Romeinen de oranje bessen van deze boom als lokaas gebruikten. Lijster betekent hippende vogel en rowan is afgeleid van het Sanskriet woord runa wat tovenaar betekent. De Lijsterbes wordt ook wel kraalboom, kwetsenbeienboom of vogelbessenboom genoemd. In Engeland noemde men deze boom ook witchwood, heksenhout dus omdat men geloofde dat hij bescherming tegen heksen gaf.
Lijsterbes, Sorbus aucuparia
Engels: Rowan
Frans: Sorbie
Duits: Eberesche of Vogelbeere
Familie: Rosaceae (roosachtige)
Plantkundige kenmerken
Net als appel, peer en meidoorn hoort de lijsterbes tot de familie van de Roosachtigen (Rosaceae). Hij kan een hoogte van circa 15 meter bereiken en is vaak meerstammig. Hij heeft een slanke, gladde stam en een tamelijk brede kroon. Typerend is het geveerde blad. Het heeft 9-15 lancetvormige zijblaadjes die zaagtandig gerand zijn. Eind april komen zij te voorschijn en vallen vrij vroeg in de herfst af. Vaak prachtig geel en rood getint. De lijsterbes bloeit in mei met uitbundige bloemtuilen die een beetje op appelbloesem lijken. De bloemen zijn geelachtig wit en geuren sterk (niet erg lekker).
De oranjerode vrucht is geen echte bes, maar een steenvrucht, eigenlijk een miniappeltje, want zij bezit 2-3 steenharde zaden die in augustus rijp zijn en de herfst aankondigen. Het vlees is zurig en heeft een aromatische bijsmaak. Vogels zorgen voor de verspreiding, omdat de onverteerbare zaden hun lichaam weer verlaten. De lijsterbes heeft veel licht nodig en wordt in Nederland meestal als laanboom aangeplant.
Gebruik
Het hout van de Lijsterbes is hart, dichtgenerfd en zeer geschikt om er meubels, keukengerei, gymnastiektoestellen, duim – en meetstokken van te maken. Nadat de vruchten 8 tot 12 uur geweekt zijn in verdunde azijn, kunnen zij tot jam verwerkt worden, eventueel gemengd met appels. In Duitsland worden de bessen op jenever gezet. Zij bevatten veel vitamine C. Gedroogd en gemalen leveren zij een smakelijk meel op. Geroosterd zijn zij als koffiesurrogaat te gebruiken.
Symboliek, mythen en volksgeloof
De lijsterbes is zinnebeeld voor wijsheid, kracht en beschermt tegen het kwaad. Zij is bij de Kelten de toverboom. De Keltische druïden gebruikten lijsterbesstokken bij hun rituelen. Vooral in Wales wordt de Lijsterbes als Heilige boom vereerd. Volgens een oude Ierse legende zou de vrouw zijn ontstaan uit een Lijsterbes. In de Schotse Hooglanden werd de Lijsterbes geplant tegen toverij. Ook lieten de herders hun schapen elk jaar onder de takken van een Lijsterbes door gaan. Varkens gaf men een aftreksel van lijsterbessen als bescherming tegen ziektes. Bij de oude Grieken was zij gewijd aan Aphrodite, godin van liefde en schoonheid. Volgens een Romeinse legende groeiden er Lijsterbessen uit de bloeddruppels van een arend die met de demonen streed. De Lijsterbes werd vroeger vaak op kerkhoven als toverboom en om demonen af te schrikken geplant.
Soorten
Sorbus aucuparia ´Fastigiata´ is een zuilvormige uitvoering van de gewone lijsterbes die langzaam groeit en niet veel hoger wordt dan 7 meter. Het geveerde blad is donkergroen. De leuke crèmekleurige bloemschermen verschijnen in mei-juni. Daarna komen grote tuilen met dieprode bessen, die ongeveer 1,2 centimeter in doorsnede zijn. De vogels schijnen ze niet lekker te vinden, daarom blijven ze tot midden oktober aan de boom hangen. Om een mooie rechte stam te krijgen past de kweker vaak een trucje toe: de boom wordt op een 2 meter hoge onderstam van Sorbus aucuparia ´Edulis´ veredeld.
Van de gewone lijsterbes bestaan verschillende siervormen met gele en oranje bessen.
Sorbus aucuparia ´Edulis´ kan je beschouwen als een wilde fruitboom. Hij is inheems in heel Europa, met uitzondering van de kust van Zuid-Spanje en Portugal. In 1810 werd in Moravië een mutant zonder bitterstof ontdekt, vermeerderd en van daaruit verspreid. Deze 8-15 m hoge, snel groeiende boom heeft oneven geveerd blad dat bestaat uit vijf tot tien paar blaadjes. Hij verschilt van de lijsterbessen met bitterstof door zijn donkergroene, slechts bovenaan getande en verder gaafrandige, smallere en aan de voet toegespitste blad (bij de wilde soort is dat stomp). De bloeiwijze is een tuil met veel crème, alleenstaande bloemen.
Andere waardevolle cultivars met eetbare bessen zijn:
* ´Konzentra´ werd in Dresden geselecteerd en is sinds 1954 in de handel. Deze cultivar met zijn tamelijk kleine vruchten, geeft ieder jaar hoge opbrengsten. Hij is vooral geschikt voor de bereiding van vruchtensappen en gelei.
* ´Rosina´ werd eveneens in Dresden gekweekt. Hij heeft grote, vuurrode vruchten die aangenaam zoetzuur en aromatisch zijn. Geschikt voor gelei, vruchtensap, compote en om te confijten. Zeer hoge opbrengst.
Zeer dicht verwant met de gewone lijsterbes is de meelbes (Sorbus aria) Deze boom kan 20 meter hoog worden en heeft een dichte, ronde kroon. Zijn bladeren zijn ellipsvormig tot cirkelrond en hebben geen insnijdingen. Ze zijn aan de onderzijde witviltig. Hij bloeit eveneens in mei met witte bloemtrossen en ontwikkelt donkerrode bessen die graag door vogels verorberd worden. De meelbes wordt bij ons als sierboom in parken aangeplant.
De Zweedse Lijsterbes (Sorbus intermedia) is ontstaan uit een spontane kruising tussen de gewone lijsterbes en de meelbes. De bladeren zijn veellobbig met gezaagde randen. De onderkant is grijs viltachtig behaard. De bloemen zijn wat groter dan bij de gewone lijsterbes. De vruchten zijn langwerpig, oranjerood en pas in september rijp. Ze zijn melig met een zoete smaak en bevatten meestal 2 pitten. Deze boom is zeer goed tegen wind bestand. Het hout is blank en kernloos. Het laat zich gemakkelijk kloven en is daarom geschikt voor de vervaardiging van trommelstokken, kegels en houten ballen.
Een in Nederland haast onbekende soort is de Sorbus domestica, een tot 20 meter hoge boom met gevederd blad, grote witte bloemtrossen en peervormige rode bessen in september. Hij groeit vooral in submediterraan klimaat in gemengde eikenbossen in wijngebieden en is gevoelig voor late vorst.
Standplaats
De gewone lijsterbes (Sorbus aucuparia) gedijt op matig droge, voedselarme zure bodem, maar toch het liefst op vochthoudende, humusrijke grond. Hij houdt van veel zon, maar doet het ook aardig in de halfschaduw. Hij is niet vorstgevoelig.
Bron Brigit Kahlert 2003, bewerking RVO 2008.