Plant bijvoorkeur blauwe bosbessen op een tamelijk nat, humusrijk perceel waar bijvoorbeeld de onkruiden Zegge (Carex), Bies (Schoenoplectus) en Zuring (Rumex) groeien. Blauwe bessen zijn gevoelig voor watertekort en voor wateroverlast. Op een iets te nat perceel kan je op kleine heuvels planten. Op een droger perceel kan je beter in een komvorm planten. Op leemgronden kan je zand toevoegen aan de grond, zodat de bodem luchtiger wordt. Een zonnige standplaats en een vochtige voet is gewenst. Blauwe bosbessen zijn zuurminnende planten. Ze groeien en produceren best op zure gronden (gronden met een lage pH). Een goede bescherming tegen de wind is gunstig voor een regelmatige productie. Hiervoor kan je een windscherm planten of plaatsen. Biologische teelt is zeer goed mogelijk! Bosbessen zijn zuurminnende planten.
Bestuiving
Blauwe bessen bloeien in trossen en er is een groot verschil in bloeitijd tussen de eerste en de laatste bloem van een tros. Dit is een voordeel bij lentenachtvorst. Toch kunnen de planten, die meestal tussen half april en de eerste helft van mei bloeien, schade van lentenachtvorst oplopen.
De bloemkleur is wit-roze. De bloeiperiode is tijdens de maanden april- mei. Bestuiving gebeurt door de hommels. Zelfbestuiving is meestal mogelijk, maar het bij planten van een ander ras, verhoogt de productie (grotere bessen) en geeft een vroegere rijptijd en dikkere bessen. Kruisbestuiving wordt dus aangeraden. Bijen en hommels zijn belangrijk voor een goede stuifmeeloverdracht. Bij lage temperaturen tijdens de bloei zijn hommels beter geschikt. Door het planten van meerdere rassen krijgt je een hogere productie en een goede oogstspreiding.
Plantmateriaal
Gebruik bij voorkeur goed ontwikkelde twee- of driejarige struiken met minstens drie takken van 40-50 cm lang. Het plantmateriaal mag tot 5 jaar oud zijn. Men kan de zgn. ´wijkers´ gebruiken om een nieuw perceel te planten. Ook 5-jarige planten kunnen nog goed verplant worden. Gebruik bij voorkeur geen planten met naakte wortel. De hergroei is hier veelal slecht, o.a. door het ontbreken van de noodzakelijke mycorrhiza.
Plantafstand
De aanbevolen plantafstand voor liefhebbers is 0,75 tot 1,5 m. Voor fruittelers is dit 1 /1,5 x 2 (2,5)m. Vroeger werd als plantafstand 2 x 3 m aangeraden. Om de andere rij werd soms een rij wijkers tussen geplant.
Zodra de beplanting te dicht wordt, kunnen de wijkers zonder bezwaar worden verplant. Zij zijn op dat ogenblik erg waardevol voor een nieuwe aanplanting.
Het duurt soms wel 6 – 8 jaar voor de struik enige omvang krijgt.
Planttijdstip
- Op tamelijk droge gronden kan men reeds vanaf september beginnen planten. De beworteling kan dan gebeuren voor de winter. Men kan hiervoor containerplanten gebruiken. Aanwezige bladeren goed verwijderen!
- Planten met ingegaasde wortelkluit kunnen geplant worden vanaf begin (half) oktober.
- Op nattere gronden kan je beter in het vroege voorjaar planten. (februari – maart).
- Bij het planten tijdens de winter, is er kans op omhoogvriezen van de planten. Opnieuw aantrappen na een vorstperiode is dan noodzakelijk.
Het planten zelf
In de plantvoor doe je best ruwe turf. Waarbij de nadruk op veel vezels! Hierin kan je de planten plaatsen. Per plant gebruik je 10 – 20 liter turf.
De planten mogen op dezelfde diepte van de boomkwekerij of eventueel 2,5 cm dieper geplant worden.
Aanbevolen pH (zuurheidsgraad) van de grond is 4 – 4.5 (5) (zuur). Blauwe bosbessen zijn zuurminnende (of kalkvrezende) planten.
Voorkom dat de wortels uitdrogen in de periode tussen het rooien van de struiken en het planten.
Na het planten kan men de grond afdekken met 5-10 cm gemalen boomschors van dennenbomen. Dit bevordert een vlotte hergroei (= mulchen).
Biologische teelt
Blauwbessen groeien meestal zeer gezond. Een biologische teelt is zeer goed mogelijk.
- Enkel een goede vogelafweer d.m.v. netten is bij het rijpen van de bessen noodzakelijk.
- De onkruidbestrijding moet grotendeels manueel gebeuren. Door de zeer oppervlakkige beworteling is hakken bijna onmogelijk.
Rassenkeuze bij de blauwbessenteelt (Vaccinium corymbosum) – overzicht belangrijke raskenmerken
Rassen volgens pluktijd
Vroeg rijpende rassen (begin- half juli): ´Bluetta´, Duke, Earliblue (Early Blue), Blue Chip, Nui, Patriot, Rui, Spartan, Weymouth en Blue Haven
Middenseizoen rijpend (begin augustus): ´Berkeley´, ´Bluejay´, Bluecrop, Blue Ray, Toro, Goldtraube 71, Heerma I (of Ana), Ivanho, Nelson, Berkely
Laatrijpende rassen 2de helft augustus tot sept.-okt.: ´Coville´, Dixi, Sunshineblue, Elliott (heel laat)
Meest productieve rassen – zeer productieve rassen zijn:
´Duke´, Blue Chip, Spartan, Bluecrop, Toro, Nelson, Berkely en Eliott
De productie is erg afhankelijk van het ras en ligt meestal tussen de 5 en 8 (9) kg per struik. Er zijn ongeveer 40 verschillende rassen van V.corymbosum bekend.
Besgrootte
Rassen met de dikste bessen zijn ´Nui´, ´Puru´, ´Chandler´, ´Bonus´ (extreem grote bessen + 20 mm)
Nui | Puru |
Bestuiving
De meeste rassen kunnen na zelfbestuiving vruchten geven. Er zijn enkele rassen welke beslist kruisbestuiving met andere rassen nodig hebben. Het zijn o.a. ´Coville´ en ´Spartan´. Bij alle rassen geeft een goede kruisbestuiving dikkere en meer vruchten. De struiken worden 1,2 tot 2 (2,5) m hoog, afhankelijk van het ras en de grondsoort.
Vorstbestendige rassen
Late bloeiers geven meestal minder risico´s op oogstverlies t.g.v. lentenachtvorst. Sommige rassen vallen op door hun weerstand tegen lentenachtvorst.
De rassen ´Earliblue´ en ´Duke´ zijn meer vorstbestendig dan andere rassen.
Bronnen Guy De Kinder 2001, bewerking RVO