Een heuvelbed is de beste manier om in de tuin organisch materiaal te verwerken. Bij verhoogde bedden hoef je de grond niet te spitten. Een beter waterafvoer en een betere groei zijn redenen om verhogingen toe te passen in de groentetuin. Een heuvelbed is de beste manier om in de tuin organisch materiaal (snoeiresten van bomen en struiken, bladeren, grasmaaisel, half verteerde compost enzovoort) te verwerken. Na vijf tot zes jaar is de beste compost gevormd, die voor alle planten kan worden gebruikt. Regenrijke en koele jaren zijn altijd een goede test voor een heuvelbed of een verhoogd bed.
De enorme voordelen die dit systeem voor de groei biedt, vergeleken met een normaal groentebed, vallen dan extra op. Naast de hogere temperatuur van de grond komt dat vooral door de goede waterafvoer. Beide hebben een positief effect op de ontwikkeling van vooral vroege groenten en soorten die in de zomer veel warmte nodig hebben. Maar ook de andere groentesoorten geven een betere oogst.
Heuvelbedden en verhoogde bedden lijken een beetje op een composthoop. Door de vertering van het opgehoopte organische materiaal ontstaat de eerste twee jaren warmte, die de plantengroei gunstig beïnvloedt. De diverse opgebrachte lagen, ongeveer tot een hoogte van 1 m, verhinderen dat er als gevolg van stagnerend water verzuring in de buurt van de wortels optreedt, wat bijvoorbeeld bij augurken tot ziekte kan leiden.
Hoewel de aanleg van een dergelijk bed veel werk met zich meebrengt, kan het vervolgens zo´n zes jaar of meer worden gebruikt, zonder dat er nog veel aan hoeft te worden gedaan. Een voordeel is vooral dat de grond in de herfst niet hoeft te worden omgespit. Loswerken van het bed met een cultivator is voldoende. Deze teeltmethode vereist een minimale bewerking van de grond.
Waar op moet worden gelet bij de aanleg van een heuvelbed?
- Leg het heuvelbed in de noord-zuidrichting aan. Dit moet in de herfst of de lente gebeuren. De breedte mag niet meer dan 1,5 m zijn; lengte moet op zijn minst 4 m zijn.
- Zet het bed af, graaf de humeuze toplaag weg en gooi deze naast het bed op een hoop. Graaf niet dieper dan 25 cm.
- Gebruik als onderste laag grof materiaal (moeilijk verteerbaar tuinafval, snoeihout van bomen en struiken, kleingemaakte takken, snoeiafval van de haag, verhoute resten van vaste planten enzovoort, tot 30 cm lengte gesneden). Breng dit op tot een dikte van 40 cm, stamp de laag goed aan en strooi 100 g kalkstikstof per m2 oppervlak uit. Het is aan te bevelen resten van seringentakken en -stammen onderop te leggen. De geur verdrijft muizen.
- De tweede, ongeveer 15 cm dikke laag bestaat uit graszoden (met de wortels naar boven gelegd). Indien deze niet voorhanden zijn, kan ook een mengsel van strohaksel, tuinaarde en grasafval worden gebruikt.
- Dan volgt een laag bladafval van 20 cm dik. Droge bladeren worden goed nat gemaakt. In plaats van bladeren kan ook stro worden gebruikt, dat eveneens eerst goed wordt natgemaakt; voor een betere vertering wordt het met 50 gram per m² kalkstikstof bestrooid.
- De volgende laag kan bestaan uit een 15 cm dik pakket van stalmest, wat echter niet per se nodig is.
- Daarop volgt een dichte laag verse compost met een dikte van 15 tot 20 cm.
- Tot slot wordt het geheel afgedekt met de terzijde gelegde humeuze toplaag, die goed met turf is vermengd. Door de aanleg van een heuvelbed wordt het beschikbare teeltoppervlak tot een derde groter in vergelijking met een normaal groentebed.
Heuvelbedden kunnen in elke tuin worden aangelegd, ook wanneer er geen moestuin is. Het verbouwen van groente in het voorjaar kan het beste worden gedaan in een mengcultuur, waarbij een afdekking met folie of vezeldoek de oogst aanzienlijk kan vervroegen. Voor in de zomer zijn vooral de warmtebehoevende tomaat, augurk, paprika, courgette, meloen en aubergine aan te bevelen, die worden geplant op de kam van het heuvelbed. In de herfst gezaaide veldsla en spinazie geven in maart en april een goede oogst.
Verhoogd bed
Ook het verhoogde bed biedt vele voordelen en is in principe vergelijkbaar met een heuvelbed. Het wordt eveneens aangelegd met tuinafval, zoals snoeihout van bomen en struiken, halfverteerde compost, grasmaaisel, graszoden enzovoort. De ligging ten opzicht van de windrichting is hier minder belangrijk. Het bed moet vrij liggen en niet worden beschaduwd door grote bomen en struiken. De plaats is niet gebonden aan een moestuin, maar kan ook een groot gazon zijn. Het bed kan zes jaar of langer worden gebruikt. Langs de randen zijn kruipende planten te kweken, zoals meloen, augurk, aardbei en andere. In het midden van het bed kunt u tomaat, paprika en aubergine zetten.
Maar ook wortelgroente als rammenas en peen, die zeer gevoelig zijn voor waterstuwing en bodemverdichting, geven op zo´n bed een oogst van goede kwaliteit. Het gewone onderhoud en de verzorging kost niet al te veel moeite. Alle voorkomende werkzaamheden kunnen in rechtopstaande houding worden verricht, wat vooral voor de oudere tuinliefhebbers erg prettig is. Als het bed is omgeven door een betegeld pad, kunnen ook vanuit een rolstoel lichte werkzaamheden worden verricht.
Een bedbreedte van 1,5 m (buitenmaat) bevordert een gemakkelijke bewerking. De lengte kan naar believen worden gekozen. De hoogte moet niet meer dan 80 cm zijn. Door zijn blootgestelde ligging is het waterverbruik van een verhoogd bed natuurlijk zeer groot. Alleen een in het midden van het bed geplaatste tuinslang met sproeier kan hier extra werk voorkomen.
Waar op moet worden gelet bij de aanleg van een verhoogd bed?
- Zeer geschikt zijn sparren- en dennentakken (al of niet geschild) met een middellijn van 6 tot 10 cm. Maar ook ander materiaal kan worden gebruikt (bijvoorbeeld wilgentenen, zoals rijshout).
- Zet het bed af en graaf de humeuze toplaag tot 20-25 cm af en gooi deze op een hoop naast het bed. Dit is later als afdekking nodig.
- Sla aan beide uiteinden hoekpalen de grond in en verbind deze met lange palen. U kunt de palen ook aan de uiteinden splijten en het geheel als een blokhut opbouwen, dat scheelt palen.
- Bedek de zijden en de bodem met een fijnmazig net tegen woelmuizen.
- Gebruik grof materiaal (bijvoorbeeld snoeihout van bomen en struiken) als onderste laag die tot 30 cm dik moet zijn, stamp deze aan en strooi 100 g kalkstikstof per m².
- De volgende laag bestaat uit plantenafval (bijvoorbeeld snoeisel van vaste planten, koolstronken, fijn hout enzovoort) tot een dikte van ongeveer 20 cm. Hierop kunt u het beste graszoden leggen, met de wortels naar boven.
- Daarna volgt een 25 cm dikke laag van halfverteerde compost, bladeren of stroafval, die met een laag stalmest kan worden afgedekt. Bij gebruik van stalmest voldoet ook een dunnere laag bladeren.
- Tot slot wordt het geheel afgedekt met een laag goede tuinaarde, waardoorheen de terzijdegelegde humeuze toplaag wordt gemengd.
- Als er veel droog materiaal wordt gebruikt, moet dit vooraf goed nat worden gemaakt. Aangezien het heuvelbed en het verhoogde bed zich na de aanleg in meer of mindere mate zetten en inzakken, moeten ze steeds weer worden aangevuld met verse aarde.
Bron De Grote Geïllustreerde Plantenencyclopedie – ISBN 9051121946