Aardbeivruchten zijn geen echte vruchten maar schijnvruchten. Een aardbei bestaat eigenlijk uit een opgezwollen bloembodem met daarop de eigenlijke vruchten, de dopvruchtjes. Een aardbeivrucht zal slechts volledig en egaal uitgroeien wanneer al haar eicellen bevrucht worden en aansluitend het groeihormoon produceren dat het onderliggende deel van de bloem egaal zal doen zwellen. Slechte bestuiving leidt dus tot misvormde vruchten.
De bloem van een aardbei is opgebouwd uit vijf kelkblaadjes en vijf kroonblaadjes. De witte kroonblaadjes dienen als uithangbord om insecten te lokken en de weg te wijzen naar de nectarklieren rond de bloembodem en de meervoudige krans van meeldraden. Op de conische, vlezige bloembodem zijn er ongeveer 200 vruchtbeginsels ingeplant. Elk vruchtbeginsel heeft 1 eicel binnenin en een eigen stijl en stamper. Bij de aardbeibloem zijn de stampers vroeger rijp dan de helmknoppen (protogynie). Op deze manier vergroot de kans op kruisbestuiving. Dit levert een grotere en betere productie op dan bij zelfbestuiving. Het merendeel van de kruisbestuiving gebeurt door insecten.
Aangezien de vele stampers niet allemaal gelijktijdig rijp zijn maar met enig tijdsverloop achtereenvolgens van buiten naar binnen tot rijpheid komen, dient de aardbeibloem meerdere malen door insecten te worden bezocht om gave vruchten te vormen. Tot aan 60 bloembezoeken is er een positieve verhouding met het resulterende vruchtgewicht. Hoe later de bestuiving van een aardbeibloem optreedt, hoe kleiner de aardbei zal zijn zodat ook het bestuivingstijdstip een determinerende factor is voor het vruchtgewicht en de zetting. Een onbestoven aardbeibloem blijft 7 tot 10 dagen ontvankelijk, maar de bestuiving gebeurt het best de eerste 4 tot 5 bloeidagen.
Een continue bestuiving is dus duidelijk een onmisbare factor voor een goede kwaliteit.
Biobest Hommelnest in aardbeienserre |
Waarom zijn hommels de beste bestuivers en beter dan bijen?
1. Zij zorgen 7 dagen op 7 voor de bestuiving
2. Hommels hebben geen last van oriëntatieproblemen in serres en plastic tunnels in vergelijking met bijen
3. Er zijn weinig hommels nodig voor een goede bestuiving en daardoor wordt er minder glas of plastic bevuild
4. Hommels zijn ook actief bij lage temperaturen en een beperkte lichthoeveelheid
5. Door hun lichaamsbouw (groot en harig) en hun bestuivingsgedrag (ze landen steeds bovenop de bloem) zullen hommels bij een bloembezoek nagenoeg alle stampers bestuiven waardoor men minder misvormde vruchten zal oogsten
6. Hommels zijn niet agressief
7. De biobest hommelkasten zijn 100% onderhoudsvrij
8. Hommels zijn reeds actief bij 5° C. In februari kan je in de natuur ook reeds hommels vinden.
9. Hommels zijn steeds gemakkelijk bij biobest verkrijgbaar (in voorraad)
Bronnen: Biobest Bulletin