Tuinaanleg

Drainageplanvoor een open drainagesysteem.

De meeste drainagesystemen zijn van het open type, de drains monden uit in een lager gelegen beek, sloot of rivierwaarbij het verhang bij voorkeur 2% en minimum 1 % bedraagt. Onze spade is al deftig opgewonden geraakt en wil van start kunnen gaan 🙂 Toch dienen we ons eerst te voorzien van een goed uitgetekende schets.

Wat hou je voor ogen?

– zo min mogelijk knooppunten of T-verbindingen
– zo lang mogelijke lijnen
– een zo kort mogelijke ontwateringsafstand
– in de richting van het hoogste naar het laagste punt van het perceel met de kortste weg naar de beek toe
– laat de drains zoveel mogelijk rechtstreeks in de sloot uitmonden
– de aansluiting van zijdrains zoveel als mogelijk proberen vermijden
– sluit zijdrains aan met behulp van gladde PVC-stukken
– plaats op de belangrijkste verbindingsplaatsen (zijdrains) ondergrondse inspectieputten afgedekt met een deksel
– de verzameldrains bestaan uit volle PVC-buizen met een minimum diameter van 10-12 cm.
– worden verzameldrains nog verder aangesloten op een hoofdleiding? De hoofdleiding bestaat uit een volle PVC-buis met minimum 20 cm diameter.
– zijn er heel grote waterhoeveelheden door de hoofdbuis te vervoeren neem dan betonbuizen van 30-40 cm diameter.
– wanneer je met de drainage onderdoor bomen gaat, gebruik je op die plaatsen (volle) niet-geperforeerde buizen.

Drainagebuizen, hulpstukken en controleputten zijn meestal verkrijgbaar in de bouwvakhandel of de doe-het-zelf zaak.

 

Voorbeeld van
drainageplan

klik hier voor
groot formaat
drainageplan
voor een open
drainagesysteem

Een eenvoudiger voorbeeld

We plaatsen een open drainagesysteem met een verval van 2 % in de richting van de hoofdpijp. Onze drainagepijpen, met een diameter van 5 cm monden uit in een verzamelpijp van 8-10 cm.
De verzamelpijp is een volle PVC-buis die het water naar de greppel voert. Enkele controlepunten geven aan of de installatie goed (blijft) functioneren.

Spade eindelijk de grond in

Met het plan in de hand zetten we op het terrein piketten uit die de richting en de hoogte van de drainreeksen (rijen) bepalen. Vervolgens gaan we van start met het graven van de sleuven, machinaal of met de hand, richting sloot.Hierbij begin je altijd op het laagste punt van elke drainage rij ! Bij aanwezigheid van een hoofddrain begin je op het laagste punt van deze hoofdas. Bij het handmatig graven ga je trapsgewijs te werk. De sleuf moet zodanig worden gegraven dat je erin kan gaan staan. Bovenaan is de sleuf 40-60 cm breed, onderaan 25-30 cm. Het bodemprofiel wordt nauwkeurig met een smalle panschop geëgaliseerd. Met een sleuvengraafmachine kan je sneller te werk gaan. Eerst wordt de sleuf tot op de gewenste diepte uitgraven. Het bodemprofiel wordt dan nauwkeurig verder met een smalle panschop geëgaliseerd.

Tijdens de uitvoering van de graafwerken moeten de begin- en eindhoogten regelmatig en nauwkeurig worden gecontroleerd. Breng een kiezellaag van 10 cm aan in de uitgegraven geul, al dan niet in een bed van geotextiel of Fibertex. Vooraleer de buizen aan te brengen is het ook noodzakelijk het verhang (verval, afschot) te controleren. Gebruik de pasdarm, een waterpasinstrument of laserapparatuur. Leg nu de buizen in de sleuf, sluit aan waar nodig en vul verder aan met kiezel. Wanneer de greppel voldoende is aangevuld met kiezel, vouwen we de Fibertex dicht op een manier dat beide bovenste delen elkaar overlappen. De greppel kan nu verder worden aangevuld met de teelaarde. En laat het nu maar regenen 🙂

Conclusies

  • Zowel plantenwortels als bodembacteriën hebben lucht nodig.
  • Een veel voorkomend heuvel bij wateroverlast is in de praktijk een verstoorde grondstructuur.
  • Drains komen onder de bovenlaag te liggen en boven een ondoordringbare laag.
  • Het water dringt niet alleen aan de bovenzijde en zijdelings de buis in maar vooral aan de ONDERZIJDE van de buis.
  • Je legt onderaan de geul eerst een laag kiezel en dan pas daar bovenop je drainagebuis.
  • De maximale draineerdiepte wordt bepaald door de grondwaterspiegel.
  • Buizen met kokosvezel of synthetische vezel houden de fijne zeefdeeltjes tegen zodat de buizen minder vlug dichtslempen of verstoppen.
  • Houd het grind en de drains gescheiden van de grondlaag met een doek.
  • Het aanleggen van zo´n drainagesysteem is een precisie werkje.
  • Zorg dat je over een goede panschop en spade beschikt om werken van deze aard uit te voeren.
  • Uitmondende drains moeten minstens 10 cm boven het peil uitmonden.
  • Bescherm het uiteinde van de buis met wat kippengaas tegen ongedierte.
  • Het verhang of het afschot moet minimum 1 % bedragen. Waar mogelijk streven we naar een afschot van 2 %.
  • Drainage systemen mag je niet aansluiten op het openbaar rioleringsnet !
  • Een Sysdrain kan zorgen voor de locale verspreiding van opgevangen water.
  • De diameter van de buis kan nooit te groot maar wel te klein zijn.
  • De afstand tussen de drains kan nooit te klein maar wel te groot zijn.
  • Maak zo min mogelijk knooppunten of T-verbindingen met zo lang mogelijke lijnen en een zo kort mogelijke ontwateringsafstand.
  • Leg de drains in de richting van het hoogste naar het laagste punt van het perceel met de kortste weg naar de beek toe.
  • Laat de drains zoveel mogelijk rechtstreeks in de sloot uitmonden en probeer de aansluiting van zijdrains zoveel als mogelijk te vermijden.
  • Sluit zijdrains aan met behulp van gladde PVC-stukken en plaats op de belangrijkste verbindingsplaatsen (zijdrains) ondergrondse inspectieputten afgedekt met een deksel.
  • Met graven begin je altijd op het laagste punt van elke drainage rij !

 Bronnen:

Boomkwekerij Udenhout – Bomenboek – www.udenhoutbv.com
Isulco bvba Techincal Products – Avenue Gribaumontlaan 99 – 1200 Brussel
Tuinen 3 – Pannekoek/Schipper – ISBN 9021009897
Bewerking Rudi Van Overloop 2008