De winterjasmijn is al jaren een bekend gezicht in Nederland. De prachtige gele bloemen vallen erg op, als u een kale trap, muur of dergelijke in bezit heeft is deze plant zeker het overwegen waard. Nog een pluspunt is de gemakkelijke verzorging en – als u dat wilt – vermeerdering.
De winterjasmijn komt van oorsprong uit China, waar hij groeit tegen de rotswanden. De winterjasmijn heeft een langdurige bloei, van december tot april. Het liefst groeit de plant tegen een noord- of oostmuur, waar hij wel 3 meter lang kan worden. De winterjasmijn is een gemakkelijke plant die weinig eisen stelt aan de grond. Het liefst staat hij op kalkarme grond, in de zon is de bloei het rijkst, maar ook in de schaduw kan deze struik het goed vinden.
Het beste kunt u een winterjasmijn tegen een muur leiden, de warmte die een muur uitstraalt voorkomt dat de bloemen bevriezen. De winterjasmijn kan zelf niet klimmen en groeit ook nog eens een beetje rommelig, daarom is het van groot belang dat u een stevig klimornament heeft. U kunt de struik op verschillende manieren ondersteunen, denk aan een latwerk, pergola of prieel.
De jasmijn heeft kleine gele stervormige bloemen die elk jaar weer verschijnen aan de dan nog kale takken. De hoogte van de struik is een beetje afhankelijk van of hij al dan niet tegen een muur geleid wordt. Leistruiken worden iets van 3 meter en niet-leistruiken 1.50 m.
Snoeien
Om te voorkomen dat er teveel oud of dood hout blijft zitten kunt u de oudste twijgen wegsnoeien. Ze zijn gemakkelijk herkenbaar aan de groengrijs doffe kleur. Let op! De winterjasmijn bloeit op het hout van het voorgaande jaar, houdt hier rekening mee bij het snoeien. De beste snoeitijd is na de bloei, eind april.
Vermeerderen
De plant kan vermeerderd worden door halfhoutige stekken in de zomer of het najaar. Ook kunt u een twijg afleggen: pak een twijg en snijdt deze schuin in, leg hem daarna op de grond en bedek hem met zand, leg er een steen bovenop of zet de twijg vast met een klem. Na een tijdje ontstaan er wortels en kunt u het jonge plantje van de moederplant afsnijden.
Uitdroging
In de winter kan het voorkomen dat als de grond bevroren is en de zon schijnt, deze teveel vocht bij de struik via de takken onttrekt. Het gevolg daarvan zijn geribbelde of bruine uitgedroogde scheuten. Om dit te voorkomen kunt u het beste tijdens vorstvrije dagen af en toe wat water geven. De grond bij (huis)muren is vaak behoorlijk droog, zorg ervoor dat de grond wat water vast houdt. Dit doet u doormiddel van compost, stalmest of humus.
Partners
Leuke partners voor de winterjasmijn zijn de Helleborus (kerstrozen), Galanthus nivalis (sneeuwklokjes) en narcissen. Ook andere winterbloeiende planten zoals Skimmia en Erica carnea (winterheide). Zie hieronder voor een lijst van andere winterbloeiers.
Tip
U kunt voor in huis een tak met knoppen afsnijden en in een vaas zetten, de knoppen zullen snel bloeien.
Andere winterbloeiers
- Corylopsis pauciflora – schijnhazelaar
- Cornus mas – gele kornoelje
- Daphne mezereum – peperboompje
- Chimonanthus praecox – winterzoet
- Erica carnea – winterheide
- Hamamelis mollis – toverhazelaar
- Helleborus orientalis – nieskruid
- Rhododendron x praecox – rododendron
- Mahonia bealei – mahoniestruik
- Prunus subhirtella ´Autumnalis´ – wintersierkers
- Skimmia japonica en Skimmia reevesiana
- Viburnum bodnantense ´Dawn´ – wintersneeuwbal
- Viburnum tinus – wintersneeuwbal
- Pieris Japonica – rotsheide
- Eranthis hyemalis – winterakoniet
- Lonicera purpusii ´Winter Beauty´ – kamperfoelie
Bronnen Henry van de Kolk 2007, bewerking RVO 2008