Bijna iedereen heeft in zijn groentetuin een Maggiplant (Lavas) tussen de kruiden staan. Het is één van de meest gebruikte keukenkruiden naast peterselie en bieslook. Wie deze plant niet ter beschikking heeft, mist echt iets, namelijk zijn sublieme smaak en genezende eigenschappen. Hij kan gemakkelijk geteeld worden, zelfs in een grote pot op het terras of balkon.
Levisticum officinalis (botanisch)
Lovage (Engels)
Lavas, Herbe-à-Maggi, Livèche, Persil de Mer (Frans)
Maggistrauch, Liebstöckel, Liebstock (Duits)
Apiaceae – schermbloemfamilie
Herkomst
Maggiplant werd vanuit het Middellandse Zeegebied in heel Europa en Noord-Amerika verspreid. In de oude Romeinse keuken was de Maggiplant zeer populair. Hij kreeg in de middeleeuwse kloostertuinen een belangrijke plaats en is sindsdien niet meer weg te denken uit onze moestuinen. Omstreeks 800 werd hij in de kloostertuinen van St.Gallen en in de keizerlijke tuinen van Karel de Grote geteeld.
Naamgeving
Het woord maggiplant heeft betrekking op de aromatische geur en smaak van de bladeren. Levisticum is afgeleid van het Latijnse woord levare wat verlichten betekent. Officinalis wil zeggen dat de plant al heel lang gebruikt wordt.
Plantkenmerken
Wanneer de eerste blaadjes uit de wortel tevoorschijn komen, is het lente. De plant groeit snel omhoog met zijn aromatische, vertakte stengels en bladeren. De bladeren lijken een beetje op die van selderie. Daarom wordt de plant ook wel eens bastaardselder genoemd. De Maggiplant kan tot 2 m hoog worden. De schermbloemen zijn geelgroen.
Standplaats
Maggiplant groeit het liefst op humusrijke, goed doorlaatbare grond op een plek in de zon of halfschaduw. Als de bloemstengel verschijnt, kun je deze er beter uithalen, want de ontwikkeling van de bloem gaat op kosten van de bladeren. Die worden dan gauw geel en je hebt er niets meer aan.
Gebruik
In de keuken
Het pittige aroma van de Maggiplant is veelzijdig in de keuken te gebruiken. Hij past bij allerlei groenten die in de wok bereid worden, maar ook bij soepen zoals tomaten – komkommer – en pompoensoep. Ook aan sausen, roerei en salades geeft hij een pittige smaak. Hij is een smaakmaker voor rund – en lamsvlees en zorgt ervoor dat de gerechten beter verteerbaar zijn. Ook bij het koken van mosselen is zijn bladeren van de Maggiplant onontbeerlijk. Zonder smaakverlies
kunnen zij rustig meegekookt worden.
Bladeren van de Maggiplant kunnen ingevroren worden.
Als je meerdere Maggiplanten hebt, kun je er één laten bloeien, de bruine splitvruchtzaden verzamelen en deze in brood, cake, vlees en kaas verwerken.
Als je geen zout mag gebruiken, dan kun je de gerechten met de Maggiplant kruiden.
Geneeskundig
Een aftreksel van bladeren en wortels helpt bij maagklachten, bevordert de spijsvertering, wekt eetlust op en helpt bij hoest. Maggiplant verhoogt de urineafscheiding en kan ingezet worden bij klachten aan de urinewegen.
Een afkooksel van bladeren kan als deodorant in het badwater gegeven worden om de huid te zuiveren.
Zaaien en vermeerderen
Maggiplant kan in de lente gezaaid worden. Hij kiemt net zo langzaam als wortelen en peterselie. Wanneer de plantjes groot genoeg zijn, kunnen zij opgepot of verplant worden. Jonge planten kun je in het voorjaar scheuren. Met oude planten lukt dat minder.
Bronnen Brigit Kahlert 2005, bewerking RVO 2008