Groente en Fruit

foto komkommerKomkommers zijn snelle groeiers en een leuk gewas om te telen in de plastiektunnel of glazen kas. Ze groeien snel en de oogst laat niet lang op zich wachten. Je kan nog een komkommerteelt starten als het voor tomaat of paprika al te laat is. Komkommer is trouwens ideaal als vruchtafwisseling met tomaat.


Parthenocarp

De moderne komkommer (Cucumis sativus) is een veredeling van de oorspronkelijke augurken en zijn plantkundig gezien dan ook volledig identiek. Alleen heeft men bij de moderne kaskomkommer de veredeling zodanig doorgedreven dat er geen mannelijke bloemen meer aanwezig zijn. Enkel vrouwelijke bloemen zorgen voor mooie glanzende vruchten zonder vervelende stekels of beharing. De komkommer groeit uit zonder dat enige vorm van bestuiving of bevruchting noodzakelijk is, dit verschijnsel noemt men parthenocarpie. De vruchten bevatten enkel wat dunne, loze zaden die niet hoeven verwijderd te worden. Bestuiving door bijen of hommels die net op bezoek geweest zijn bij onze augurkenaanplanting is zelfs nadelig. Dan ontstaan er komkommers die zaad bevatten. Deze vruchten zijn niet zo slank, eerder bol zelfs, en gevuld met zaad. Augurken, courgettes, pompoenen, sierfruit, patisson behoren allemaal tot de familie van de komkommerachtigen (Cucurbitaceae).

Warmte gevraagd

Starten met een komkommerteelt doe je best als je zeker bent van voldoende hoge temperaturen, ook ´s nachts. Als je zelf de komkommerplanten opkweekt, zorg dan voor een ruimte waar het overdag minstens 20°C is en ´s nachts minstens 15°C. Beter is nog een plaats waar de temperatuur constant 20°C-22°C is. Start met de opkweek drie tot vier weken voor je zal uitplanten.

Heb je een pakje hybride zaden van komkommer gekocht dan kunnen we aan de slag. Duur zijn ze wel die hybridenzaden, maar laat je niet verleiden tot aankoop van goedkopere zaadechte rassen. Deze leveren komkommers van een type die de vergelijking met de komkommers in de kleinhandel helemaal niet kunnen doorstaan. Waarschijnlijk beschik je nu slechts over zo´n tiental komkommerzaadjes. Logisch dat we graag hebben dat er zo veel mogelijk kiemen. Alle tien? Bijna onmogelijk is dat, of je moet heel veel geluk hebben, want de kiemkracht van komkommerzaad is zeker geen 100%.

Neem een tiental bloempotjes van 12 cm diameter, vul die met zaaipotgrond, maak ze wat vochtig en laat het geheel dan enkele dagen op temperatuur komen. Is de temperatuur van de zaaigrond op 20°C gekomen, dan kan je beginnen zaaien, of misschien kunnen we beter spreken van planten. Komkommerachtigen houden niet van verspenen. Duw een gaatje van zo´n 1 tot 1,5 centimeter diep in de potgrond en leg er een komkommerzaadje in, dek af met potgrond. Daarna lichtjes bevochtigen is voldoende, het water mag zeker niet door de pot te lekken! Overtollig vocht zou ervoor zorgen dat de ontluikende kiem aan het rotten gaat.

Warm houden en uitdroging voorkomen is nu de boodschap, eventueel kan je een glasplaat bovenop de potjes leggen. Rechtstreekse zonnestraling hebben we liever niet, een krantenpapier is geschikt om de zon tegen te houden. Tijdens de opkweek van de komkommerplant zou je steeds de gewenste temperatuur moeten kunnen houden om de groei in een vlot ritme te houden. Koude nachttemperaturen zorgen voor een groeistilstand en dan zien voet- en wortelschimmels de kans om de plant aan te tasten. De planten blijven in pot tot ze zo´n vier tot zes echte bladeren hebben. Ondertussen zijn ze wel al gesteund met een stokje.

 

foto komkommerplant met vrucht
Foto glaskomkommer. Bemerk het witte zakje met biologische bestrijding tegen trips (zie verder)

Uitplanten? Geduld!

Is de grondtemperatuur in uw tunnel of kas minimum 15°C? Dan kan je het uitplanten overwegen, alhoewel 18°C ideaal is. Maar ook de luchttemperatuur, vooral ´s nachts moet voldoende hoog zijn. Je kan in de kas uitplanten vanaf 1 mei maar wachten tot na 15 mei of zelfs tot 1 juni om uw komkommerplanten uit te zetten zal zeker geen grote vertragingen opleveren. Integendeel. De planten zullen des te groeikrachtiger hun start nemen en uiteindelijk minder last hebben van ziekten en plagen.

Als je kan, kies dan voor twee plantdata, bijvoorbeeld half mei en begin juli, zo heb je gezonde planten en kwaliteitsvruchten tot laat in het najaar. Ruim planten is de boodschap, komkommers hebben nu éénmaal grote bladeren. Een luchtig geplaatste plant wordt minder snel ziek. Eén plant per m² is niet veel, maar veel planten heb je ook niet nodig. Drie komkommerplanten kunnen een gezin al overvloedig bevoorraden voor de zomerse salades en barbecues. Zorg er bij het uitplanten voor dat er geen teelaarde in contact komt met de stam van de plant. Giet de plant aan met lauw water. Wortelbeschadiging moet je vermijden. Dan wordt het voor de wortel- en voetziekten een stuk lastiger om een prooi te vinden.

De eenvoudigste en toch de beste methode voor het leiden van de plant is met een koord. Leg een losse knoop onderaan de plant en bind het koord vast aan een steundraad op een hoogte van ongeveer 2 meter. De planten moeten regelmatig ingedraaid worden.

Gulzige plant

Komkommers houden van organisch materiaal, een bemesting met goed verteerde stalmest of verrijking met compost zal zeker beloond worden. Verder mag je gerust wat stikstof en kalium onder minerale vorm voorzien. Stikstof houdt de weelderige bladgroei op gang en kalium zorgt voor stevige, donkere vruchten. Strooi bijvoorbeeld 60 gram ammoniumnitraat per m² en 90 gram patentkali per m² en werk dit goed door de grond voor het planten. Tijdens de teelt is het ideaal om altijd meststoffen op te lossen in het gietwater, bv. 1,5 g/l van een samengestelde meststof. Let wel op dat je er niet meer in oplost want dan is er kans op wortelverbranding.

Oogsten? Geduld!

Het eerste bloempje is er! En nu binnen een tiental dagen de eerste komkommer op tafel? Dit is mogelijk, maar het zou ook wel eens de laatste komkommer van die plant kunnen zijn. De plant is eigenlijk nog te klein om nu al vruchten te dragen. De eerste zes à zeven bladoksels worden dan ook volledig uitgeplozen, zowel zijscheuten als bloemen. Zo krijgt de plant de kans voldoende bladmassa te vormen en kan het zevende bloempje een mooie vrucht vormen.

En dan? Een kwestie van uitproberen. Maar het kan eigenlijk niet dat je in iedere bladoksel de vrucht laat uitgroeien. Als je de vruchten niet te groot laat worden, maximaal 400 gram is dat, kan je het erop wagen om de vruchten uit te dunnen volgens het schema ‘twee laten staan en één weg´.

Wil je grotere komkommers en toch een goed doorgroeiende plant dan zal je ‘één laten staan en één weg´ moeten hanteren. Verdwijnt de groeikracht wat uit de plant dan kan het wonderen doen ééns wat extra vruchten te verwijderen. Natuurlijk hebben we ondertussen alle zijscheuten verwijderd, voorlopig hebben we deze niet van doen.

Toppen en zijscheuten

Heeft de plant de hoogte van zo´n twee meter bereikt dan gaan we toppen. We nijpen de top uit en zetten de plant vast aan draad of het steunijzer waar het touw bevestigd werd. Zo vermijden we dat de plant onder invloed van het vruchtgewicht naar beneden glijdt.

Toch is het niet gedaan met de teelt. De plant is wel getopt, maar ondertussen hebben we ervoor gezorgd dat er twee scheuten uit de bovenste bladoksels konden verder groeien. Die binden we nu vast aan de steundraad, telkens zo´n 50 cm zijdelings van de plant. Laat de scheuten gewoon naar beneden groeien en top ze als ze zo´n halve meter onder de draad hangen.

Vruchtdunning is hier niet meer nodig, de plant heeft voldoende bladmassa en wordt zelfregulerend wat de vruchtuitgroei betreft. Zijn er twee vruchtjes per bladoksel aanwezig, neem dan eentje weg. Als de eerste scheut bijna volledig leeg geoogst is, komen er van bovenaf nieuwe scheuten. Je kan dan best wat overtollig blad van de stam en leeg geoogste scheuten wegnemen, zodat er voldoende licht is voor de nieuwe scheuten en vruchten. Je zal merken dat de vruchten afkomstig van de zijscheuten langer en slanker zijn dan die van de stam.

 

foto komkommer substraat met vruchten
De planten op deze foto zijn al getopt. Bemerk de witte haken helemaal bovenaan waar de scheuten ingelegd zijn. Er hangen nu al vruchten aan de zijscheuten.

Wortels en water

Komkommer houden van een grond die vochtig gehouden wordt. Het wortelstelsel is tamelijk oppervlakkig en verdraagt geen al te diepe uitdroging. Toch zijn ze heel gevoelig voor wortelafsterving als de grond oververzadigd aan water is. Een regelmatige watergift is hier zeker op zijn plaats. Doe dit best ´s morgens en maak een voldoende grote zone rond de plant vochtig. Probeer de bladeren zo min mogelijk te raken. Bij zonnig weer wordt er tot 3 liter water per plant en per dag verdampt. Bij bewolkt weer wordt slechts 25% en bij halfbewolkt weer 50% van deze hoeveelheid verdampt. Hakken rond de planten doe je best niet, je beschadigt dan haast zeker de wortels.

Klimaat

Komkommers houden niet van die hele intense zonnestraling. Staan je planten aan de zuidkant van de kas, dan doe je er goed aan de zuidgevel van de kas af te schermen. Er bestaan producten die bij regenweer doorzichtig worden, zodat het in dergelijke periodes niet te donker wordt in onze serre. Komkommers telen in een volledige schaduwhoek van de kas is echter ook weer af te raden.

Probeer ´s morgens tijdig te luchten om het overtollige vocht in de kas zo snel mogelijk te doen opdrogen. Als je de kas te lang dicht laat ontstaat er condens op de bladeren en vruchten. Als je toch wat warmte wil sparen dan doe je dit beter door de kas ´s avonds wat vroeger te sluiten dan door ´s morgens de kas te lang dicht te houden. Bij jonge komkommerplanten komt het veel voor dat er ‘s morgens kleine waterdruppeltjes aan de bladpuntjes hangen. Dit verschijnsel noemt men gutteren, de plant perst het water door de bladranden heen. Eigenlijk een teken van goede groeikracht en gezonde wortels. Zorg ervoor dat die druppels zo snel mogelijk opdrogen.

Witte vlieg, spint, bladluis: allemaal zijn ze wel belust op een groen komkommerblaadje

Witte vlieg kan je doden met breedwerkende insecticiden, maar deze hebben als nadeel dat eieren, larven en poppen van de witte vlieg niet gedood worden. Daardoor zijn er de week daarna opnieuw volwassen witte vliegen en kunnen we opnieuw starten met de bespuitingen. Er bestaan in de handel ook gele vangplaten, met lijm ingesmeerd, die dan in de serre opgehangen worden. Witte vlieg wordt aangetrokken door de gele kleur.

Als we een langlopende komkommer- of tomatenteelt hebben, kunnen we het inzetten van sluipwespen overwegen. Als je dit wil doen, moet je wel onmiddellijk sluipwespen inbrengen vanaf het moment dat er één wit vliegje gezien is. Wacht je te lang dan kan er geen evenwicht tussen de sluipwesp en witte vlieg meer opgebouwd worden.

Spint probeer je zoveel mogelijk te vermijden door geen tocht over de planten te laten gaan. Is er toch een aantasting, wat zich uit in eerst gele puntjes op de bladeren en later uitdrogende vlekken dan kan je de toevlucht nemen tot de waterspuit. Spint is namelijk geen liefhebber van vocht, waardoor de schade kan beperkt worden. Natuurlijk bestaan er ook specifieke spintmiddelen, insecticiden halen hier niks uit!

Bladluis bezoekt graag minder goed doorgroeiende planten. Zorg voor voldoende groeikracht van begin tot einde en de bladluisaantasting wordt al heel wat minder. Wees attent op een beginnende bladluisaantasting en verwijder of reinig de bladeren met een beginnende aantasting.

Witziekte

Witziekte is een gekend probleem bij komkommerachtigen. Vooral in een later stadium kan deze schimmelziekte sterk uitbreiden. Zorg er in ieder geval voor dat de planten niet in de tocht staan. Wat zwavelpoeder uitstrooien is een goede preventieve maatregel. Zie je dan toch wat ronde, witte vlekjes op de bovenkant van de bladeren en is de plant eigenlijk nog te jong om op te geven dan kan je een fungicide gebruiken. In tuincentra is er altijd wel een witziekte middel beschikbaar. Enige voorwaarde voor een goede werking is dat je dit product gebruikt onmiddellijk nadat je de ziekte opmerkt.