Mijn grootmoeder die Granny heette woonde in Arnhem. Een flink deel van de stad heuvelt en haar tuin heuvelde mee. Je moest drie trappen op om in het hoge deel van de tuin te komen. Ik herinner me haar vooral in dat stuk tuin, in gevecht met woekerende munt en bijna onvindbaar tussen de floxen. Waaruit volgt dat Granny klein was, al waren haar phloxen nog zo hoog. Ik denk dat ze de oude Phlox decussata soort had, in tinten roze, rozewit en mauve, meest met donkere oogjes, toen nog niet doorgekweekt tot oogverblindende kleur-bloppen die nu Phlox paniculata heten.
Phlox is lange tijd uit de mode geweest. Na haar introductie was er een eeuw lang niks mis mee en plotseling, jaren ´50, moest phlox het veld ruimen. Veertig jaar later kroop ze officieel weer terug. In watervallen over muurtjes (Phlox subulata, mei-juni), als kussens vol blauwe sterretjes op halfbeschaduwde plekken (phlox divaricata), als eenjarig zaaigoed (Phlox drummondii).
Met Phlox drummondii begon een nieuwe floxmode. Kleur! Knalrood, stevig roze, Paus-paars, maanden doorbloeiend, met Hollywood-namen als ´Pettycoat´ en ´Count Zeppelin´. Zo konden ze de kleurconcurrentie met Salvia en Begonia tenminste aan. Vaste planten op kleur veredelen nam wat langer tijd en marktonderzoek, maar tenslotte kwamen ze, de paniculata-cultivars in snerpend surimistick-zalm, felpaars met kriebeltjes, rood-roze met drankoogjes en ziek uitziende bontbladigen.
Mijn Granny had ze prompt uit de grond gerukt.
Wat nog helemaal niet gemakkelijk is…
Ik heb veel planten in mijn tuintje die Gran´s goedkeuring zouden krijgen, waaronder wat pollen paniculata. Dat begint klein, in diameter, maar de witte sudderen nu richting halve meter. Ze hebben het naar hun zin, in voedzame klei, die ´s zomers betonhard wordt in de toplaag, maar daaronder nooit uitdroogt. Had ik rullere grond, dan groef ik zo´n oude pol om de paar jaar op en plantte de buitenste delen opnieuw uit. Daar is nu geen beginnen aan.
Bovendien: als je graaft en verplant, blijven stukken van de brosse wortel achter en groeien opgewekt uit tot OVERAL nieuwe flox. De plant wortelt ondiep. Van die wetenschap kun je ook gebruik maken: vermeerderen is een fluitje van een cent.
Witte paniculata staat er dus. Anderhalve meter hoog, bloei vanaf juli. Ook een ouderwets aandoende lichtroze-met-donkerroze-oog, bruingroen blad.. Die breidt zich trager uit, haalt de meter nauwelijks en begint wat later te bloeien. Mijn tuin is ´s winters te nat voor lage soorten en aan zaaien heb ik een hekel. Ik wil nog wel de vaste Phlox maculata, die alleen maar bestaat in haar oerkleur bleek lilapaars, met luchtige, cilindervormige bloei en een respectabele hoogte. Eerst zien dat ik ergens een plek ontgin…