In het vroege voorjaar zijn de bloemkleuren het felst. Naarmate de zomer nadert wordt het aantal soorten bloeiers groter, maar de kleuren worden rustiger. Die eerste stralende tinten passen fantastisch bij het jonge, sappige groen, de uitrollende varens, zachte regen en het zilverwitte lentelicht. De natuur haalt diep adem en stort zich ongeremd in een gloednieuw levensjaar. Alles barst open, groeit, werkt zich de grond uit en reikt naar het licht. Van bloem tot bloem gonst het van de insecten op zoek naar nectar en stuifmeel. Het heerlijke tuinleven is weer begonnen. Het is één groot feest!
Uitbundige voorjaarsbloeiers
In het voorjaar geven sommige bloemheesters een geweldige kleurexplosie, terwijl ze daarna vooral groen zijn (Forsythia, Magnolia, Ribes). In een grote tuin maakt dat niet uit, daar treden het hele jaar door steeds weer andere spelers naar voren. In een kleine tuin moeten minder acteurs meer rollen spelen. Dan is het fantastisch als een heester in het voorjaar rijk bloeit en bijv. in de herfst schitterend rood blad toont, zoals Fothergilla major (zie foto), of prachtig bloeit, rijke vruchten draagt en een warme herfstkleur heeft zoals het krentenboompje (Amelanchier), sierappels (Malus) of lijsterbes (Sorbus), en heel veel andere. Vergeet ook de geur niet: de kleinbloemige sering Syringa meyeri ‘Palibin’ bloeit vanaf half mei, past in iedere tuin en geurt zo verrukkelijk dat u daar steeds weer naar terug verlangt. Er is zoveel moois!
Combineren in het voorjaar
Het mooist is het als planten elkaar aanvullen met kleur, blad en bloemen. Laat bijvoorbeeld een heerlijke druif als ‘Boskoop Glory’ door een blauweregen heen groeien. Combineer klimrozen met Clematis, of kamperfoelie (Lonicera) en klimop (Hedera). Laat eronder akeleien, elfenbloemen (Epimedium) en bonte Houttuynia groeien. Geniet van de vrolijke kleur van vroege voorjaarsmargrieten (Doronicum) en het filigrain van schuimbloemen (Tiarella) en Tellima. Laat zenegroen (Ajuga), met prachtige bladkleuren en er bovenuit torenende blauwe bloemen, over de grond kruipen tussen mansoor (Asarum), Pachysandra, Sagina en longkruid (Pulmonaria). Laat u in deze tijd zeker betoveren door de schitterende voorjaarslathyrus die in april-mei uitbundig violet bloeit. Ga kijken bij het tuincentrum en ontdek hoeveel voorjaarsbloeiende planten er zijn die het onder en in combinatie met heesters in wisselend lichte en wat schaduwrijker omstandigheden prima doen. |
De natuur in lagen
In de natuur groeien de planten in lagen. De bomen reiken het hoogst, daaronder struiken, een kruidenlaag (vaste planten) en een moslaag. Als u dat principe ook in de tuin aanhoudt, ontstaat een heel evenwichtige, gezellig knusse begroeiing. Maar zet geen grote bomen in een kleine tuin, die nemen te veel licht en ook vocht weg. Er is meer dan genoeg keuze in kleine bomen en hogere struiken. Denk maar aan vroegbloeiende (sier)kersen, lijsterbessen, Gelderse roos, hazelaar, meidoorn, kleine berken, de paarsbladige pruikenboom, roodbladige Japanse esdoorns enz. Daaronder vaste planten als vergeet-mij-nieten, salie, anemonen, wilde hyacint, aronskelk. Allemaal planten die het bij heesters heel goed doen.
In bosranden zult u zelden planten met felgekleurde bloemen vinden. Witte, roze en blauwe bloeiers zijn daar het mooist. Op vochtige grond onder bomen doen vooral soorten als Pachysandra, maagdenpalm (de hemelsblauwe gevulde bloemen van Vinca minor ‘Plena’ zijn erg mooi), hertshooi (Hypericum) met gele bloemen, en klimop (Hedera) het erg goed. |
Voorjaarssnoei
Goede snoei houdt planten gezond. Als u al snel veel planten erg drastisch moet snoeien heeft u de verkeerde soorten gekozen. Als het goed is, kan de voorjaarssnoei beperkt blijven tot normale onderhoudssnoei. Sommige soorten, bijv. sierkersen, mogen alleen in het jonge hout worden gesnoeid, anders kunnen ze last krijgen van gomziekte. Andere, bijv. esdoorns, berken en walnoot hebben in het voorjaar zo’n sterke sapdruk dat ze na snoei blijven bloeden. Die soorten worden later in het jaar gesnoeid.
Vroegbloeiende heesters snoeit u natuurlijk pas na de bloei, anders zou u nu de bloemknoppen wegsnoeien, maar bloeiheesters die pas na de langste dag of in de herfst bloeien, kunt u nu wel snoeien. Die bloeien namelijk aan takken die nog gevormd moeten worden. Bij vlinderstruiken (Buddleja) kunnen de takken tot op enkele centimeters worden ingekort. Voor iedere tak komen er twee terug, dus bloeien ze daarna extra rijk en de planten blijven beperkt qua omvang. Rozen kunt u het beste snoeien tussen 1 maart en 1 april. Meestal wordt er kort gesnoeid omdat ziektesporen op de takken overwinteren, die de hele plant weer kunnen aantasten. Snoei hagen en coniferen in mei. Dan zitten ze in hun eerste groeigolf en herstellen ze zich snel na de ingreep. Taxus komt altijd wat later op gang, snoei die ook het laatst. |
Voorjaarsklusjes die de tuin goed doen
Het wordt wel eens vergeten: planten willen ook eten. Geef ze nu een goede organische basisbemesting, bijvoorbeeld bloed- of beendermeel en gedroogde koemest of kippenmestkorrels. Geen beendermeel bij zure-grondplanten strooien: er zit kalk in.
Vaste planten vormen soms ‘eilandjes’. Ze hebben zich dan op hun wortels omhoog gedrukt en u hebt misschien de grond eromheen schoon geharkt. Woel de grond tussen de planten dan wat los en strooi er potgrond over. Dat verbetert de grond en houdt onkruidgroei tegen. Strooi geen potgrond over de jonge uitlopers. Vervang pas in mei planten die dan echt dood blijken te zijn. Soms duurt het even voor planten zich van winterse schade herstellen. Zet alvast groeisteunen bij vaste planten die hoog worden. Dan overgroeien ze die prachtig en ziet u er straks bijna niets van, terwijl ze wel hun werk doen. U kunt nu vaste planten die wat verouderd zijn (het hart is vrijwel dood, vooral de randen vertonen jonge groei) delen of scheuren. Rooi ze op, snijd of scheur de vitale randdelen eraf, gooi het oude hart weg en plant de jonge randdelen weer apart in. Plant vanaf 1 april groenblijvende planten die met kluit worden geleverd: coniferen, rododendrons enz. In pot gekweekte exemplaren kunt u het hele jaar door planten. Verwijder heel zorgvuldig het onkruid tussen de rotsplanten. Hoe langer u er mee wacht, des te lastiger wordt het. Onkruid groeit overal snel. Wied en schoffel het weg en breng daarna een voedzame mulchlaag op de geschoonde grond tussen de planten aan. Met kiemvrije compost of potgrond wordt nieuwe onkruidgroei onderdrukt. |
Fruit in je tuin
Wie nu fruitbomen en -struiken plant geniet daar meteen dubbel van. Fruitstruiken en bomen die met kale wortels worden geleverd, kunt u beter niet meer na 1 april planten. Ze lopen dan al zover uit dat ze moeilijk goed aanslaan. Na die datum kunt u veel beter in pot of met kluit gekweekte planten aanschaffen. De meeste vruchtheesters (rode, witte en zwarte bessen, kruisbessen, jostabessen, loganberry’s, frambozen en bramen) bestuiven zichzelf uitstekend. Daar hoeft dus niets bij. Maar veel appelrassen hebben een ander ras dat in dezelfde tijd bloeit, als bestuiver nodig. Anders krijgt u geen vruchten.
Bij peren en pruimen, kersen, perziken en abrikozen is dat veel minder het geval. Laat u daarover dus goed voorlichten en kies wat past. Het genieten begint al meteen met prachtige bloei. Met een beetje geluk heeft u het eerste jaar ook al meteen vruchten (bij de bessen zeker) en sommige soorten verrassen u later in het jaar met prachtige herfstkleuren van het blad. Kijk ook bij leivormen en vergeet zeker de klimmers niet (druiven, kiwi, Japanse wijnbes, braam enz. Proeft u de jam al of dat verse fruit zo uit het handje? Een aanrader als u een heel decoratieve fruitboom zoekt: de zwarte moerbei (Morus). Prachtig! En lekker! |
Maak het ook mooi op balkon en dakterras
Zet er als basisbeplanting bakken met Buxus of bamboe neer. Plant er massa’s bloeiers in potten bij, hang manden op, die u ieder seizoen kunt uitwisselen. Wat niet mooi meer is gaat weg en nieuwe bloeiers komen er bij. Een minivijvertje met miniwaterlelies erbij? Geen probleem. Er zijn dwergwaterlelies die het al in 15 cm diep water geweldig doen! Zorg wel dat u nog ruimte voor een zitje tussen al die plantenweelde overhoudt. |
Bron Geert Devriese 2003 bewerking RVO voorjaar 2010