Met
de verkiezing tot Kuipplant van het Jaar kreeg Tibouchina zijn verdiende aandacht. Want de tamelijk onbekende plant is een waar sieraad voor huiskamer en terras. De fluweelachtige bladeren en purperblauwe bloemen met sierlijk gebogen meeldraden geven aan Tibouchina een onmiskenbaar exotisch uiterlijk. De bloemen staan maar twee tot drie dagen, maar de aantrekkelijke knoppen en bladeren maken de plant ook zonder bloemen het aanzien meer dan waard. Tellen we hier de verrassende vorm en de lange bloeiduur bij op, dan wordt duidelijk waarom Tibouchina tot Kuipplant van het Jaar werd gekozen.
Wie Tibouchina wil proberen, kan uit twee soorten kiezen: Tibouchina urvilleana en T. urvilleana `Rich Blue Sun´. De laatste is een selectie van eerst genoemde soort. `Rich Blue Sun´ bloeit in het voorjaar eerder dan de `originele´ Tibouchina. Ook zijn de bloemen iets groter. Verder zijn de planten vrijwel identiek.
Balkon en terras
Tibouchina kan in een koele en lichte ruimte overleven, maar is vooral geschikt als balkon- en terrasplant. Ze worden gekweekt als laag blijvende struik (30 tot 50 centimeter hoog) en als vertakte stam (90 tot 150 centimeter). In het begin van het seizoen (april) wordt de plant met gesloten knoppen aangevoerd. Later worden ook bloeiende planten verhandeld. Bij een goede verzorging gaat de plant gemakkelijk enkele jaren mee.
Tibouchina tips
Voor de handel is het belangrijk om te weten dat Tibouchina een minimumtemperatuur van 12°C nodig heeft. Ook moet de plant zo kort mogelijk in het donker worden geplaatst om knopval te voorkomen. Verder mag de potkluit niet uitdrogen.
Consumenten wordt geadviseerd om Tibouchina na aankoop over te zetten in een flinke stenen (sier)pot, voorzien van een gat in de bodem. Een stenen pot voorkomt dat de plant omwaait. Een laag hydrokorrels onderin de pot zorgt voor een snelle afvoer van overtollig water. Overwinterde planten kunnen het beste al in maart worden verpot. Geadviseerd wordt om door de potgrond 20 procent kleihoudende aarde te mengen of speciale kuipplantenaarde te gebruiken.
In mei kan de plant op een zonnige, redelijk beschutte plaats op het terras, het balkon of in de serre worden gezet. Het is wel raadzaam om de Tibouchina bij nachtvorst binnen te zetten. Als de plant buiten staat zal de behoefte aan water toenemen, vooral bij zonnig weer. De potkluit moet vanaf nu redelijk vochtig gehouden worden. Het is nog niet nodig om bij te mesten. In de zomer vraagt de Tibouchina bijna dagelijks water en wekelijks mest (tot oktober). Als gebruik wordt gemaakt van een langzaam vrijkomende meststof kan in juli de tweede gift op de pot worden gestrooid of in de aarde worden aangebracht.
Overwinteren
Als de temperatuur overdag beneden 5 tot 7°C zakt wordt het tijd om de Tibouchina naar binnen te halen. Zet de plant op een koele plaats bij een temperatuur van 10 tot 12°C. Het is mogelijk dat de plant tijdens de overwintering zijn blad verliest. Dit is niet schadelijk voor het herstel van de plant, maar houd er wel rekening mee dat de plant niet of nauwelijks vocht verdampt. Geef dan spaarzaam water.
Wie zijn Tibouchina wil terugsnoeien kan dit het beste in februari doen. Verwijder van de struikjes maximaal de helft van de takken. Bij de stamvorm wordt geadviseerd alleen de langste takken flink terug te snoeien. Nadeel hiervan is, dat teruggesnoeide takken in de daarop volgende zomer meestal wat minder rijk zullen bloeien.
Tibouchina feiten
Tibouchina wordt van april tot en met augustus op de Nederlandse bloemenveilingen verhandeld. De standaard potmaat is 19 cm (stamvorm), maar ook 21, 24 en 32 cm potten zijn in de handel. De struikjes worden in potmaat 14, 15 en 19 cm verhandeld.
Tibouchina behoort tot de familie van de Melatomateceae (Melatomata-achtigen). De plant komt van oorsprong uit Zuid-Amerika. Tibouchina is in 1884 in België voor het eerst in cultuur gebracht. De volksnaam Tibouchina is in Guyana ontstaan. De soortaanduiding `urvilleana´ is afgeleid van de naam van de Franse marineofficier Tic Fussant d´ Urville (1790-1842).
Bron: Geert Devriese – Bloemenbureau Holland