Tuinaanleg

Het aanleggen van een tuin met veldbloemen is een nieuwe tendens. Het welslagen van een veldbloemenmengsel is afhankelijk van een aantal factoren, welke niet uit het oog mogen verloren worden. Een vooraf samengesteld bloemenmengsel heeft niks met milieu te maken, bepaalde planten zullen het niet op je tuingrond doen en wegkwijnen. Een mengsel aangepast aan de bodem en klimaatsomstandigheden wordt in de handel niet aangeboden. Om te bepalen welk bloemenmengsel te zaaien kan je best even in de nabije natuur zien en experimenteren met je mengsel. Zaai altijd op een onkruidvrije en onbemeste grond.

in principe is elke grondsoort geschikt, indien deze niet te rijk is aan voedingstoffen. Hoe armer de grond hoe beter het resultaat.
 

  • de grond moet opgewarmd zijn, dus de beste zaaiperiode is april, mei, juni.
     
  • door een tijdige grondbewerking vooraf uit te voeren, kan men het zaaibed enkele keren onkruidvrij maken, hetzij door een oppervlakkige mechanische grondbewerking, hetzij door chemische onkruidbestrijding zonder nawerking in de bodem.
     
  • de keuze van het mengsel hangt o.a. af van de grootte van het te zaaien perceel: op kleine oppervlakten zaait men best lagere soorten, grote percelen lenen zich tot hogere mengsels.
     
  • zaai in een kleine tuin geen bloemenmengsel maar laat je bestaande gazon ´verkommeren´ door hem niet meer te maaien: spontaan zullen inheemse planten opduiken: madeliefjes, margrieten, ereprijs, boterbloem, pinksterbloem, zuring, paardenbloem, fluitenkruid, klavertjes, toorts e.a.

Het eerste jaar is de bloei volledig en overvloedig; het tweede jaar zal er reeds een aanpassing zijn aan de plaatselijke omstandigheden. Door bloei en zaadproductie houdt het veldbloemenperk zich in stand. Om het assortiment op peil te houden kan men na een lichte grondbewerking eventueel een beperkte hoeveelheid zaad terug doorzaaien. Niet alles groeit overal. Er zijn planten die een duidelijke voorkeur hebben voor een grondsoort: klaprozen, margrieten.

Onkruidbestrijding tijdens de groei zal zich beperken tot het grasvrij houden van het veldbloemenbestand. Vergeet niet dat bijvoorbeeld klaproos en korenbloem akkerlandbloemen zijn en niet gedijen in een weide. Ongewenste breedbladige onkruiden kunnen best handmatig verwijdert worden.

Bemesting hoeft niet en de maaibeurten zijn beperkt :één maaibeurt na het seizoen, voor de winter. Naargelang de samenstelling is het soms aan te raden nog te maaien in de zomer, voor de herfstbloei. Wil men een aanvaardbaar resultaat oogsten, is de zorg en opvolging van veldbloemen gewenst, net zoals bij andere teelten.

Voorbeelden van mengsels

– veldbloemmengsel ´Mengsel 1´ + Mengsel 1: hoog, 75-125 cm, zaaidichtheid 50 gr/100 m²
– veldbloemmengsel ´Mengsel 2´ + Mengsel 2: half hoog, 50-75 cm, zaaidichtheid 50 gr/100 m²
– veldbloemmengsel ´Mengsel 3´ + Mengsel 3: laag, 25-35 cm, zaaidichtheid 50 gr/100 m²
– veldbloemmengsel ´Mengsel 4´ + Mengsel 4: bosplantsoen, ongeveer 60 cm hoog, zaaidichtheid 50 gr/100 m²
– veldbloemmengsel ´Mengsel 5´ + Mengsel 5: pluk plantsoenmengsel, zaaidichtheid 50, gr/100 m²

Bronnen:

ADVANTA Belgium