Bomen en hagen Ziekte en plagen

Aan het gietwater worden door de planten dikwijls speciale eisen gesteld, zodat het niet onverschillig is welk water we gebruiken. De punten waarop in de eerste plaats gelet moet worden zijn het zoutgehalte en de hardheid. Daarnaast speelt de bacteriële zuiverheid soms ook een rol. Bepaalde zwammen of bacteriën kunnen via het gietwater planten besmetten.


Zoutgehalte

Dikwijls blijkt het gebruikte water een te hoge zoutconcentratie te bezitten. Chemisch onderzoek van dergelijk water is dus noodzakelijk. Het is hierbij vooral het keukenzouthehalte (NaCl)dat schadelijk werkt. Ook het zoutgehalte van leidingwater (vooral van zogenaamd hard water) kan op den duur (en dan vooral bij planten die gedurende hun groei veel water vragen zoals Ericaceeën ongunstig werken. Men heeft dit zowel bij proeven op het "Institut für Bodenkunde und Pflanzenernährung" te Geisenheim als bij de azaleateelt in België, waargenomen.

Over de betekenis van het zoutgehalte van het water voor de planten kun je nog bestaande tuinkrant artikelen raadplegen:

  • de verzouting van de hobbyserre – deel 1/3
  • de verzouting van kasgronden deel 2/3
  • Hoe de zoutconcentratie of EC-waarden meten met de HI98312 EC-meter? Deel 3/3
  • zoutschade en witziekte bij veldsla

Te Geisenheim heeft men onder meer waargenomen dat het water uit waterleidingen, bronnen, rivieren enz. veel meer zout bevat dan regenwater, waarbij zich, afhankelijk van de aard van de bodem waaruit het water afkomstig is, nog zeer grote verschillen kunnen voordoen.

Uit meer dan 100 gietwaterproeven heeft men kunnen vaststellen dat deze bevatten (in milligrammen per liter) :

  gemiddeld mg/liter
K²O  6
Na²O 35 (uitersten 10 en 780)
CaO 150 (uitersten 33 en 350)
MgO 30
SO4 180 (uitersten 4 en 420)
Cl 20 (uitersten 1 en 330)
NO3 5
CO3 300 (uitersten 10 en 550)

Het totale zoutgehalte bedroeg dus gemiddeld meer dan 700 mg per liter.

Hardheid

Water met betrekkelijk veel Calcium- en Magnesium-ionen noemt men hard water. Deze hardheid wordt in vele gevallen veroorzaakt door in het water opgelost calciumbicarbonaat, Ca(HC03)² of magnesiumbicarbonaat, Mg(HC03)², soms door opgelost gips of calciumsulfaat, CaS04 of andere calciumverbindingen. In dit laatste geval spreekt men van blijvende hardheid, in de beide eerste gevallen van tijdelijke hardheid.

En het is juist deze tijdelijke hardheid (die dus veroorzaakt wordt door Ca- of Mg-bicarbonaat) die voor vele planten schadelijk werkt, en wel voor de zuurminnende gewassen zoals Ericaceeën, Hydrangea´s, Gardenia´s enz.

In zure gronden worden genoemde bicarbonaten namelijk afgebroken en de vrijkomende Ca- en Mg-ionen veroorzaken een sterke stijging van de pH.
Men drukt de hardheid van water uit in graden.
Eén graad hardheid betekent 10 mg CaO of  7.1 mg MgO per liter.

Ten aanzien van de hardheid van water rekent men met de volgende begrippen:

zeer zacht water minder dan 5 graden hardheid
zacht water van 5-10 graden hardheid
middelhard water van 10-20 graden hardheid
zeer hard water van 20-30 graden hardheid

NB. Niet in alle landen gebruikt men dezelfde eenheid.
Een Duitse en Nederlandse graad zijn aan elkaar gelijk en komen overeen met 1,79 Franse en 1,25 Engelse graad.

Indien de hardheid van het water boven 10 à 15 graden komt, kan men dit water niet zonder meer voor Ericaceeën gebruiken (en speciaal niet bij het geslacht Erica).

Onderzoek heeft aangetoond dat men de hardheid van het water kan verlagen door toevoeging van zuren en wel in het bijzonder van zwavelzuur. Het gebruik van fosforzuur is te duur, terwijl salpeterzuur en zoutzuur later verbrandingsverschijnselen bij de planten veroorzaken. Om de hardheid van water 1 graad naar beneden te krijgen moet per m3 water 10 cm3 geconcentreerd zwavelzuur worden toegevoegd.

Men heeft ook proeven gedaan voor de ontharding van gietwater door middel van oxaalzuur. Gebruikt men zwavelzuur dan worden de carbonaten en bicarbonaten die voor de tijdelijke hardheid aansprakelijk zijn, omgezet in CaS04, gips dat weliswaar niet zo erg in water oplosbaar is, maar toch wel voor een deel en dan dus aanleiding geeft tot de reeds genoemde blijvende hardheid van het water. De oplosbaarheid van CaS04 bedraagt nog ongeveer 2 g per liter. Een totale ontharding krijgt men zo dus niet.

Behandelt men het water met oxaalzuur dan worden de carbonaten en bicarbonaten omgezet in calciumoxalaat, waarvan de oplosbaarheid in water slechts 0.006 bedraagt. Daar bovendien oxaalzuur een zuur is dat ook van nature in planten voorkomt, is het gebruik van oxaalzuur voor ontharding van water verre te verkiezen boven geconcentreerd zwavelzuur. Daar oxaalzuur bovendien een zwak zuur is behoeft men niet zo bevreesd te zijn voor overdosering.
Voor ontharding van 1 graad heeft men 22.5 mg oxaalzuur nodig per liter water.

Temperatuur van het gietwater

Bij gebruik van leidingwater moeten we er om denken dat dit water een gemiddelde temperatuur heeft van 7 à 10°C. Dit is voor warme en tropische planten te koud.
Ook voor de meeste andere gewassen is een juiste temperatuur van het gietwater vooral ´s winters van groot belang.

Vroeger werden vaak open bassins gebruikt teneinde over water van goede temperatuur te kunnen beschikken. Nadelen zijn echter de snelle vervuiling en de grote kans op aanwezigheid van ziektekiemen.