In mijn nieuwe stadstuintje lopen slakken, Bij de buren, over de stoepen, op straat: zelden zoveel slakken bij elkaar gezien. Zelden zoveel segrijnslakken, bedoel ik. Hoe leef je samen met een aanvallend leger? En zijn er ook áárdige slakken?
BBC´s Gardener´s World deed een tijd geleden een proefje. Een grote cirkel werd in partjes verdeeld, die partjes werden identiek beplant met veel gebruikte éénjarigen, elk partje kreeg z´n eigen anti-slakmiddel, van slakkenkorrels tot gemalen eischaal, van aaltjes tot scherp zand. Dooie en terugdeinzende slakken bij de vleet, maar wel weer zóveel doden dat de levenden er gewoon overheen kropen. Aan het eind van de proef was overal alles aangevreten of gewoon op. Dus niets helpt langer dan heel even. Dan maar samenleven. En slim worden.
Slimme mensen (ik moet dat nog worden) gaan niet tegen de klippen op pluksla tussen de vaste planten zetten, omdat het zo leuk staat. Die beginnen niet eens aan dahlia´s. Slimme mensen planten smeerwortel in een licht beschaduwd tuinhoekje en gaan dan verder met salie-soorten, lavendels en Nepeta, het kattenkruid. Of Cosmea, Oost-Indische kers en duizendblad. Slimme culi-koks poten teentjes knoflook (die kan prachtig bloeien), tijm en Nigella – de zaden van Nigella kunnen ze malen als peperkorrels. Maar wat doet nou die smeerwortel in dat hoekje?
Die trekt slakken aan. In de schemer kun je ze van het blad afplukken. De segrijnslakken (hiernaast, vlekken op het huisje) en het naaktspul mik je in de compostbak of je laat ze op een verweg-plek vrij, omdat het ook nuttige rommelopruimers zijn. De huisjesslakken laat je zitten.
Huisjesslakken (hieronder, spiraalvormig gestreept huisje) eten voornamelijk algen EN eitjes van segrijn en naakt. Die zijn aardig voor je tuin, hou ze te vriend! Ze hebben kalk nodig om een stevig huisje te maken: strooi kalk als de grond weinig kalk bevat – niet strooien bij uitgesproken zuurminnaars als Rhododendron, Pieris, hei en dergelijke.
Nu nog mijn lijstje met slimme planten:
Achillea (duizendblad), Aconitum (ridderspoor), Alchemilla (vrouwenmantel), Astrantia (Zeeuws knoopje), Cosmea, Euphorbia (wolfsmelksoorten), Hebe, Geranium (de vaste tuinplant, maar de balkongeranium (Pelargonium) is ook vies, lavendel, Nepeta (kattenkruid), Nigella (juffertje in ´t groen), papavers, Phlomis (brandkruid), Penstemon en planten met behaard of grijs blad, zoals Digitalis (vingerhoedskruid )en lamsoor (Stachys byzantina).
Uienloof wordt aangevreten, maar munt, venkel, salie, hysop, tijm, tomaatjes en Oost-Indische kers (door de sla!) niet. Bieslook is een schuilplaats voor naaktslakken! De tip om koffieprut te strooien probeer ik nu uit. Niet alleen prut, maar ook gewoon gemalen koffie: cafeïne is een gif voor slakkenzenuwen. Maar dan valt het verschil tussen on-, en aardige slakken weer weg… zucht. Samenleven is ingewikkeld!