Abutilon is verwant aan het kaasjeskruid (Malvaceae) dat men kent als vaste plant. In de tropische gebieden komen zo´n 150 soorten voor, slechts weinigen ervan zijn in cultuur gebracht. Abutilon heeft grote, zijdeachtige bladeren en klokvormige bloemen in felle kleuren. Deze rechtopgroeiende tot klimmende plant is geschikt voor kamers en balkon. De meest gebruikte soorten voor kuipplanten, stammen af van de Abutilon darwinii en de Abutilon pictum. Daarnaast wordt op dit moment ook de Abutilon megabotanicum als kuipplant gebruikt. Ze hebben groen of wit- of geelbont blad. Alle Abutilons kunnen goed als stamboompje gekweekt worden. De hybriden zijn bijna in alle kleuren te krijgen gaande van geel, roze, rood, paars, wit, oranje tot lila.
Verzorging
Geeft ze een zonnige standplaats, bij te veel schaduw heeft u minder bloemen. Wel tegen al te felle zon beschermen. Op een lichte standsplaats vormen de Abutilons bloemen tot in de herfst. Tijdens het groeiseizoen van mei tot september éénmaal per week bemesten en rijkelijk gieten. Zet een Abutilon nooit op een winderige plaats, hoe beschutter hoe beter want de bladeren zijn teer en gevoelig voor wind.
Buiten brengen
In het voorjaar na de IJsheiligen (12-15 mei) kunnen we deze kuipplanten terug naar buiten te brengen. Het kan daarbij nuttig zijn deze prachtige planten, na een langdurige winter, te voorzien van wat nieuwe potgrond en een eerste bemesting. Let erop de kuipplanten voldoende te acclimatiseren voor aleer ze buiten te brengen in de tuin, op het terras of op het balkon.
Overwinteren
Vanaf eind september reeds binnenhalen.
Licht of donker overwinteren bij een temperatuur van 6-12 ° C. Bij overwintering in een warme, lichte ruimte met een hoge luchtvochtigheid is de kans op een spintplaag zeer groot. Gedurende de overwinteringsperiode (oktober-april) zeer spaarzaam gieten en natuurlijk niet meer bemesten.
Verpotten
Jonge planten elk voorjaar verpotten, dit mag zelfs gewone potgrond zijn, oudere planten maar eens in de 3 à 4 jaar. Als u een ´ nieuwe´ Abutilon koopt of u heeft uw ´oude´ Abutilon nog niet overgepot, dan kunt u dit in maart of direct na aankoop doen. Het beste is een stenen (sier) pot, met een gat in de bodem. De plant waait dan minder snel om en de watervoorraad in de pot wordt flink vergroot. Voor het overpotten kunt u 20 % kleihoudende aarde gebruiken of de speciale kuipplantenaarde die in diverse tuincentra aangeboden wordt.
Snoeien
Ongebreidelde groei kan door flink terugsnoeien in de herfst worden tegengegaan. In het voorjaar de loten 2/3 inkorten om knopvorming te stimuleren.
Jonge planten enige malen toppen voor een mooie, bossige groei.
Vermeerdering
Soorten met gevlekte bladeren kunnen alleen door stekken worden vermenigvuldigd, uit stek in het voorjaar; andere soorten ook door zaaien
Soorten
Abutilon megapotanicum ´Big Bell´ is een selectie uit de Abutilon megapotanicum met grotere bladeren en bloemen. Deze plant die door zijn lange ranken ook makkelijk langs een vorm geleid kan worden krijgt rood met gele hangende bloemen. Door zijn horizontale groeiwijze kan hij ook erg goed als hangplant gebruikt worden (hanging basket). | |
Abutilon ´Kentish Bell´ is een hybride (kruising) tussen de Zuid-Amerikaanse soorten Abutilon megapontamicum en Abutilon hybride ´Golden Freece´ die zelf een zuster is van ´Ashford Red´. De bladeren zijn groen en enigszins behaard. De op lantaarntje lijkende klokvormige bloemen zijn prachtig geeloranje tot stralend oranje. | |
Abutilon ´Souvenir de Bonn´ is een hybride die ontstaan is uit een kruising van Zuid-Amerikaanse soorten. Hij lijkt qua bladeren wat op Abutilon pictum ´Thompsonii´. De op lantarentjes lijkende klokvormige bloemen zijn prachtig roodgeaderd koraaloranje tot oranje. Bladeren groot, zijdeachtig en opvallend bont gevlekt. | |
Abutilon megapotamicum is afkomstig uit zuidelijk Brazilië en Uruguay vooral in de omgeving van de Rio Grande. Een soort met vele gecultiveerde rassen. De loten van deze eigenaardige struik neigen ietwat naar beneden. De Abutilon megabotanicum is er in slechts één bloemkleur te krijgen (rode knop met gele rok) maar met in diverse groeiwijze en blad kleuren. De bloemen zijn vrij klein, klokvormige en hangend met een dieprode kelk die groter is dan de bleekgele kroonbladeren. | |
Abutilon striatum is recht opgroeiend. | |
Abutilon striatum ´Thompsonii´ is een rechtopgroeiende soort met licht oranje tot zalmoranje kleurige, hangende bloemen. Thompsonii heeft goudgele bladeren ten gevolge van een virusaantasting. De gezondheid van de plant wordt door dit virus echter niet beïnvloed. | |
Abutilon vitifolium ´Album´ is een zuiver witbloeiende hybride. Deze onderscheiden zich door hun grootte: massale 10 cm grote bloemen in trossen. Zoals alle Abutilon vitifolium soorten houdt hij van een koele en vochtige standplaats, weg van de volle zon. Abutilon vitifolium soorten hebben een goede reputatie: het zijn één van de meest koudebestendige soorten. |
Ziekten en plagen
Spint
Bij overwintering in een warme, lichte ruimte met een hoge luchtvochtigheid is de kans op een spintplaag zeer groot. Abutilons geeft men een koele standplaats.
Witte vlieg en schildluis
Als kuipplant wordt Abutilon ook vaak het slachtoffer van de witte vlieg en schildluis. Voor wat is afgevallen zal echter spoedig nieuwe groei in de plaats komen.
Bladval
Plotselinge temperatuurschommelingen kan er de oorzaak van zijn, dat de abutilon bloemen en bladeren laat vallen
Te weinig bloemen
Zet de plant op een zonnige plek