Passiflora is een geslacht met ongeveer 600 krachtige groenblijvende, bloeiende klimplanten. Ze zijn niet-winterhard maar kunnen zowel binnen als gedeeltelijk buiten gehouden worden. De meest bekende soort, Passiflora caerulea, kan het zelfs buiten tegen latwerk of een muur uithouden op een ietwat beschutte plek. De bovenste takken bevriezen soms dood, maar onderaan komen in het voorjaar steevast nieuwe stengels te voorschijn, tenzij de winter uitzonderlijk streng is geweest.
Historiek
Passiflora is afgeleid van het Latijn: passio = lijden en flos = bloem.
De bloemvorm van de Passiflora werd in verband gebracht met het lijden van Christus. Zo zag men in de 10 kroonblaadjes de 10 goede apostelen, of volgens weer anderen, de 10 geboden. In de 5 blaadjes met de vernederende puntjes zag men de 5 vernederingen van Christus: geboorte, lijden, dood, begrafenis en verrijzenis. In de driekleurige krans de purperen mantel waarmee Christus van Pilatus voor Herodes verscheen. Het midden van deze krans is wit : het kleed waarmee Christus van Herodes naar Pilatus werd gezonden. De binnenste krans is bruin: de linnen rok zonder naad. De knop op de stamper: de spons. En onder die knop, 5 puntjes: de 5 wonden. Het kruis op de kop: de 3 nagels waarmee Christus gekruisigd werd…..en zo kunnen we nog wel even doorgaan.
Verzorging
Verpotten
Passiflora´s kunnen heel goed buiten in potten gehouden worden als de pot maar groot genoeg is. Indien binnen gehouden best jaarlijks verpotten. Tijdens het verpotten mogen de soorten die bloeien op eenjarige twijgen, diep ingesnoeid worden. Gebruik een standaard potgrondmengsel, maar leemhoudende grond verdiend de voorkeur. Zet de plant na het verpotten niet meteen in de volle zon.
In de zomer
Standplaats: de meeste soorten kunnen tijdelijk tijdens de zomer buiten staan, ze verdragen max. 30° C, bescherm ze tegen de volle zomerzon.
Gieten: rijkelijk gieten, het blad mag wat gelig worden maar niet afvallen.
Vraagt tamelijk hoge luchtvochtigheid.
Bemesten: van mei tot augustus om de 14 dagen of om de maand bemesten.
In het najaar
Binnenhalen voor de eerste strenge nachtvorst is voor de meeste soorten aan te raden. Sommige soorten, die meer warmte verlangen, worden reeds in september binnengehaald. Ook de soorten die bloeien op overjaarse twijgen moeten binnengehaald worden. De meest winterharde soorten (een minderheid) kunnen eventueel buiten overwinteren, de voet dan heel erg goed beschermen tegen vorst. De bovenste plantendelen zullen echter meestal volledig vervriezen (en verdorren).
In de winter
Standplaats: vorstvrij
Gieten: spaarzaam gieten
Bemesten: niet bemesten
Overwinteringstemperatuur binnen: afhankelijk van soort tot soort tussen minimum 0 °C en 14 ° C
Lichtbehoefte: voldoende licht
Vermeerderen
Het gemakkelijkst kan je een passieflora vermeerderen door het afnemen van worteluitlopers. Moeilijker is het stekken. Je neemt half-uitgerijpte kopstekjes en laat die onder glas met een warme voet bewortelen (tussen februari en april). Zaaien kan ook. De planten leveren in ons klimaat echter moeilijk zaden. Indien je toch over zaden kan beschikken, weet dan dat de hieruit gekweekte planten, meestal minder goed zullen bloeien en de nieuwkomelingen vaak variabel zijn in vorm en bloemkleur.
Ziekten en plagen
Passieflora binnen niet te warm overwinteren. De planten zijn dan vooral gevoelig voor wolluis. Deze nestelen zich hoofdzakelijk in de bladoksels.
Opletten geblazen is het voor de wortelaaltjes die zeer moeilijk te bestrijden zijn. In de zomer bij te droge lucht kan makkelijk spint optreden.
Soorten
Passiflora ´Eynsford Gem´ is ontstaan uit de kruising van Passiflora caerulea x Passiflora racemosa. Deze hybride heeft een mooi blauwgroen blad met 5 lobben en bijna 10 cm grote, mauveroze bloemen met witte helmdraden. |
|
Passiflora caerulea ´Constance Elliot´ is een gemakkelijk te vinden cultivar en een mutant van de Passiflora caerulea. Dit ras is populair omwille van zijn geurende, witte bloemen met een ietsje blauw erin. De bloemen kunnen tot 10 cm groot zijn. In de herfst verschijnen purperkleurig tot blauwpaarse vruchten.
|
|
Passiflora citrina is afkomstig uit de naaldwouden van Honduras waar kolibrie´s de bleekgele, hangende, buisvormige bloemen bestuiven. De planten kunnen zowel in de kamer als ´s zomers buiten gehouden worden en kunnen honderden bloemen produceren. Bescherm ze tegen directe, felle zonnestralen. Regelmatig aanbinden en leiden is noodzakelijk.
|
|
Passiflora edulis is niet alleen geliefd om zijn glanzende, frisgroene bladeren en paarswitte bloemen, maar ook om zijn lekkere vruchten. Hij wordt 4,5 m hoog en heeft witte bloemen met een groene onderzijde. Leid hem langs een trellis of pergola en houd hem door snoeien open want een te dichte groei leidt al snel tot aantasting door insecten. Pluk de vruchten wanneer de schil paars geworden en nog glad is, maar eet ze pas wanneer de schil gerimpeld is. Deze soort is zelfbestuivend. |
|
Passiflora exoniensis is ontstaan door de kruising van Passiflora antioquiensis x Passiflora mollissima door Veitch (USA). Deze hybride heeft een breed, drielobbig, behaard blad en hangende, 5 tot 10 cm grote bloemen, die aan de buitenkant rood zijn en van binnen roze met violetgetinte kroonbladen. De bloemen verschijnen niet, zoals bij de meeste passiebloemen, aan de eenjarige scheuten, maar pas op de overjaarse scheuten. De twijgen moeten dus goed en vorstvrij overwinterd worden om bloei te hebben.
|
|
Passiflora incarnata is afkomstig uit Noord-Amerika en de Bermuda eilanden. De plant heeft 6-15 cm grote 3-lobbige bladeren met een zaagrand. Ze hebben twee karakteristieke klieren op de bladsteel bij het begin van de bladschijf. De 6 tot 9 cm grote witte tot bleekrode bloemen hebben een paarskleurige bijkroon (corona) en geuren zoet. Dit is vermoedelijk één van de sterkste soorten qua winterhardheid. Mits de nodige beschutting kan de plant buiten overwinteren in de volle grond. De plant sterft in de late herfst bovengronds af en loopt in mei en juni weer uit bij de dikke, vlezige wortels. Beter is natuurlijk ze te behandelen als kuipplant en ´s winters vorstvrij te overwinteren. De 6 cm grote ovale vruchten zijn in Amerika bekend als maypop en may apple. Bij het rijpen verkleuren ze van groen naar groengeel. De gele pulp rond de zaden is eetbaar, maar heeft eigen niet veel smaak. | |
Passiflora laurifolia komt algemeen voorkomt in het noorden van Zuid-Amerika en West-Indië. In Zuidelijk Amerika worden ze markieza genoemd. De soort heeft ovale, 10 cm lange bladeren en bijna even grote bloemen. De kelkbladen zijn paars van boven en groen van onderen. De kroonbladen zijn soortgelijk van kleur, maar dan met rode, blauwe of witte dwarsstrepen over de helmdraden. Deze passiebloemen produceren eetbare vruchten van ongeveer 10 cm groot met een naar rozen geurend waterig vruchtmoes. Het vruchtvlees kun je makkelijk uit de vrucht zuigen. Opletten want de bladeren zijn giftig. | |
Passiflora quanquangularis komt uit tropisch Amerika en is een sterke, weelderige klimplant die 15 m of hoger kan worden. De heldergroene bladeren zijn enkelvoudig en eirond ovaal. De geurende paarse bloemen zijn zeer groot, 10 tot 12 cm , met in het centrum 5 witte ringen. Deze passiebloem heeft veel warmte nodig: de minimale wintertemperatuur bedraagt 14 °C. De passiebloem produceert langwerpige tot ovale, 30 cm lange, eetbare vruchten die hier soms ook in de fruithandel worden aangeboden. Ze hebben een dikke, gelige schil en zoet vruchtvlees. In Zuid-Amerika is het een populaire fruitsoort. | |
Passiflora racemosa, afkomstig uit Brazilië, heeft drielobbige, 10 cm lange bladeren die diep zijn ingesneden in 3 slippen. De felrode bloemen, die tot 12 cm doorsnede groot kunnen zijn, bloeien in hangende trossen van 20-30 cm lang, en bezitten een duidelijke bloembuis. De buitenste helmdraden zijn wit met paarse dwarsstrepen, de binnenste zijn kort en rood. Niet geurend. Hij groeit niet zo hard, met een klimsteun is hij zeer geschikt als kamer- en kuipplant. Passiflora racemosa is één van de dankbaarste roodbloeiende soorten. | |
Passiflora trifasciata is een bontbladige soort (min of meer onregelmatig gevlekt) afkomstig van Brazilië, Ecuador en Peru. De stomp gelobde, bruinrode bladeren zijn langs de drie hoofdnerven zilverwit getekend. Deze passieflora groeit niet zo snel en is daarom ook een geschikte klimplant voor in geklimatiseerde serres. De witte bloemen zijn 2 tot 4 cm groot met een rooskleurige corona. | |
Passiflora violacea is afkomstig van Brazilië. De bladeren zijn leerachtig, glanzend en drielobbig of ovaal, tot 10 cm breed en tot 7 cm lang. De felrode bloemen zijn 10 cm groot en geurend, purpurroze met violet en een witte corona die 4 cm lang is. De bloemen verschijnen in kale trossen op het tweejarige hout (belangrijk voor de snoei). Om bloemen te hebben moeten de bovengrondse delen hoe dan ook vorstvrij kunnen overwinteren. De vruchten zijn langwerpig, lichtgroen en tot 7 cm lang. In Nederland is deze Passiflora te bezichtigen in de Hortus Botanicus in Leiden. |
|
Passiflora vitifolia is een in het voorjaar en zomer bloeiende soort afkomstig uit Midden- en Zuid-Amerika. hij heeft een 15 cm lang, drielobbig, druifachtig blad met een glanzende bovenkant en een fijnbehaarde onderzijde. De tot 10 cm grote bloemen zijn helderrood of dieporanje met rode of gele helmdraden. Hij heeft eetbare vruchten die vaag naar aardbeien smaken. |