Of het nu lente, zomer, herfst of winter is, een roos is in elk seizoen een waardevolle tuinplant. In de lente lopen rozen uit met mooi bronsgroen blad en
voor eind mei staan de vroegste in bloei. In juni en begin juli valt het hoogtepunt van de rozen bloei. Sommige rozen gaan door tot de eerste nachtvorst. Na de bloei hebben bottels sierwaarde. Ze blijven lang aan de struik, tenzij ze door vogels worden ontdekt. Groenlingen zijn dol op rozenbottels.
WINTER: vorstbescherming
Bij struikrozen was het vroeger een goede gewoonte de ´voet´ van de plant in november aan te heuvelen met stalmest. Dat geeft voeding en bescherming tegelijk. De oculatie heeft zo weinig kans te bevriezen. Tegenwoordig is nog alleen gedroogde koemest te koop. Als u dat mengt met compost, kunt u hetzelfde effect bereiken. Alle rozen die geoculeerd zijn gaan op die manier goed de winter in. Stamrozen hebben de oculatie bovenaan de stam. Bescherm die plek in strenge winters tegen vorst. Bind een bosje stro of hooi (dierenwinkel) met raffia rond de oculatie en dek dit af met kerstgroen. Géén plastic, dat geeft broei.
LENTE: snoeien en mesten
In maart begint het tuinseizoen. Bij in de herfst aangeheuvelde rozen egaliseert u de grond. Trosrozen en grootbloemige rozen geeft u een flinke snoei. Hetzelfde geldt voor de kronen van stamrozen. Al deze rozen bloeien op scheuten die zich in enkele weken na het snoeien ontwikkelen. Van de leirozen (en treurrozen) snoeit u niet de lange takken terug, maar alleen de zijscheuten die er op staan. Kort ze in tot op circa 2 cm.
Uitzonderingen zijn er ook. Niet snoeien in maart geldt voor Oude rozen (historische rozen). Ze bloeien op het ´oude hout´, dat wil zeggen, op scheuten die aan de overwinterde takken groeien (zie bij zomer). |
Snoeien
Trosrozen, grootbloemige rozen en Engelse rozen (al dan niet op stam) kunt u kort snoeien. In maart heeft zich vaak al jong schot ontwikkeld, maar dat snoeit u gewoon mee. Er blijven voldoende ´slapende ogen´ onderin de struik over die zullen uitlopen. Door snoei houdt u de struik compact en ´open´. De wind moet door de takken waaien, waardoor schimmelziekten zo weinig mogelijk kans krijgen. Van stamrozen wordt de kroon op dezelfde manier gesnoeid. De stevigste takken worden op 2 à 3 cm van de oculatie ingesnoeid, dunne takjes knipt u geheel weg. Controleer bij stamrozen de steun en het bind materiaal.
Leirozen (al dan niet op stam: treurrozen) hebben lange slappe takken met zijtakken. Alleen de zijtakken snoeit u kort in. Maakt een lei- of treurroos elke zomer voldoende nieuwe scheuten, dan kunt u enkele oudere takken volledig
wegsnoeien. Zo blijft de roos groei krachtig en open. Controleer het bindmateriaal.
Oude rozen bloeien meestal eenmaal per zomer. Daarna, of in de winter (maar dat kost bloemen), kunnen de enkele oude takken in hun geheel worden verwijderd (uitdunnen). Rozen met herbloei (zoals de Alba Groep) niet snoeien na de eerste bloei omdat ze nabloei hebben. Pas na de tweede bloei dunnen.
Heesterrozen kunnen kort worden gesnoeid of gedund. De bodembedekkende blijven relatief laag, vooral als ze elk voorjaar flink worden gesnoeid. Zonder snoei worden ze hoger. Als uitgebloeide bloemen niet worden verwijderd, zullen bottels ontstaan. Bij sommige heesterrozen, zoals Rosa moyesii hebben die evenveel sierwaarde als de bloemen.
Bemesten
In maart krijgt de zon meer kracht en lengen de dagen merkbaar. Rozen reageren daarop met groei. Als rozen kort worden gesnoeid, vormen ze in één zomer een vrijwel nieuwe struik. Voor groei – en meer nog voor bloei – is veel energie nodig. Om te floreren hebben rozen dan ook voldoende voeding nodig. Als struikrozen in de winter zijn aangeheuveld wordt de bemeste grond in het voorjaar geëgaliseerd. De eerste mestgift kunt u dan achterwege laten. Rozen die niet aangeheuveld zijn, krijgen in maart voor de eerste maal voeding. Speciale
rozenmest is ideaal omdat het is afgestemd op de behoefte van de planten.
ZOMER: mesten, gieten en zomersnoei
Bemesten
Als in maart voeding is gegeven, zullen doorgaans in mei en juli nog twee giften worden geadviseerd (lees de instructie op de verpakking). De planten zijn dan volop in de groei en bloeien rijk. Vanaf augustus is het beter niet meer te mesten. In de nazomer moeten planten verhouten, anders gaan ze vorstgevoelig de winter in.
Gieten
Met hun weelderige gewas verdampen rozen veel water, vooral op warme dagen. In een zomerse periode hebben ze extra water nodig. Geef een royale hoeveelheid,
liefst ´s avonds. Houd het gewas droog, giet alleen op de aarde.
Zomersnoei
Wie van rozen houdt, wil van de struiken op hun mooist genieten. Om die reden worden uitgebloeide bloemen uitgeknipt. Niet te diep, kijk goed of er al nieuwe scheuten zijn aangelegd. Bij trosrozen verwijdert u de uitgebloeide bloemen met de hand, tot de gehele tros kan worden uitgeknipt. Terugknippen doet u voornamelijk ´voor het mooi´, niet zozeer als bloeistimulans. Wel kan de vorm van de plant met zomersnoei worden gecorrigeerd door erg lange scheuten flink in
te korten. Er zijn ook rozen die een tweede bloei geven. Tijdens of direct na de bloei vormen zich van onderuit de plant nieuwe scheuten. De rozen beginnen als het ware weer van voren af aan. Knip uitgebloeide delen af, dat staat netjes.
Bij Oude rozen kunt u na de (eenmalige) zomerbloei de struik dunnen. Daarbij worden de oudste takken weggezaagd. Veel Oude rozen bloeien elk seizoen eenmaal, maar sommige hebben nabloei zoals ´Ferdinand Pichard´. Houd daar eventueel rekening mee bij het snoeien. Oude rozen groeien uit tot flinke struiken.
HERFST: late bloei, bottels
Vrucht (bottel)vorming kost veel energie. Daarom laat u het bij rozen meestal niet tot bottelvorming komen. In de nazomer kunt u de laatste rozen echter gerust laten uitbloeien, want bottels staan leuk in de winter. Zolang het niet vriest, kunnen rozen bloeien. Worden ze overvallen door de winter, dan zien ze er uit als gesuikerde rozen. Ook dat is mooi.
Wordt vervolgd.
Bron:
PPH- Brochure Rozen voor uw tuin –
Bewerking en aanvullingen – Rudi Van Overloop