Deze vaste planten zijn geschikt voor kalkrijke gronden, synoniem voor alkalische of kalkhoudende gronden. In boeken zul je vaak vinden dat een pH tussen de 5.5 – 6.5 wenselijk is. Deze lijst van planten doen het goed doen bij een PH tussen de 7 en 8. Doe een PH test en bereken aan de hand van het resultaat hoeveel kalk je nodig hebt. Je hebt de keuze uit verschillende producten zoals landbouwkalk, dolomiet, maerl e.d. De hoeveelheid die je nodig hebt is afhankelijk van het soort “kalk”. Een juiste zuurtegraad (pH) van de grond is nodig voor een goede groei. De zuurheidsgraad van de meeste gronden verlaagt jaarlijks. Een tweejaarlijkse bekalking is daarom aangewezen. Op gronden met een te lage pH kan een tekort aan voedingselementen ontstaan. Als kalkmeststoffen kan men calciumcarbonaat, magnesiumcarbonaat en schuimaarde gebruiken. De maanden januari, februari en maart zijn meest geschikt om kalkmeststoffen uit te strooien. De ideale pH is afhankelijk van de grondsoort en van de plantensoort.
Geschikte vaste planten voor kalkrijke (alkalische) gronden zijn o.a.:
Acaena ´Blue Haze´ is een zeer mooie blauwgrijs berijpte bladeren en wellicht en vorm van Acaena magellanica. Hij is nog weinig in de handel te vinden wellicht mede door zijn matige winterhardheid. Blue Haze komt voor in de Zuidelijke Andes in Zuid-Amerika. Door zijn steeds verder groeiende wortelende stengels groeit hij steeds breder uit. De elkaar verdringende bladeren zijn rond en getand. De bloempjes die in juli-september verschijnen bezitten paarse hoofdjes, gevolgd door roodstekelige vruchtjes. Geschikt voor beschutte rotstuinen. | |
Acaena buchananii heeft minder gestekelde vruchtjes dan de andere soortgenoten. Hij is afkomstig uit Nieuw-Zeeland en net als zijn soortgenoten zodenvormend. A. buchananii valt op door zijn fijne, getande lichtgroene tot blauwachtige berijpte bladeren. A. buchananii is een lage bodembedekker van 5 cm hoogte. Van juni tot augustus verschijnen boven het bladerdek crèmewitte stekelachtige bloempjes die aan nootjes doen denken, en bij deze soort vrij onaanzienlijk zijn. Breidt zich snel uit met tot 50 cm lange kruipende takken. Goed zodevormend. Mooi in combinatie met andere vaste planten, siergrassen, heide en bolgewassen. | |
Acaena magellanica groeit in de natuur op zand en rotsen in de buurt van de zee, onder kreupelhout, in open bossen, op vochtig grasland en in vennetjes tot 1100 m hoogte. De bladschijf is 2-8 cm lang, met 5-8 paar blaadjes waarvan de onderzijde is berijpt. De bloeistengels zijn 7-14 cm groot met 1 tot 3 brede bloemhoofdjes, paarsachtig als je jong zijn. | |
Acaena microphylla is inheems in Nieuw-Zeeland waar hij groeit in grasland en rivierbeddingen, van zeeniveau tot 1100 m hoogte. Deze kruipende plant vormt pollen tot 75 cm breed. De bladeren zijn kaal, tot 3 cm groot. De bloemhoofdjes zijn 2,5 cm in doorsnede. Gedijt ook nogal goed op vochtige gronden. Deze bodembedekker is heel interessant tussen bijv. Flagstones. Acaena microphylla is matig winterhard. | |
Acaena microphylla ´Kupferteppich´ is de meest gecultiveerde soort van dit geslacht en is afkomstig uit Nieuw-Zeeland. Bij ´Kupperteppich´ is het blad opvallend roestbruin van kleur en wordt daarom ook wel eens kopertapijt genoemd. Stekelnootjes zijn bodembedekkers die gedijen in iedere tuingrond. De meeste soorten hebben onopvallende bloempjes. Het blad daarentegen en in de in augustus verschijnende bloemhoofdjes zijn zeer decoratief en bepalen de sierwaarde van deze soort. | |
Acaena novae-zelandiae heeft meer gestekelde vruchtjes dan de andere soorten. Hij is afkomstig uit Nieuw-Zeeland, het zuidoosten van Australië en Nieuw-Guinea. De planten vormen haarfijne stengeltjes van 15-60 cm lengte. De licht- tot donkergroene blaadjes vertonen een roodachtige waas. Een blaadje is tot 10 cm lang en is samengesteld uit 9-15 kleinere blaadjes. In juli-september verschijnen de roomwitte bloemhoofdjes en de onrijpe vruchtjes die bezet zijn met helrode stekeltjes. Acaena novae-zelandiae is een zeer sterke groeier en een snelle bodembedekkende soort. | |
Acanthus dioscoridis een prachtige vaste plant met pollen van lancetvormige bladeren. De planten zijn de lente en zomer getooid met dichtbezette aren van roze bloemaren tussen groene schutbladeren. | |
Acanthus hungaricus is afkomstig uit Zuid-Europa en matig winterhard. Heeft een absoluut goed drainerende bodem nodig. Winterbescherming nodig. De bladeren maken de plant decoratief tot ver in de winter en vormen een dicht dek in borderhoeken. Ze vallen meteen op omdat ze veel licht reflecteren. | |
Acanthus mollis of zachte acanthus is heel decoratief. Mooi voor beplantingen op een talud. Zachte acanthus is de meest gebruikte en bekende soort binnen zijn geslacht. De donkergroene, glanzende bladeren zijn onregelmatig geveerd en grof getand. De indrukwekkende bloemen staan aan rechtopstaande stengels en zijn in vier rijen van, lange aren gerangschikt, soms zijn ze ook in de oksels van een klein, doornig blad geplaatst. De zaadkapsels bevatten 2 tot 4 zaden. De vlezige acanthuswortels houden de plant stevig vast in de grond. |
|
Acanthus mollis ´Latifolius´ wordt beschouwd als een architectonische plant, ze benadrukken heel nadrukkelijk de verticale lijnen in een kleurenschema. Het blad kan dienst doen als basisstructuur. In hun natuurlijk omgeving, het Middellandse Zeegebied, zijn ze vaak te zien in combinatie met olijfbomen. Prima solitair in een kleine tuin of als borderplant in grote borders. | |
Acanthus spinosus is afkomstig uit Dalmatië en voelt zich thuis op een steenachtige, maar goed doorlatende grond. In het geheel ziet ie er robuuster uit dan A. mollis. De sterk gelobde bladeren zijn met stekelige tanden bezet. De bloemen zijn er wat minder decoratief uit dan bij A.mollis. Winterbescherming nodig, winterhard in zone 7. |
|
Acanthus spinosus ´Spinosissimus´ is afkomstig uit Dalmatië en voelt zich thuis op een steenachtige, maar goed doorlatende grond. Een vastere en doornigere versie van Acanthus mollis. De elegante pieken met witte bloemen hebben een purperen tint en zijn smaller dan de andere Acanthus. Heeft wel wat winterbescherming nodig. | |
Achillea ´Coronation Gold´ is een hybride tussen A. clypeolata en A. filipendulina, een toevallig gevonden zaailing in de tuin van mevr. R.B. Pole. Hoogte 90-100 cm met gele bloemen van mei tot juli. De bloemhoofdjes zijn kleiner dan bij Achillea filipendulina. Het blad is grijsachtig. | |
Achillea ´Moonshine´ heeft een mooi zilvergrijs geveerd blad. Deze hybride is middelmatig hoog, 60-70 cm wat de toepasbaarheid in de tuin verhoogd. Helder gele tot licht zwavelgele bloemen van juli tot augustus. zeer geschikt voor gebruik in een gemengde border omdat het geel als achtergrond voor bijna elke andere kleur kan dienen. Het grijze blad is mooi bij pastelkleuren. | |
Achillea ´Schwefelblüte´ is zodevormend en een hybride van A. filipendulina x A. ptarmica. Brede, lineaire grijsgroene bladeren. De bloemhoofden zijn tot 10 cm groot geel tot zwavelgeel. | |
Achillea tomentosa is inheems in Zuidwest Europa, van Centraal Frankrijk tot Centraal-Italië en Spanje. Groeit aldaar op droge heuvels en braakliggende grond en bloeit er omstreeks mei-juni. Deze Achillea vormt een zode met wollige of viltige bladeren met lijnvormige slippen. Bloeistengels tot 40 cm met lintbloemen van 2 mm. zeer geschikt voor droge gronden en volle zon. Deze soort heeft absoluut een goed drainerende grond nodig. Een rotstuin is de ideale toepassing. De bloemstengels zijn slechts 2,5 tot 6 cm lang. | |
Ajania pacifica ´Gold and Silver´ staat synoniem voor Chrysanthemum pacificum Gold and Silver. Deze geel laatbloeiende vaste plant is een snelle groeier. Opvallend is het zilverbladige loof: grijsgroen met scherpwitte randen. De planten houden algemeen van kalkrijke grond. | |
Ajuga reptans was vroeger een geneeskruid tegen jicht, geelzucht en vele andere kwalen. De soort komt algemeen in Europa verspreidt voor. Hij vormt een mat van bebladerde rozetten van 5 tot 15 cm hoog. Daarboven uitstekend verschijnen tussen mei en juni diepblauwe aren tot 20 cm hoogte. De bloemen bevatten veel nectar en worden druk door bijen bezocht. Groeit sterk uit. | |
Ajuga reptans ´Atropurpurea´ heeft een roodbruin tot donkerpaars, metaalachtig blad en blauwe tot paarsblauwe bloemen. Probeer toch deze cultivar iets zonniger te zetten, het blad kleurt dan intenser paars. Hoe meer schaduw hoe groener van kleur het blad zal zijn. Het is een klassieker. Een van de meest aangeplante cultivars binnen het sortiment. | |
Ajuga reptans ´Catlin´s Giant´ heeft een heel aantrekkelijk purper blad tot bruingroen grof blad dat groter is (Giant) dan bij andere cultivars. Het is een sterke groeier. Bloeit met blauwe bloemen tot 25 cm hoog waar hommels en bijen gek van zijn. Een van de mooiste cultivars naar mijn smaak. Binnen dit geslacht. | |
Ajuga reptans ´Chocolate Chip´ is een Ajuga voor de verzamelaar. Opvallende is zijn fijn, chocolade bruin loof en de blauwe bloemen. Blijft erg laag tot 10 cm hoogte. Woekert minder dan de grootbladige soorten. | |
Ajuga reptans ´Multicolor´ vormt een dichte wintergroen mat van kruipende stengels en bronsgroene bladeren die met roos en crèmekleurige vlekken getooid zijn. Ze bloeien vroeg in de zomer met korte trossen van diepblauwe bloemen | |
Ajuga reptans ´Purple Torch´ groeit wat hoger dan de soort en bloeit met lilaroze bloemen. Bijzonder is de erg late bloeitijd wat een zeer interessant gegeven is voor toepassing in de tuin. | |
Ajuga reptans ´Rainbow´ is de nieuwe en correcte benaming voor de oude gebruiksnaam Ajuga reptans ´Multicolor´. Het donkerpaarse blad vertoont inderdaad schakeringen van meerdere tinten vnl. Geelachtig getinte vlekken, maar ook roze en witte vlekken komen er in voor. Dat geeft de plant een bijzonder en opvallend uiterlijk. | |
Alyssum montanum is afkomstig uit Zuid-Europa en geurt. Geschikt voor stapelmuur. Een drachtplant. | |
Alyssum montanum ´Berggold´ is een mooie selectie met een goudgele, rijkelijke bloei. De planten zijn geschikt als bloeiende bodembedekker en als randplant van borders en paden. Over muurtjes gaan ze sierlijk hangen. | |
Anaphalis margaritacea is afkomstig uit Noord-Amerika, Oost-Azië en woekert. | |
Anchusa azurea ´Dropmore´ behoort tot de mooiste rassen. Ossentong is afkomstig uit Middellandse zeegebied. Kan absoluut in de winter geen natte standplaats verdragen, dit heeft het afsterven van de plant tot gevolg. Ossentong zijn rijkbloeiende, maar kortlevende planten, met felle blauwe bloemen. Geschikt voor de vaste plantenborder. | |
Anemone hybrida (x) ´Königin Charlotte´ bloeit vanaf augustus op 75-100 cm lange stelen. De grote, helderroze tot zilverroze bloemen komen mooi boven het donkergroene blad uit en verschijnen tot diep in de herfst. Het brede, donkergroene blad van anemonen is heel het seizoen mooi en ook de uitgebloeide bloemen geven een sierwaarde aan het winterbeeld. Anemone vraagt een voedzame grond met veel humus en vocht. Na verloop van tijd breidt de plant steeds verder uit. | |
Anemone sylvestris of de bosanemoon is afkomstig uit Centraal- en Zuid-Europa en de Kaukasus. Hij bloeit in de voorzomer met witte, opvallende bloemen. Geschikt voor kleine tuinen, rotstuinen en rondom de vijver. | |
Anemone sylvestris ´Elise Fellmann´ is een zeer lage bosanemoon met prachtige, dubbel roomwitte (halfgevulde bloemen). De bloemen die in het voorjaar verschijnen bevatten opvallende gele meeldraden. Deze bosanemoon bloeit tot 2 maanden lang. Beschikken ze in de zomermaanden over voldoende water dan kunnen ze in het najaar nog een twee maal nabloeien. Met Anemone sylvestris ´Elise Fellmann´ kan je grote groepen maken als onderbeplanting in het bos. Bijzonder mooi in combinatie met botanische bloembol soorten zoals wilde hyacinten. | |
Anthemis tinctoria ´Alba´ is een witte kamillevorm die voorkomt van Europa tot Iran. Hij bloeit van juni tot september met zuiver witte bloemen met een typisch geel middenhart, die mooi contrasteren met het liefelijke blad. De bloemen staan aan 40 cm lange bloemstelen die heel goed kunnen toegepast worden als snijbloem. Bladeren fijn ingesneden en liefelijk. | |
Aquilegia ´Red Hobbit´ is een kleinblijvende en laagblijvende roodbloemige dwergakelei met een compacte groeivorm uit de populaire Crimson Star groep. De bloemen zijn rood gecombineerd met wit, is winterhard. Produceert van juni tot augustus bloemen aan 35 cm lange bloemstelen. Bladeren compact en rond. | |
Aquilegia buergeriana ´Calimero´ is een kleinblijvende dwergakelei met een compacte groeivorm. De bloemen zijn purperwijnrood gecombineerd met zachtgeel, is winterhard. Produceert van mei tot juni tweekleurige bloemen aan 20 cm lange bloemstelen. Bladeren 3-lobbig. | |
Aquilegia canadensis ´Little Lanterns´ of Canadese akelei met letterlijk rode lantaarns, is winterhard. Groeit lager en compacter dan de gewone soort. Bloeit ook eerder dan de meeste andere Canadese akeleien. Produceert van mei tot juni sierlijke, korte gebogen rode bloemen met geelkleurige binnenbloemblaadjes aan 25 cm lange bloemstelen. | |
Aquilegia canadensis ´Pink Lanterns´ of de Canadese akelei met letterlijk roze lantaarns, is winterhard. Produceert sierlijke, korte gebogen bloemen met aardbeikleurige binnenbloemblaadjes aan 30 cm lange bloemstelen. | |
Aquilegia flabellata var. pumila ´Selection´ is een uit Japan afkomstige, charmante kleinblijvende dwergakelei met een compacte groeivorm. De bloemen zijn lichtblauw gecombineerd met wit, is winterhard. Produceert van april tot juni tweekleurige bloemen aan 20 cm lange bloemstelen. Bladeren handvormig rond, grijsgroen met veel lobben. | |
Aquilegia vulgaris ´Heidi´ is een van origine Europese akelei met rooskleurige bloemen gecombineerd met zachtwit, is winterhard. Produceert van mei tot juni zachtgetinte snijbloemen aan 70 cm lange goede bloemstelen. Bladeren opvallend blinkend groen. | |
Arenaria montana of zandkruid is een uitbundig bloeiende plant. Ze bloeien zo overdadig dat er bijna zelf dood aan gaan. Knip ze daarom na de bloei wat in en bemest eens goed voor een goed herstel. | |
Artemisia schmidtiana ´Nana´ is een bijzonder mooie laag blijvend vaste plantje met fijn, groenblijvend zilvergrijs loof. De plant wordt niet hoger dan 10 cm met geelgroene bloempjes aan 20 cm lange stelen. Tijdens de vorst het grijsgroen loof wat beschermen met dennentakken. Geschikt voor elke tuin, groot en klein, in de volle zon en die niet te vochtig is. Verdraagt goed droogte. | |
Asarum canadense is afkomstig uit de bossen van het oosten van de Verenigde Staten. Deze soort bloeit vroeger (maart-april) met nietige kleine bloemklokjes. Hij vormt zoden van vlezige kruipende wortelstokken. Deze soort is redelijk winterhard. Wintergroen in zachte tot normale winters. De bladeren zijn ruw en hartvormig, 5 tot 10 cm groot op 20 cm lange behaarde stelen. | |
Asarum caudatum is afkomstig uit de kustgebieden van het westen van de Verenigde Staten, van Californië tot Brits Columbia en Montana. Daar groeit hij op diep schaduwrijke plaatsen op bosgronden van Sequioa en dennenbossen. Ook Asarum caudatum breiden zich uit met hun rizomen (wortelstokken) en vormen zo grillige open en losse plakkaten. De 2-15 cm grootte niervormige wintergroene, doffe lichtgroene bladeren, zonder grijze nervatuur, rijzen 20 cm boven de grond uit. De bruinachtige paarse bloemen zitten verscholen tussen de bladeren. | |
Asarum europaeum is afkomstig uit Centraal- en Zuid-Europa waar hij veelvuldig in de bossen wordt aangetroffen. Het is een zeer waardevolle wintergroene bodembedekker voor schaduwrijke plaatsen. Typisch en mooi zijn de glanzend en donkergroene niervormige tot ronde bladeren van bijna 10 cm breed. De 10 tot 15 cm lange bladstelen alsook de kruipende wortelstokken zijn ruig behaard. In mei-juni verschijnen bruinrode tot bruinpurperen bloemen van slechts 1 cm grootte en zodoende zitten die ietwat verscholen tussen de bladeren. | |
Asphodeline lutea de jonkerlelie of gele affodil, is een geurende, winterharde plant uit het Mediterrane gebieden ten oosten van Italië. Hij kan 1,5 m hoog worden. Deze jonkerlelie lutea vormt wintergroene pollen met in de lente stervormige, geurende gele bloemen. De planten zijn vanwege het lang smal, glanzend en spits blauwgroen blad goed bruikbaar als lijnvormig element in mediterrane combinaties. Moet absoluut in de zon staan. Verdragen droge gronden maar zorg dat de planten voorafgaand aan de bloei in het voorjaar niet uitdrogen. | |
Aster amellus de bergaster is inheems in Europa, van Noord- en Centraal-Frankrijk en Polen zuidelijk tot Noord-Italië en Bulgarije, oostelijk tot Rusland en Centraal-Azië, Turkije en de Kaukasus. Daar groeit hij onder kreupelhout en aan bosranden, in droge heidevelden of in lichte dennenbossen. Deze aster wordt gerekend tot de groep van zomerbloeiende asters, alhoewel er rassen zijn die ook in de herfst bloeien. | |
Aster amellus ´Breslau´ De cultivars van Aster amellus zijn in onze tuinen alom. In zijn oorspronkelijke vorm wordt hij 45-60 cm hoog met langwerpig wortelblad dat wat behaard kan zijn en met opgaande stengels die in te dit schaduw kunnen omvallen. Bloeit met grote bloemhoofden. Hoewel hij zich uitbreidt met rizomen, kan hij opdringerig worden. Ook is hij bijzonder ziektebestendig. | |
Aster amellus ´King George´ De cultivars van Aster amellus zijn in onze tuinen alom. In zijn oorspronkelijke vorm wordt hij 45-60 cm hoog met langwerpig wortelblad dat wat behaard kan zijn en met opgaande stengels die in te dit schaduw kunnen omvallen. Bloeit met grote bloemhoofden. Hoewel hij zich uitbreidt met rizomen, kan hij opdringerig worden. Ook is hij bijzonder ziektebestendig. | |
Aster amellus ´Rudolf Goethe´ houdt van een kalkrijke bodem en vormt stevige, rechtopstaande stengels, aan de basis licht verhout. Het blad aan de stengels is langwerpig en lancetvormig tot ovaal, gaafrandig aan de onderkant licht behaard. De lavendelblauwe bloemen verschijnen van augustus tot oktober. Ze zijn groot, staan in tuilen, alleenstaand met blauwe kelkbladen, en een gele schijf in het centrum. Ze zijn ook geschikt voor de snij. Met een hoogte van 60 tot 100 cm passen ze prima in de border als herfstbloeier. Ze behoeven niet te worden opgebonden en bloeien 4 tot 6 weken ononderbroken door. Vermenigvuldigen kan door zaaien of delen in het voorjaar. | |
Aster amellus ´Sonia´ De cultivars van Aster amellus zijn in onze tuinen alom. In zijn oorspronkelijke vorm wordt hij 45-60 cm hoog met langwerpig wortelblad dat wat behaard kan zijn en met opgaande stengels die in te dit schaduw kunnen omvallen. Bloeit met grote bloemhoofden. Hoewel hij zich uitbreidt met rizomen, kan hij opdringerig worden. Ook is hij bijzonder ziektebestendig. | |
Aster amellus ´Veilchenkönigin´ De cultivars van Aster amellus zijn in onze tuinen alom. In zijn oorspronkelijke vorm wordt hij 45-60 cm hoog met langwerpig wortelblad dat wat behaard kan zijn en met opgaande stengels die in te dit schaduw kunnen omvallen. Bloeit met grote bloemhoofden. Hoewel hij zich uitbreidt met rizomen, kan hij opdringerig worden. Ook is hij bijzonder ziektebestendig. | |
Aster frikartii ´Mönch´ is een gereputeerde selectie die hoog staat aangeschreven en door veel tuinliefhebbers wordt bewonderd. | |
Astrantia major is een wintervaste vaste plant die men slechts zelden in de tuinen ziet. Met ongeveer 10 soorten horen ze thuis in Midden- en Zuid-Europa, Klein-Azië en de Kaukasus. Deze schermbloemige plant is prachtig in bloei. De kleine bloemetjes in het midden worden omgeven door een band schutbladeren als een boeketje. De groene blaadjes eronder vormen een rozet. De verzorging kan beperkt blijven tot het tot de grond terug snoeien van de verwelkte bloemen. Astrantia´s komen heel goed tot hun recht voor of tussen heesters en in vaste plantenborders in de halfschaduw. Astrantia major is inheems in grote delen van Europa, N.W.- Spanje, de Pyreneeën, Alpen en van het Zwarte woud tot Bulgarije en W.-Rusland. Groeit in vochtige weiden en open bossen. Astrantia major vormt dicht pollen. Bloemen zilverroos met een groene band erlangs. | |
Astrantia major ´Buckland´ wordt gewaardeerd door kenners. | |
Astrantia major ´Lars´ is bijzonder langbloeiend. | |
Astrantia major ´Rosensinfonie´ is gewonnen door het zaadhuis Jelitto en werd in 1982 als nieuwigheid geïntroduceerd. De bloei lijkt op een overweldigende symfonie van roodroze bloemen die verschijnen van juni tot augustus aan stevige stengels van 65 tot 75 cm lang die zich prachtig lenen voor als snijbloem. Heeft 2-3 jaar nodig om uit te groeien tot een stevige plant. | |
Astrantia major ´Ruby Wedding´ is afkomstig uit de tuin van Phyllis Barwood. De bloemen zijn indrukwekkend donkerrood zodat ieder die ze ziet er onmiddellijk weg van is. Prachtige bloemen om te snijden of te drogen. | |
Astrantia major ´Shaggy´ is inheems in de Alpen, de Pyreneeën en het zuidwesten van Spanje. De opvallend grote schotelvormige bloemen zijn wit scherpe groenachtige puntjes. De bloemen zijn groot en open. Bloeit bijzonder langdurig en rijkelijk op een halfschaduwrijke plekje op een goed bemeste bodem. Heel mooi te combineren in de border met andere roosbloeiende vaste planten. Prachtige bloemen om te snijden of te drogen. | |
Astrantia maxima ´Rosea´ is een vaste plant die men slechts zelden in de tuinen ziet. De bloemen zijn erg bijzonder mooi. Astrantia maxima ´Rosea´ is een moeilijker te houden plant dan de Astrantia major vormen. De planten houden van een rijke en vruchtbare grond in de halfschaduw. Ze vragen voldoende verzorging. Plant ze nooit in de volle zon. Een zorgzame tuinliefhebber wordt beloond met de prachtigste zomerbloemen binnen dit geslacht. De schermbloemige plant is schitterend in bloei. Goed geschikt als snijbloem in de vaas, de snijbloem is tot 14 dagen lang goed te houden. Ook mogelijk om te drogen voor droogboeketten. Astrantia´s komen heel goed tot hun recht voor of tussen heesters en in vaste plantenborders in de halfschaduw. Slanke, opgaande groei van 60 tot 100 cm hoogte. | |
Atropa bella-donna of wolfskers, dolwortel: let op voor de kinderen, is zéér giftig. Dit is een klassieke heksenplant uit de Middeleeuwen! De bessen van deze plant zijn zwaar giftig. De naam Atropos verwijst naar de Griekse godin die de schaar hanteerde waarmee de levensdraad werd doorgeknipt. De plant heeft ovale, tot 25 cm lange, gaafrandige bladeren die kortgesteeld en in de stengel aflopend zijn. De bloeitijd is juni tot augustus. De bloem bestaat uit kelkblaadjes die vergroeid zijn tot een vijfdelige groene kelk en een eveneens vergroeide klokvormig kroon, groenachtig tot paarsbruin van kleur aan de buitenzijde, aan de binnenkant eerder gelig met paarse aders, ze zijn langgesteeld en knikkend, en worden gevolgd door glimmende zwarte bessen. De wortel is lichtbruin met korte dwarse groeven, en heeft krachtige vertakkingen. Op doorsnede is hij bleek van kleur en toont een radiaire structuur. | |
Bergenia ´Beethoven´ heeft een mooi decoratief glanzend wintergroen blad, witte bloem. | |
Berlandiera lyrata heeft gele bloemen met een mooi zilvergroen hart. De plant is zeer gevoelig voor nattigheid in de winter, je kan ze daarom het best in pot houden. Schaars verkrijgbaar vanwege problematische zaadzetting. | |
Buphthalmum salicifolium ´Alpengold´ of koeienoog komt algemeen voor in Europa. Deze langbloeiende cultuurvorm produceert grotere bloemen en bloeit van juni tot augustus met goudgele bloemen aan 50 cm lange bloemstelen die heel goed kunnen toegepast worden als snijbloem. Bladeren smal en donkergroen. | |
Campanula glomerata heeft bloemen in dichte, blauwpaarse trossen rond de stengel. Bijenplant en nectarplant voor vlinders. | |
Campanula persicifolia of Perzikbladklokje is een doorlevende Campanula die reeds sinds 1554 bij ons in cultuur is. Inheems in Europa. De bloemen zitten in rechte trossen bijeen en staan opzij gericht. De plant breidt uit door worteluitlopers die ook bruikbaar zijn voor de vermeerdering, als ook zaaien en delen. Deze Campanula is bijzonder geschikt voor de border op groeiplaatsen in de halfschaduw, bijvoorbeeld naast schaduwgevende soorten, of langs de bosrand. De plant geeft de voorkeur aan een kalkhoudende, humeuze en doorlatende grond. Goede snijbloem met stengels van 80 tot 150 cm lang. Mooi te combineren met akelei, margriet of klaprozen. Gemakkelijk te vermeerderen door zaad, maar dan heb je zowel wit als blauw bloeiende planten. Ook te koop op kleur zoals bijvoorbeeld de selectie Campanula persicifolia ´Alba´. | |
Campanula portenschlagiana is afkomstig uit Dalmatië en paarsblauw, stapelmuur. | |
Campanula punctata is een zeer dankbare vaste plant die vroeg in de zomer opgaande stengels vormt waaraan grote, buisvormige, witte tot zachtroze bloemen hangen, die aan de binnenzijde sterk gevlekt zijn. | |
Campanula rapunculoides of het rapunzelklokje bloeit zeer rijk en is onverwoestbaar. Dat is ook de reden waarom deze plant dikwijls voor de verwildering wordt toegepast. Het eigen zaad kiemt gemakkelijk, daarom kan het in een nette border al vlug tot een vervelend onkruid uitgroeien. De mooie bloemen zijn kort gesteeld en klein. Beschermde bijenplant. Geschikt voor verwildering. | |
Centaurea macrocephala of gele korenbloem is afkomstig uit Armenië en de Kaukasus. Deze forse drachtplant bloeit de gehele zomer met grote, compacte, goudgele bloemhoofden omwonden met glimmende omwindselbladeren. De bloemen, die staan aan de toppen van de stengels, hebben een bijzondere aantrekkingskracht op vlinders. Forse polvormende plant. | |
Cerastium tomentosum is afkomstig uit Italië, Sicilië. Vormt een kruipend of hangend bloementapijt van witte bloempjes. Ze zitten in losse bijschermen waardoor de bloeiende planten als besneeuwd lijken. Hoe armer de grond is, hoe mooier grijs het blad zal zijn. Ze houden het liefst van een zandig-lemige, kalkhoudende grond in de volle zon. Als sterk groeiende bodembedekker nemen de zoden grote vlakken in waardoor ze moeilijk zijn te combineren met andere planten. | |
Chaenorhinum origanifolium ´Blue Dream´ is een laagblijvende vaste plant voor een warme, zonnige standplaats op een goed drainerende bodem. Ze houden van een kalkrijke bodem. Ze zijn goed te gebruiken in de border en in rotstuinen. Ze woekeren niet. Een goede eigenschap is de lange bloeitijd van mei tot augustus. Ze zijn licht vorstgevoelig. Dek de planten tijdens de winter wat af. Mag niet te nat staan tijdens de winter, eventueel tijdelijk afdekken met een glasplaat. | |
Chamaemelum nobile ´Treneague´ is een niet bloeiende kloon van de Roomse Kamille. Deze plant vormt een zeer compacte platte sterk geurende zode. De planten moet absoluut in de volle zon staan en verlangen een zandige grond. Geschikt om een looppad of een zodenbank mee te maken rondom solitaire bomen. | |
Chrysanthemum ´Clara Curtis´ (Rubellum Group) is een prachtige herfstchrysant voor de border bloeit van september tot oktober met enkelbloemige roze bloemen die verschijnen op 60-80 cm hoge stengels. Bladeren opvallend diep ingesneden en grijsgroen gekleurd. Het zijn sterkgroeiende planten die ruige pollen vormen. Niet teveel bemesten, andere groeien ze te hoog met slappe stengels. Steunen kan noodzakelijk zijn, maar op de juiste standplaats heeft ´Clara Curtis´ sterke stengels gevormd. Deze chrysant verlangt een diep, losgemaakte grond en een plaatje in de volle zon. Een lichte bedekking tijdens de winter is raadzaam. | |
Clematis heracleifolia (Heracleifolia Group) is een sterke soort afkomstig uit Oost-China. Deze klimplant heeft wat het karakter van een compacte heester en lijkt wat op een halfverhoute vaste plant. Hij is nauwelijks herkenbaar is als een clematis, vormt een houtig gestel dat in de winter niet helemaal afsterft en heeft fluwelig aanvoelende, grijzig groene bladeren. De lichtblauwe buisvormige bloemen zijn 2 tot 2.5 cm groot en lijken wat op de bloemen van een hyacint. Ze zitten wat verscholen onder de bladeren. | |
Clematis integrifolia (Integrifolia Group) is geen klimmende clematis maar een overblijvende vaste plant die 45-70 cm hoog groeit. Hij is inheems van Zuidoost-Europa tot Midden-Rusland. De stengels groeien eerst rechtopgaand, later liggend. De staalblauwe bloemen staan alleen aan het eind van de lange bloemstelen en zijn hangend. De 4 bloemblaadjes staan vlak uitgespreid. Clematis integrifolia vormt in de herfst talrijke, zilverachtige en glanzende vruchtpluisjes. Een nadeel is dat de bloemstengels nogal gemakkelijk omvallen. Opbinden is een goede keuze. | |
Clematis marmoraria is afkomstig uit Nieuw-Zeeland en de kleinste van het geslacht. Hij wordt slechts 15 cm hoog. Deze soort heeft een enigszins uitstoel de groei en relatief grote, witte bloem. Goed toepasbaar als vaste plant in de border, als bodembedekker of in de rotstuin. Wel maar matig winterhard. | |
Delphinium tatsienense is een opmerkelijke ridderspoor die in de zomer slanke, vertakkende stengels vormt waaraan langgespoorde, heldere korenbloemblauwe bloemen verschijnen. Bekender is de gelijkende Delphinium grandiflorum. | |
Dictamnus albus is inheems in Spanje, noordwaarts tot Italië en Duitsland, oostwaarts tot in Turkije, de Kaukasus en West-Himalaya. Daar groeit hij in open bossen en op droge, rotsachtige bodems. D. albus is een mooie vaste plant voor een zonnige border. Dictamnus vormt dicht pollen met dichte stengels van 40 tot 80 cm hoog. De bladeren zijn bedekt met een etherische olie die naar citroen ruikt. De plant is te vermenigvuldigen uit zaad waarbij zowel witbloeiende als roosbloeiende planten ontstaan. Zaaien op en kalkrijke bodem. De bloemen zijn fragiel en verschijnen van juni tot juli. De planten vragen kalkrijke bodems en een goed doorlatende, warme of droge grond. | |
Dictamnus albus ´Purpureus´ is een cultivar die in grote mate overeen komt met de soort Dictamnus albus en is een geselecteerde vorm met mooie, roodachtige schitterende bloemen. Vraagt ook een kalkrijke bodem en een goed doorlaatbare of droge standplaats. De planten laten zicht moeilijk verplanten. Eenmaal ze in de groei zijn kan je ze beter met rust laten. Vermeerderen door delen wat niet echt gemakkelijk is. | |
Digitalis ferruginea ´Gelber Herold´ werd in 1990 door het zaadhuis Jelitto geïntroduceerd. Deze selectie heeft grotere bloemen en een meer zuiver gele kleur dan zijn soortgenoten. De vingerhoedskruidvormige geel met bruine bloemen verschijnen van juni tot augustus aan 100 tot 150 cm lange bloemstengels die zich uitstekend lenen voor de snij. | |
Eryngium alpinum ´Blue Star´ of alpinedistel, werd in 1974 door het zaadhuis Jelitto geïntroduceerd en is oorspronkelijk inheems in Europese alpengebieden. Deze selectie munt uit door een uitbundige bloei met stevige bloemstengels. De grote lichtblauwe bloemen verschijnen van juli tot augustus aan 80 cm lange snijstengels. | |
Eryngium bourgatii de kruisdistel of blauwe distel, bloeit in de zomer met staalblauwe bloemen aan vertakte stengels. De bloemhoofdjes bezitten een kraag van scherp gepunte schutbladen. Het stekelig, diepgedeeld blad staat in rozetten. | |
Eupatorium rugosum is inheems in de bossen van oostelijk Noord-Amerika, van Quebec tot Zuid-Saskatchewan, Zuidelijk tot Georgia en Texas. Groeit aldaar in de bergwouden onder kreupelhout. Eupatorium rugosum bloeit verfijnder, als een wolk fijne, crèmewitte bloemen van juli tot september, met 15 tot 30 stuks per hoofdje. Stevige stengels tot anderhalve meter hoog. De taaie, knobbelige wortelstok vormt grote pollen. Het blad is eirond, gesteeld, grof getand tot 18 cm lang. Mooi in combinatie met Anemone, Verbena en late Aconitum. | |
Euphorbia amygdaloides is één van de mooiste wintergroene vaste planten. Het bruinrode blad is bijzonder decoratief en daar steken de lichtgroene bloemschermen prachtig tegen af. Deze amandelwolfsmelk is inheems in Europa tot in Zuid-Rusland en de Kaukasus. Het is een overblijvende halfstruik die 30-50 cm hoog wordt. De lange, omgekeerd eironde bladeren zijn donker olijfgroen, aan de onderzijde roestrood en in de winter paars-rood. De bloeiwijzen ontwikkelen zich eindstandig in het voorjaar aan de tweejarige takken als cilindervormige, groenachtig tot groengele schermen met vergroeide, ronde schutbladen. | |
Euphorbia amygdaloides ´Purpurea´ is nog mooier dan de soort en komt enkele maanden vroeger in bloei. Deze wintergroene vaste planten werd in 1995 benoemd tot vaste plant van het jaar. Opvallend is het purperkleurig blad dat bijzonder decoratief is. Ze vormen een mooi contrast met de geelpaarse bloemschermen die van april tot mei verschijnen. | |
Euphorbia amygdaloides var. robbiae is afkomstig uit het noordwestelijk deel van Klein Azië. Deze wolfsmelk soort is met zijn worteluitlopers een hele nuttige bodembedekker. Hij doet het ook goed op een droge grond op een halfschaduwrijke plek. Dit is altijd een moeilijke combinatie maar deze plant is dus toepasbaar als bodembedekker onder bomen op zandige tuingronden, mits voldoende te kalken natuurlijk. De bladeren van deze variëteit zijn breder, glanzend donkergroen en staan dicht opeen aan de uiteinden van de takken en zijn bijna rond. Bijzonder opvallend is het overblijvende blad, dat overigens in strenge winters te lijden zal hebben van de strengste vorst als het niet wordt beschut. Het blad contrasteert mooi met de limoengroene dekbladeren die lang zichtbaar blijven en aan de tweejarige twijgen verschijnen. | |
Euphorbia cyparissias of de cipreswolfsmelk is inheems in heel Europa en bij ons te vinden op rivierduinen en langs spoordijken. Hij staat vooral op losse, lichte, doorlatende grond. Het is een stevige, zodevormende soort, die zich sterk verbreidt door middel van uitlopers en daardoor wat woekerend kan worden. Het blad is langwerpig smal, naaldvormig en blauwgroen. De bloemschermen met kleine bloemen zijn groengeel, vaak rood aangelopen en worden graag door vlinders bezocht. Met hun geringe hoogte zijn ze geschikt om te planten in grote vlakken, in natuurtuinen en op lichte, schrale grond. Er zijn enkele mooie cultivars beschikbaar zoals ´Bettem´, ´Fens Ruby´, ´Orange Man´en ´Clarice Howard´. |