In elke tuin heb je wel plaatsen met droge omstandigheden. Plekjes waar niet alle planten het goed doen. Onverwacht veel vaste planten gedijen toch nog goed op droge, zonnige plaatsen. Onderstaande vaste planten kunnen een langere periode zonder regen en volle zon overleven dan andere. Vaak bezitten ze een dieper gaand wortelgestel of hebben ze een waslaagje op hun bladeren om hun verdamping te beperken. Dit betekent niet, dat je ze eens niet, in de volle zomer moeten gieten natuurlijk.
Geschikte vaste planten voor droge standplaatsen zijn o.a.:
Lamiastrum galeobdolon is het meest algemeen voorkomend in Noord- en Oost-Europa. Heeft bladeren en steunbladen met meestal stompe tanden, 1-2 keer zo lang als breed. Draagt tot 8 middelgrootte (17-21 mm) bloemen in een tros. Deze plant is diploïd. Is min of meer wintergroen. Breidt zich snel uit en is daarom aan te bevelen voor grote tuinen. Eén der beste bodembedekkers vooral voor verwildering op beschaduwde plaatsen. Houdt van humus in de grond. Woekert sterk. Op te droge plaatsen worden de bladeren gelig en sterven tenslotte af. | |
Lamiastrum galeobdolon ´Herman´s Pride´ is de robuuste vorm in dit geslacht, met wellicht de mooiste zilverachtige bladeren. Tevens heeft ie niet te lijden van de bladvlekkenziekte waar ´Silberteppich´ wel gevoelig voor is. In 1972 ontdekt door Herman P. Dijkhuizen in Dalmatië. Zeer rijk bloeiend. Is min of meer wintergroen. | |
Lamium maculatum ´Aureum´ Groenblijvende bodembedekker met opvallende mooie groengele bladeren. Compact groeiende vorm. | |
Lamium maculatum ´Beacon Silver´ In de lente bijzonder fris van kleur. Verrassend leuk in een pot en een mooie ondergrond voor tulpen die eruit opschieten in de vroege lente. | |
Lavandula angustifolia ´Coconut Ice´ is een uit Nieuw-Zeeland afkomstige winterharde, compact groeiende en tweekleurige lavendel. De plant heeft een polvormige tot spreidende groeivorm van maximaal 50 cm hoog. De bloemaartjes bevat een aantal witte bloemen, naast de overwegend pastelroze bloemetjes. Dat is een nieuwe, winterharde, compact groeiende en tweekleurige lavendel. | |
Lavandula angustifolia ´Crystal Lights´ heeft witte bloemen, aan opvallend lange bloemaren. Behalve de zeer compacte groeiwijze (maximaal 40 cm) valt direct het groene blad op. Heeft uitsluitend witte bloemen, aan opvallend lange bloemaren. In tegenstelling tot de meeste lavendelsoorten is dit niet grijs/blauw, maar gewoon groen van kleur. | |
Lavandula angustifolia ´Hidcote´ is de donkerste blauwe tot paarsblauw bloeiende lavendel en tevens ook de bloeirijkste. De bloemen kunnen uitstekend in de vaas of gedroogd worden. Ontwikkeld minder bladontwikkeling dan de andere soorten. Deze wintergroene cultivar pas na de winter niet te diep terugsnoeien. | |
Lavandula angustifolia ´Munstead´ is inheems in Zuid-Europa en Noord-Afrika en behoort tot de lagere lavendel cultivars. ´Munstead´ is compact van vorm maar breedgroeiend. Bloemen blauw tot lavendelblauw, van juli tot augustus. De bladeren zijn typische lavendelachtig grijsgroen, aromatisch en wintergroen. ´Munstead´ behoort tot de Lavandula angustifolia, de ouderwetse Engelse lavendel die uit Zuid-Europa stamt, en kan beschouwd worden als een dwergvorm van de soort. | |
Lavandula angustifolia ´Nana Alba´ is zoals de naam al laat vermoeden een zeer laagblijvende lavendel. De pollen worden niet hoger dan 20 cm met mooie, zuiver witte bloemen aan 20 cm lange stelen. | |
Lavatera ´Barnsley´ bloeit met witte bloemen, verbloeit snel naar zacht roze. Wordt op 2 jaar tijd ongeveer 1.30 tot 2 m hoog. Bloeit onafgebroken van juli tot aan de vorst met mooie witte bloemen die snel naar zachtroze gaan verbloemen. De bloemtakken zijn ook geschikt als snijbloem. De bloemen worden gesneden als 1/4 van de bloemen hun kleur vertonen. De plant is onderaan wat houtachtig met hogerop kruidachtige stengels tot 130 à 150 cm hoog. | |
Lavatera ´Candy Floss´ lijkt op de oude ´Rosea´ cultivar maar is veel beter. Hij bloeit een maand langer en de bloemen zijn mooier zachtroze met een ietsje zilveren glans. Bloeit van juni tot oktober met roze bloemen die 3 tot 7 cm groot kunnen zijn. De bloemtakken zijn ook geschikt als snijbloem. De bloemen worden gesneden als 1 vierde van de bloemen hun kleur vertonen. De plant is onderaan wat houtachtig met hogerop kruidachtige stengels tot 130 à 150 cm hoog. Bladeren gelobd. | |
Lavatera ´Ice Cool´ groeit wat hoger en krachtiger dan de andere cultivars, tot 1.80 m hoog. Hij bloeit van juni tot oktober met zuiver witte bloemen die 3 tot 7 cm groot kunnen zijn. De bloemtakken zijn ook geschikt als snijbloem. De bloemen worden gesneden als 1 vierde van de bloemen hun kleur vertonen. De plant is onderaan wat houtachtig met hogerop kruidachtige stengels tot 150 à 180 cm hoog. | |
Lavatera ´Kew Rose´ vormt vertakte, deels verhoutende stengels met een halfwintergroen blad. In de (na)zomer verschijnen talrijke roze bloemen. | |
Lewisia cotyledon is afkomstig uit Californië en was vroeger vrij zeldzaam. Momenteel courant gekweekte plant. Bloeit in mei-juni met pastelkleurige lilaroze bloemen. Soms volgt nog eens een lichte nabloei in het najaar. Ze blijven tijdens de winter hun vlezige groene blad behouden die net een zeester lijken te vormen. Knolachtige wortels. | |
Liatris aspera is bij ons weinig in het aanbod te vinden en is afkomstig uit Noord-Amerika. Hij bloeit met vrij slanke bloemaren die minder dicht bezet zijn. Opmerkelijk is dat ze niet zoals gebruikelijk van onder naar boven bloeien, maar omgekeerd. Ze beginnen te bloeien aan de top. Deze vaste planten zouden wat meer moeten aangeplant worden: ze trekken zowel bijen als vlinders aan. | |
Liatris pycnostachya is een moeilijker te verkrijgen Liatris soort. Hij heeft veel meer fijne, dicht op elkaar staande bladeren dan de L. spicata soorten. De helder purperkleurige bloemen zijn zeer fijn en zitten aan 45 cm lange aren. Lange bloeitijd van juli tot september. Een lampepoetser groep is een lust voor de border. Ze zijn mooi te combineren met Malva moschata (kaasjeskruid), Coreopsis (meisjesogen), Campanula lactiflora ´Loddon Anna´, zonneogen, Gypsophila ´Rosenschleier´ (gipskruid), zaaiasters, Monarda (bergamotplant), Platycodon grandiflorus (ballonklokje), Spartina (slijkgras) en guldenroede (Solidago). Door hun grasachtige bladeren zijn ze ook geschikt voor de heidetuin. Liatris wordt bij de bloemisten als snijbloem hoog ingeschat. | |
Liatris spicata is een overblijvende knolachtige vaste plant afkomstig uit Noord-Amerika. De donzige violetpaarse bloemen verschijnen in juli-augustus aan 60-80 cm hoge bloemstelen. | |
Liatris spicata ´Alba´ is een witbloeiende cultivar die niet veel meer in d ehandel wordt aangeboden. Je kan beter kiezen voor de mooiere en meer witte cultivar Liatris spicata ´Floristan Weiss´. | |
Liatris spicata ´Floristan Violet´ is zowat de beste purperkleurige cultivar die meer naar donker violet neigt. | |
Liatris spicata ´Floristan Weiss´ is de beste witbloeiende cultivar. | |
Liatris spicata ´Kobold´ is de meest laagblijvende cultivar. Hij produceert korte maar zware aren van 50 cm hoog. Bij aankoop wordt al te dikwijls een andere cultivar aangeboden. Niet twijfelen bij aanschaf als je de echte ´Kobold´ kan vinden. | |
Limonium latifolium vormt forse rozetten met groot, donkergroen blad. De in de nazomer verschijnende vertakte trossen van kleine, lavendelblauwe bloemen zijn goede snij- en droogbloemen. | |
Linum narbonense verwant aan het landbouwproduct vlas, heeft een mooi smal blauwgroen blad aan slanke, dradige stengels. In de zomer verschijnen massa´s blauwe bloemen die echter maar kort bloeien. | |
Malva moschata is afkomstig uit Europa. Inheems en drachtplant, zaait uit. . | |
Oenothera macrocarpa ssp. Fremontii ´Silver Wings´ is een bodembedekkende vaste plant. Bladeren golvend, smal, lansvormig en grijsgroen. Van juni tot september verschijnen goudkleurige, bekervormige bloemen. Zeer goede bloeiende bodembedekker van 15 cm hoog voor moeilijke droge plaatsen. Plant ze vooraan in de border of de rotstuin in combinatie met Sedum ´Czar´s Gold´, Veronica ´Blue Feathers´ and Dracocephalum ´Blue Dragon´. | |
Oenothera pilosella ´Yella Fella´ is een teunisbloem afkomstig uit het oosten van de VS. Hij bloeit van juni tot augustus met goudgeelkleurige bloemen die mooi contrasteren met het typische rood aangelopen uitlopend blad. Bloemknoppen eerst oranjekleurig. De lichtgeurende bloemen staan aan 40 cm lange bloemstelen die heel goed kunnen toegepast worden als snijbloem. Groeiwijze opgericht. Bladeren donkergroen met een roodachtig herfsttint. Zowel bladeren als stengels zijn licht behaard. Deze cultivar is meer droogtetolerant dan zijn soortgenoten. | |
Oenothera speciosa bloeit van de vroege zomer tot de herfst met roze schotelvormige bloemen. | |
Oenothera speciosa ´Rosea´ bloeit van de vroege zomer tot de herfst met roze schotelvormige bloemen met een geel en wit hart. | |
Oenothera stricta ´Sulphurea´ is een zeldzame teunisbloem die in de zomer wekenlang bloeit. Aan de opgaande stengels verschijnen grote, geurende zachtgele bloemen die ´s avonds opengaan. De planten zaaien zich wel gemakkelijk uit. | |
Origanum laevigatum ´Herrenhausen´ is een bodembedekkende vaste plant met opgaande stengels die dicht bezet zijn met geurende bladeren. In de zomer en herfst verschijnen uitbundig dichte clusters van rozerode bloemen waar bijen en vlinders dol op zijn. | |
Pachysandra terminalis is inheems op alle eilanden van Japan en in China, westelijk tot Hubeien Oost-Sichuan waar ie groeit in vochtige bossen in dalen en op lage bergen tot 2000 m. Pachysandra terminalis verspreidt zich door uitlopers en vormt een tapijt van stevige, rechtopstaande scheuten van 20-30 cm. Het groene blad is 5-10 cm lang, groenblijvend en leerachtig en bovenaan grof getand. Ze zitten dicht opeen aan de top van de twijgen. De minder belangrijke witte bloemen verschijnen in april-mei, gevolgd door een bes in september-oktober. De vrouwelijke en mannelijke bloemen zijn onder elkaar geplaatst, de mannelijke boven, de vrouwelijke onder. De vruchten zijn bij rijpheid wit en glanzend, circa 1,2-1,5 cm groot. In cultuur komen ze zelden voor. Pachysandra houdt van halfschaduw tot schaduwrijke plaatsen met een losse, humusrijke grond op een doorlatende bodem. Een droge, zandige standplaats in de volle zon lust ie niet. Naast de wilde soort ´Pachsandra terminalis´ zijn ook nog andere rassen beschikbaar als ´Green Carpet´ en ´Variegata´ Afkomstig uit Japan en halfheester, groene twijg, geen kalk. | |
Papaver orientale ´Patty´s Plum´ bloeit in de vroege zomer. Kleur donker purper. Standplaats zon. | |
Papaver orientale ´Perry´s White´ bloeit in de vroege zomer. Kleur wit -donker hart. Standplaats zon. | |
Papaver orientale ´Royal Wedding´ werd in 1996 door het zaadhuis Jelitto geïntroduceerd en wordt nog vaak aangeduid als Papaver orientale ´Choir Boy´. Komt oorspronkelijk voor in Zuidwest Azië. De zuiverwitte bloemen met een zwart hart verschijnen vanaf mei aan tot 80 cm hoge bloemstengels. | |
Phlomis russeliana heeft grote wintergroene grondbladeren waaruit tot 90 cm hoge bloemstengels verschijnen waaraan, in etages, kransjes van lichtgele lipbloemen bloeien. Mooi in bloei, maar ook uitgebloeid geven ze een mooi winterbeeld. Tevens geschikt als droogbloem. | |
Phlox ´Atropurpurea´ (Subulata Group) Compacte groeiende bodembedekker die van het voorjaar tot de voorzomer rijkelijk en overweldigend bloeien. Geschikt voor een zonnige standplaats. Groenblijvend en winterhard. | |
Phlox ´Candy Stripes´ (Subulata Group) Compacte groeiende bodembedekker die van het voorjaar tot de voorzomer rijkelijk en overweldigend bloeien. Geschikt voor een zonnige standplaats. Groenblijvend en winterhard. | |
Phlox ´G.F.Wilson´ (Subulata Group) Compacte groeiende bodembedekker die van het voorjaar tot de voorzomer rijkelijk en overweldigend bloeien. Geschikt voor een zonnige standplaats. Groenblijvend en winterhard. | |
Phlox ´Maischnee´ (Subulata Group) Compacte groeiende bodembedekker die van het voorjaar tot de voorzomer rijkelijk en overweldigend bloeien. Geschikt voor een zonnige standplaats. Groenblijvend en winterhard. | |
Phlox ´Moerheimii´ (Subulata Group) Compacte groeiende bodembedekker die van het voorjaar tot de voorzomer rijkelijk en overweldigend bloeien. Geschikt voor een zonnige standplaats. Groenblijvend en winterhard. | |
Pulsatilla albana is afkomstig uit de Kaukasus en het noordoosten van Turkije en heeft diep ingesneden, zeer behaarde bladeren en knikkende gele bloemklokken op stengels van 20 cm lang. De buitenkant van de bloemen voelt fluwelig aan. Opvallend is deze gele kleur die weinig voorkomt binnen dit geslacht. | |
Pulsatilla alpina is een gewoonlijk witbloeiende soort wordt aangetroffen in de bergen van Midden-Europa. Hij vormt een lage, dichte pol. De tot 45 cm lange bloeistengels zijn bekroond met 5 grote bloemen. | |
Pulsatilla vernalis wordt in grote delen van Europa aangetroffen en verder naar het oosten tot aan Siberië. Hij heeft bijna platte rozetten van zeer behaard, diep ingesneden blad. De bloemen hangen aanvankelijk, maar richten zich later op en zijn wit of wit met een roze gloed. Stengels en knoppen zijn blauwgroen. | |
Pulsatilla vulgaris vind je in oude boeken nog terug als Anemone pulsatilla. Deze bossige dwergplant heeft zachtbehaarde, fijngeveerde bladeren, stengels en bloemknoppen. Als deze knoppen nog voor het grijze varenachtige blad in maart uitkomen, lijken ze precies op cocons. De tot 8 cm grote bloemen verschijnen in maart -april en hebben de vorm van een beker. Ze zijn violet en hebben oranjegele meeldraden. Na de bloei verschijnen decoratieve bloempluizen. | |
Pulsatilla vulgaris ´Alba´ is een bossige dwergplant met zachtbehaarde, fijngeveerde bladeren, stengels en bloemknoppen. Als deze knoppen nog voor het grijze varenachtige blad in maart uitkomen, lijken ze precies op cocons. De bijzonder grote witte bloemen met gele meeldraden verschijnen in de loop van maart – april en hebben de vorm van een beker. Na de bloei verschijnen decoratieve bloempluizen. | |
Pulsatilla vulgaris ´Papageno´ werd in 1993 door het zaadhuis Jelitto geïntroduceerd en genoemd naar de acteur Papageno in de opera ´The Magic Flute´ . Is oorspronkelijk inheems Groot-Brittannië, van zuidelijk Frankrijk to Zweden en in het oosten van Oekraïne. Deze opmerkelijke cultivar onderscheidt zich door zijn halfdubbele krokusachtige bloemen die verschijnen van maart tot april. Bij vermeerdering door zaaien bekomt men planten met een pallet van bloemkleuren: rood, wit, roos, blauw, … | |
Pulsatilla vulgaris ´Röde Klokke´ is een bossige dwergplant met zachtbehaarde, fijngeveerde bladeren, stengels en bloemknoppen. Als deze knoppen nog voor het grijze varenachtige blad in maart uitkomen, lijken ze precies op cocons. De bijzonder grote lichtrode bloemen met gele meeldraden verschijnen in de loop van maart – april en hebben de vorm van een beker. Na de bloei verschijnen decoratieve bloempluizen. | |
Pulsatilla vulgaris ´Rubra´ is een bossige dwergplant met zachtbehaarde, fijngeveerde bladeren, stengels en bloemknoppen. Als deze knoppen nog voor het grijze varenachtige blad in maart uitkomen, lijken ze precies op cocons. De bijzonder grote donkerviolette bloemen met gele meeldraden verschijnen in de loop van maart – april en hebben de vorm van een beker. Na de bloei verschijnen decoratieve bloempluizen. | |
Pulsatilla vulgaris ´Violet Bells´ werd in 1997 door het zaadhuis Jelitto geïntroduceerd en is oorspronkelijk inheems in Groot-Britannië, van zuidelijk Frankrijk to Zweden en in het oosten van Oekranië. Ook uit zaad zuiver violetblauwe bloemen die verschijnen van maart tot april. Mooi varenachtig en fijn loof. In de rotstuin of op de voorgrond in de border heel mooi te combineren met bijvoorbeeld Lychnis flos-jovis ´Peggy´, Cyclamen coum of Alyssum montanum ´Mountain Gold´ . | |
Rudbeckia fulgida ´Goldsturm´ is het bekenste en ook de belangrijkste soort voor de tuin en de vaste plantenborder, enorm gewaardeerd omwille van zijn lange bloei tot in november. De gele margrietachtige bloemen met hun typisch zwart hart verschijnen op 50-60 cm lange, sterke stengels. Zolang deze kleurrijke plant in de zomer over voldoende vocht beschikt blijven ze goed doorbloeien tot aan de vorst. | |
Salvia cacaliifolia is een rijkbloeiendehemelsblauwesalie voor devollezonenis het mooistingroterepotten. Deze sterke maar zeldzame salie heeft een 3-hoekig blad. De planten lijken wat op Salvia patens. Houden van een warme en zonnige standplaats. | |
Salvia lyrata ´Purple Knockout´ Salvia lyrata ´Purple Knockout´ is een salvia gewonnen door het zaadhuis Jelitto en werd in 1999 als nieuwigheid geïntroduceerd. Deze cultivar is bijzonder omwille van zijn blinkend roodpurper blad. Het blad blijft het ganse seizoen door goed op kleur, zelfs in het midden van een hete zomer. De lavendelblauwe bloemen verschijen van mei tot juli. Doet het goed als bodembedekker op arme, zandige gronden. | |
Saponaria ocymoides ´Snow Tip´ is gewonnen door het zaadhuis Jelitto na jaren van intens selecteren en vermeerderen en werd in 1996 als nieuwigheid geïntroduceerd. Oorspronkelijk afkomstig uit de bergen van Spanje, Zuid-Frankrijk en de Italiaanse Alpen. Deze laag, opengroeiende borderplant bloeit van juni tot juli met zuiver witte bloemen. Zeer mooi voor de rotstuin, in kuipen en bakken of vooraan in de border en heel mooi te combineren met bijvoorbeeld Coreopsis ´Sterntaler´ of Eryngium variifolium. |
|
Scabiosa ochroleuca ´Moon Dance´ is gewonnen door het zaadhuis Jelitto en werd in 2007 als nieuwigheid geïntroduceerd. Het is een zaadvaste cultivar en een verbetering van de gepatenteerde ´Lemon Sorbet´ cultivar (gewonnen door University of Georgia). Deze cultivar is goed winterhard en blijft lager dan de meeste van zijn soortgenoten. Compact groeiend. Levert zeer mooie snijbloemen van aan het begin van de zomer tot aan de eerste najaarsvorst. Gele bloemhoofdjes lijken als speldenkussens aan de bloemstengels te hangen. Zeer mooi op de voorgrond van de border, in bakken en kuipen of in rotstuinen gecombineerd met Coreopsis auriculata ´Elfin Gold´, Penstemon ´Sunburst Ruby´, Goniolimon ´Sea Spray´ of Stachys ´Silky Fleece´. | |
Scutellaria alpina is een kalkminnende soort die voorkomt in gebergtes op het Iberisch Schiereiland tot Rusland en Siberië. Deze aan steenhoudende, schrale grond aangepaste vaste plant heeft een verhoutende wortelstok en gebogen, struikvormig groeiende twijgen. De ovale bladeren zijn licht behaard. De tamelijk grote, paarsblauwe bloemen staan in een korte, hoekige schijnaar. | |
Scutellaria incana is een iets hogere soort voor droge plaatsen, met zilverachtig, zeegroen blad en lichtblauwe bloempjes die pas in augustus en september verschijnen en goed als snijbloemen te gebruiken zijn. | |
Scutellaria orientalis is een polvormige vaste plant, die van oorsprong in Spanje en Oost-Europa thuishoort. Met zijn zilvergrijze loof en gele, dichte bloeiaren past hij goed in rotstuinen en op muren. | |
Sedum ´Bertram Anderson´ is een kruipende Sedum, de gehele plant is donkerrood-purper gekleurd, langbloeiend voor een zonnige en droge plaats. | |
Sedum ´Summer Glory´ werd in 1999 door het zaadhuis Jelitto geïntroduceerd en is oorspronkelijk inheems in Iran en de Kaukasus. In zachte winters wintergroen. Gemakkelijke bodembedekkende vetplant die het nog goed doet op arme en droge gronden. De rode stervormige bloemen verschijnen van juli tot september. Mooi toe te passen in rotstuinen, in bakken en kuipen, als bodembedekking en vooraan in de border in combinatie met bijvoorbeeld Liatris ´Kobold´, Echium russicum en Penstemon smallii. | |
Sedum acre is afkomstig uit Europa, Middellands zeegebied en drachtplant, vlinders, talud of stapelmuur. | |
Sedum acre ´Oktoberfest´ is een laagblijvende bodembedekkende, matvormende plant die in 2005 door het zaadhuis Jelitto werd geïntroduceerd. Oorspronkelijk inheems van Groenland tot de punt van Zuid-Amerika. Zeer goed droogtebestending. De kleine crèmewitkleurige bloempjes verschijnen van juli tot augustus. Mooi toe te passen in rotstuinen, in bakken en kuipen en vooraan in de border in combinatie met bijvoorbeeld Oenothera ´Silver Wings´, Dianthus ´Rupert´s Pink´ en Scabiosa ´Pincushion Pink´. | |
Sedum forsterianum subsp. elegans ´Silver Stone´ Sedum forsterianum ssp. Elegans ´Silver Stone´ is gewonnen door het zaadhuis Jelitto en werd in 2007 als nieuwigheid geïntroduceerd. Deze selectie blijft lager dan zijn soortgenoten. Goed te gebruiken als dakbedekking, verdraagt goed droge omstandigheden (tot 60 dagen zonder regen). ´Silver Stone´ vormt dikke, attractieve bladrozetten met groenblauwe, smalle bladeren die soms purperroos aanlopen.. | |
Sedum hispanicum is mosachtig. Het loof veranderd volgens de weersomstandigheden. | |
Sedum selskianum ´Goldilocks´ werd in 2006 door het zaadhuis Jelitto geïntroduceerd en is oorspronkelijk inheems in de bergen rondom de Amur rivier, tussen China en Rusland. Deze cultivar wordt vaak verward met Sedum ellacombianum. Zeer rijkbloeiend van augustus tot september met diep goudgele, stervormige bloemen. Het behaade blad is smal en lancetvormig. Goed droogtebestendig. Makkelijk te houden plant.Mooi toe te passen in rotstuinen, in bakken en kuipen en vooraan in de border in combinatie met bijvoorbeeld Oenothera ´Silver Wings´, Dracecephalum ´Blue Dragon´ en Thymus ´Magic Carpet´. | |
Sedum spectabile is afkomstig uit Centraal-China, Japan. Het is een drachtplant met de bijzondere leuke eigenschap van enorm veel vlinders aan te trekken. Hemelsleutel is een vlezige vaste plant met blauwgroene, zittende en omgekeerd eironde bladeren die soms lichtjes getand zijn of gewoon gaafrandig, 7,5 cm lang en 5 cm breed. Wit met groene nerven. De bloemen zijn typische stervormig gebundeld in 20 cm grote tuilen van brede, platte hoofden. Sedum spectabile is lichtrozig en telt een paar rassen die vooral donkerder van kleur zijn. | |
Sidalcea ´Rosanna´ werd in 1998 door het zaadhuis Jelitto geïntroduceerd en komt oorspronkelijk voor in de prairiegebieden van Noord-Amerika. Deze cultivar heeft een diep ingesneden blad maar behoud toch nog zijn wild karakter. Bij ons goed winterhard. De cyclaamroze bloemen verschijnen van juli tot september aan tot 1 m hoge bloemstengels. Het is een van de meest winterharde cultivars van dit geslacht. | |
Sisyrinchium angustifolium bieslelie of blauwogig gras vormt dichte, 20 cm hoge, donkergroene bundels bladeren, waarboven zich tussen mei en juli ongeveer 1 cm grote, paarsblauwe bloemen verheffen. Een mooie soort voor de rotstuin of containers, die een zonnige plaats op doorlatende, humusrijke zandgrond wenst. | |
Sisyrinchium striatum is een opvallende sierplant met blad als van lissen en tot 80 cm hoge stengels, waaraan in juni en juli crème,- en zwavel- tot citroengele bloemen verschijnen. Hij heeft voorkeur voor een beschutte, zonnige plaats en humusrijke zandgrond. Geschikte groeiplaatsen zijn rotstuinen en borders. Bijzondere effecten ontstaan bij combinatie met planten met grijs of zilverwit blad. | |
Stachys byzantina ´Cotton Ball´ is witwollig behaard en kan met z´n uitlopers snel uitbrieden over grotere oppervlakten. De planten houden van schrale, droge zandige gronden op een zonnige plaats. Te veel nattigheid doet z´n bladeren verwelken. Hij is voor perken, rotstuinen of als bodembedekker te gebruiken. | |
Stachys byzantina ´Silky Fleece´ werd in 2006 door het zaadhuis Jelitto geïntroduceerd en is oorspronkelijk afkomstig uit Turkije en Iran. Deze ezelsoor heeft een prachtig behaard grijskleurig blad. Zeer mooi te gebruiken als bodembedekking op niet te vochtige plaatsen. De lila pluimvormige bloemen verschijnen van juli tot augustus aan korte, 25 cm hoge stengels. | |
Symphytum grandiflorum ´Saphir´ Symphytum grandiflorum ´Saphir´ is een nog te weinig gebruikte maar zeer waardevolle plant voor plekken onder bomen. De cultivar voelt zich in schaduw of halfschaduw tussen houtige gewassen prima thuis en kan daar uitgroeien tot een makkelijke en mooie bodembedekker. De bodem moet echter vochtig genoeg zijn. Deze cultivar wenst een wat beschutte standplaats. | |
Teucrium chamaedrys ´Nanum´ is een laagblijvend halfheestertje met mooie, duidelijk zichtbare rozebloemen van juni tot september. In zachte winters zijn ze groenblijvend. Deze kalkminnende planten passen perfect in de border, in de heidetuin of lenen zich goed voor kleine heggetjes. Ze houden van een ietwat droge standplaats in de volle zon. | |
Verbascum ´Gainsborough´ is vermoedelijk een hybride van Verbascum phoeniceum. Het gaat om een kortlevende vaste plant die vaak eenjarig wordt geteeld. Hij wordt 1-1,2 m hoog, heeft grijs blad en bloeit met zwavelgele bloemen met een paars merkteken in aren. Toortsen zijn geheel winterhard tot vorstbestendig, maar verdragen geen winterse nattigheid. Plant alle soorten in goed doorlatende grond op een open, zonnige plaats, al verdragen ze ook wel schaduw. | |
Verbascum chaixii ´Sixteen Candles´ produceert kaarsrechte (toorts) 100 cm lange bloemstengels van juni tot augustus die bezet zijn met heldergele bloemen met aantrekkelijke violetkleurige meeldraden. Doet het nog goed op droge plaatsen. Mooi in de border te combineren met Veronica longifolia ´Pink Shades´, Penstemon grandiflorus, Eryngium alpinum ´Blue Star´ en Salvia sclarea ´Vatican White´. Plaats eens deze snijbloemkaars op je piano. | |
Verbascum chaixii forma album ´Wedding Candles´ produceert kaarsrechte bloemstengels tot 1 m hoog met witte bloemen met purperen meeldraden. Ze bloeien van juni tot augustus en zijn uitstekend geschikt als snijbloem. In de border mooi te combineren met Gaillardia ´Amber Wheels´, Penstemon hirsutus en Phlomis cashmeriana.
Toortsen zijn geheel winterhard tot vorstbestendig, maar verdragen geen winterse nattigheid. Plant alle soorten in goed doorlatende grond op een open, zonnige plaats, al verdragen ze ook wel schaduw. In voorjaar of nazomer vermeerderen uit zaad, of in de winter door deling. Sommige soorten zaaien zichzelf uit. Is gewonnen door het zaadhuis Jelitto en werd in 2006 als nieuwigheid geïntroduceerd. |
|
Verbascum phoeniceum ´Rosetta´ werd in 2003 door het zaadhuis Jelitto geïntroduceerd en is oorspronkelijk inheems in Europa, Afrika en West- en Centraal Azië. Deze cultivar is geselecteerd uit zaailingen van Verbascum phoeniceum ´Violetta´. Zeer mooi met donkergroen, gerimpelde bladeren en karmijnrode bloemen die verschijnen van mei tot augustus aan 60 cm lange bloemstengels. Goed droogtebestendig. | |
Vinca major Groenblijvende, winterharde bodembedekker met een onbeperkte groei in de breedte die een prima bodembedekking vormen. De stengels staan eerst rechtop en gaan daarna kruipen. Ze wortelen aan de toppen of waar ze de grond raken. Op diverse tijden in het jaar bloeien ze. | |
Waldsteinia ternata is afkomstig uit Oost-Europa, Noord-Azië en woekert. |
Zie ook deel 1 & 2.