Het is heel goed mogelijk om het gehele jaar rond kleur in je tuin te brengen. Natuurlijk is de weelde aan kleur in Januari niet hetzelfde als in de junimaand, maar toch kan je voor heel wat kleur zorgen met de allereerste vluchtige bloesempjes en de kleurige bessen die uit de herfst zijn overgebleven. Deze rijkdom moeten we naar waarde weten te schatten en er een ruim gebruik van maken, want zelfs één winterbloem is de voorbode van de lente en kan soms waardevoller voor ons zijn dan een hele bos bloemen in de zomer.
In onderstaand beplantingsschema vindt je een combinatie van in Januari bloeiende planten. Natuurlijk beïnvloedt het weer van de voorgaande maanden de bloei en de kwaliteit van deze planten, doch in het algemeen bloeien deze planten reeds in de maand januari. Let wel op, het grootste deel van de onderstaande planten zijn heel apart maar niet geheel winterhard, winterbescherming in open lucht is noodzakelijk.
br>
Legende |
foto | plantengids |
1. Garreya elliptica | Garrya elliptica is een bijzondere heester, die al in januari – februari in bloei staat. De lange mannelijke katjes zijn grijsgroen, de vrouwelijke zilvergrijs gevolgd door purpergroene vruchten. Op een beschutte plaats is hij een aanwinst voor de tuin omdat hij de grijze maanden opfleurt. Garrya is inheems in de kustgebieden van Californië en Oregon. Hij groeit daar in het bos en in dicht struikgewas op een hoogte van 600 m. Deze heester werd benoemd naar Nicholas Garry, lid van de Hudson Bay Company die vanaf de 18e eeuw een belangrijke rol gespeeld heeft m.b.t. de pelshandel in het noorden van de Verenigde Staten. Een geselecteerde plant uit Californië kreeg de naam ´James Roof´, directeur van de botanische tuin van Berkeley. Garrya is een groenblijvende heester of kleine boom die 8 m hoog kan worden. Hij is tweehuizig, d.w.z. dat de mannelijke en vrouwelijke katjes aan verschillende planten zitten. De bladeren zijn dik, leerachtig, grijsgroen en aan de onderzijde wollig. In het wild zijn de mannelijke katjes doorgaans tot 15 cm lang, maar bij goede selecties kunnen zij 35 cm bereiken. Garrya elliptica is winterhard, maar door ijzige wind kan het blad beschadigd worden. Dan bevriezen de katjes. Garrya staat het liefst op een beschutte plaats, want hij kan niet tegen ijzige wind. Hij is geschikt als leiboom tegen een muur of schutting. Hij heeft goed doorlatende grond nodig. Naast Garrya elliptica bestaan er nog 12 andere soorten. Garrya fremonti, in het Engels Fever Bush genoemd, werd ingevoerd vanuit de bosgebieden van Oregon. Hij heeft wat smallere bladeren die wat lichter groen zijn dan Garrya elliptica. Zijn katjes bloeien iets later en zijn minder opzienbarend. Garrya ´James Roof´ heeft lange witroze katjes. |
|
2. Chimonanthus praecox | Chimonanthus praecox is één van de mooiste bloeiers in de tweede helft van de winter en lenteperiode. Inheems in China in het gebergte op 3000 m hoogte van Sichuan en Hubei tot Chekiang. De wasachtige roomgele bloemen bevatten paars gevlekte binnenste kroonblaadjes. De buitenste bloemblaadjes zijn bijna doorzichtig. Bloemen zijn vrij vorstbestendig maar het bloeihout moet in de zomer goed kunnen afrijpen, een zonnige warme standplaats tegen bijvoorbeeld een zuidenmuur is dan ook de beste plaats.
Na een koele zomer bij ons moeilijk bloeiend. De bloemen verspreiden een sterke, kruidachtige citroengeur die vooral overheerst wanneer men enkele takken binnenshuis brengt, de cultivars ruiken veel minder sterk. De plant bloeit op kale takken, na de bloei in de zomer, is de struik eerder saai. De bladeren zijn ruw, ei- tot lancetvormig en tegenoverstaand. De plant doet er enkele jaren over vooraleer hij in bloei komt. Het is een plant voor de geduldige tuinier die meestal een jaar of 5 op de eerste bloemen moet wachten. Het wachten is alleszins de moeite waarde. Heel mooi in combinatie met de vrolijk geel bloeiende winterjasmijn en violetkleurige winteririssen. |
|
3. Jasminum nudiflorum | Is afkomstig uit China. Deze gele winterjasmijn, is een werkwaardige plant. Hoewel de bloempjes dikwijls bevriezen, is de vroege bloei toch zo geliefd, dat men deze klimmer gaarne aanplant. De winterjasmijn bloei naakt. Dat wil zeggen dat hij bloeit voordat het blad zich ontvouwt. Deze winterjasmijn heeft overigens niets te maken met de boerenjasmijn. Het is namelijk een klimheester met lange harde takken en weinig, kleine blaadjes. De plant bloeit, afhankelijk van het weer, normaal gedurende de hele winter door met gele bloemetjes. | |
4. Hamamelis virginiana | Deze uit Noord-Amerika afkomstige hamamelis lijkt sterk op de hazelaar. Inheems van Nova Scotia tot Wisconsin in het oosten, tot Texas (zelden) en Noord Florida in het zuiden, in zomergroene bossen. Bladverliezende struik tot 9 m hoog. De bladeren zijn omgekeerd eirond, tot 15 cm lang, grof ingesneden en aan de basis asymmetrisch. In de herfst verkleuren ze mooi geel. De lichtgele bloemen verschijnen kort voor of na de bladval en geuren sterk. De kroonblaadjes strekken zich bij warm weer en rollen zich weer op als het kouder wordt. De vruchten rijpen pas het jaar ernaar. H. virginiana werd al door de Indianen als geneeskrachtige plant gebruikt. Uit de schors worden ook allerlei cosmetische middelen bereid. Verlangt een zurige grond. | |
5. Abeliophyllum distichum | Deze uit Korea afkomstige winterbloeier wordt ook wel eens ´Witte Forsythia´ genaamd. Abeliophyllum distichum is een kleinblijvend, compact groeiende heester die in februari rijkelijk bloeit. De plant heeft een stevige wortelgestel en is goed winterhard. Vraagt een goed doorlatende grond die voldoende voedselrijk is. | |
6. Rhododendron mucronulatum | Rhododendron mucronulatum is één der eerste bloeiende rhododendron samen met de toverhazelaar en sneeuwklokjes. De 4-10 cm lange bladeren zijn elliptisch-lancetvormig. De bloemen verschijnen voor het blad tussen januari en maart. Inheems in Japan en Oost-Azië. Veel Japanse Azalea´s zijn ontstaan uit kruisingen met deze Rhodo. De plant is niet groot. Zelden wordt hij groter dan 1.5 meter. De zuiver witte bloemen staan in bosjes bij elkaar aan het einde van de stengels. Bladeren lancetvormig. Meestal vallen de bladeren van deze soort af, de bloemen zitten dan ook vaak aan naakte takken. Zijn de bloemknoppen door slecht weer beschadigd dan komen er weer nieuwe knoppen aan. Het is dus eigenlijk wel een gemakkelijke plant die altijd garant staat voor succes. Hij is van belang vanwege zijn vroege bloei, maar verlangt een beschutte plaats. |
|
7. Narcissus ´Golden Harvest´ | Vroeg bloeiend.
De meeste rassen uit de trompetnarcis groep zijn bekende voorjaarsbloeiers, die éénkleurig wit of geel zijn. Elke steel draagt een bloem. De bijkroon is langer dan de bloembekleedsels. Meestal bloeien ze tussen maart en april. Trompet Narcissen zijn onmisbaar in de lentetuin en zeer geschikt voor verwildering en potcultuur. |
|
8. Helleborus niger | Helleborus niger is inheems in de Oostelijke Alpen en de Noordelijke Apennijnen, van Zuid-Duitsland en Zwitserland (Ticino) tot Italië en Joegoslavië. Daar groeit hij in naaldbossen, soms op open grasland. We kennen deze kerstroos het best van de kerststukjes, de dan in een kas in bloei getrokken planten worden massaal in de bloemenhandel aangeboden. De witte ronde platte bloemen verschijnen tussen december en maart en hebben een groen oog en zijn 4 tot 8 cm groot. De verschillende cultivars zijn voornamelijk geselecteerd op stengels en grotere bloemen.
Gebruik: Helleborus niger is zowat de meest aangeplant Helleborus terwijl de soort het eigenlijk niet zo schitterend doet. Het is vrij moeilijke plant die wel wil groeien, maar dat zelden met gave bloemen en bladeren doet omdat die vaak lijden aan schimmelziekten. Voor de tuin zijn de Helleborus orientalis-hybriden veel beter geschikt en daar kunt u ook selecties van kopen met grote witte bloemen. Als solitair te midden van lagere en later bloeiende beplanting, naast een verhard gedeelte in de tuin, een pad of een groot terras, is deze Helleborus argutifolius een aanwinst voor de tuin. De plant heeft een sterke uitstraling en omdat de nieuwe stengels begin mei al gedeeltelijk gevormd zijn, is de plant nooit lelijk. Vroege bloeiers zijn goede partners, zoals de winterbloeiende Cyclamen coum, primula´s, longkruid, Sanguinaria canadensis of Trillium. Passende buren zijn lage bladhoudende heesters en allerhande varens. Een andere prima standplaats voor Helleborus is in de lichte zomerschaduw onder bladverliezende struiken en bomen die geen al te dicht bladerdek vormen. Zulke geschikte bomen zijn Gleditsia, notelaar, Japanse kers en allerhande fruitbomen. Standplaats: Deze helleborus doen het beter in de halfschaduw. Door de warmte groeien ze in de zomer wat langzamer. Het is aan te raden de planten in de winter wat te beschermen. Vraagt een bodem die rijk is aan mineralen op een kalkrijke, lange tijd niet bemeste tuingrond, die echter wel best humusrijk en met lavameel verrijkt is. Giftigheid: Alle plantendelen zijn zwak giftig. De zaden kunnen bij het oogsten jeuk veroorzaken en pijn in de vingers. Ze bevatten hellebrine, dat plaatselijk huid- en slijmvliezen irriteert en helleborine, een giftig bestanddeel dat op het hart inwerkt zoals de digitaline uit vingerhoedskruid. Vergiftigingsverschijnselen met Helleborus komen uiterst zelden voor en de giftigheid is zeker geen reden om deze magnifieke plant uit de tuin te bannen. |
|
9. Erica | Verschillende cultivars kunnen ervoor zorgen dat er zowel ´s winters in je tuin nog wat kleur van bloeiende planten te zien is maar ook tijdens de zomerperiode. Als je het wat pienter uitkient kan je dus met heide bijna jaarrond kleur in je tuin brengen.
Standplaats: Heide vraagt een bodem met lage pH-waarden (zure bodem). Plant ze alleen in goed voorbereide gronden. Ze haten kalk, dus nooit bekalken of gieten met leidingwater. Winterhardheid: In strenge winters kan voorschade optreden. Vooral geelbladige rassen zijn wat gevoeliger. Dek de planten tijdens de koudste perioden af met wat dennetakken. Vermeerderen: Door scheuren of het nemen van zomerstek (kopstekken), meestal in augustus-september. |
|
10. Daphne odorata | ||
11. Viburnum bodnantense | Viburnum bodnantense is een bladverliezende heester die midden in de winter bloeit. Het is een hybride ontstaan in Bodnant, Noord-Wales omstreeks 1935, uit de kruising van Viburnum farreri en Viburnum grandiflorum. Uit de kruising zijn 2 selecties ontstaan: ´Dawn´ met een iets donkerder tint, en ´Deben´ met zuiver witte tot lichtroze bloemen.
Viburnum bodnantense begint in november te bloeien en houdt dat tot in januari vol. De licht witroze bloempjes staan in trosjes aan de kale takken. Als het vriest, stopt de bloei eventjes. Maar treedt de dooi in, dan komen ze vanzelf weer terug. De struiken worden 3 tot 3.5 meter hoog met glanzende, diepgroene, ovale bladeren met een fletsgroene onderzijde. Vooral ook de herfstkleuren zijn bijzonder opvallend met schakeringen van oranje tot rood en paars. De bloemen geuren zwaar geparfumeerd. |
|
12. Eranthis hyemalis | Eranthis hyemalis is een volkomen winterhard bolgewas, dat afkomstig is uit Zuid-Europa, maar komt ook hier af en toe verwilderd voor. Deze winterakoniet vormt op den duur grote groepen. De heldergele, komvormige bloemen bloeien al in februari, in zachte winters soms als eind januari, en doen ons wat aan boterbloemen denken. Ze worden zo´n 2 tot 2.5 cm groot in doorsneden. Heel mooi om in het gazon te planten. Opvallend zijn de groene omwindselbladeren onder elke bloem. Verdraagt lichte schaduw uitstekend. Voor een goed effect is het nodig groepen van minstens 10 te planten op een diepte van 4 à 5 cm.
|
Bron: Rudi Van Overloop, TK-Plantengids