Een royaal zonneterras waar het ook op een zwoele zomeravond goed vertoeven is, is een droombeeld voor velen. Met het verdwijnen van de R uit de maand, kunt u zonneklaar de zomertuin in ! Als tuinontwerper zou je wensen dat de mensen zich wat meer bewust zouden worden van de waarde die hun tuin kan hebben als leef- en woonruimte.
Vele tuinliefhebbers houden van zonnen. In de tuin zouden ze vaak een prachtige zonneplek kunnen creëren. Lekker beschut, waardoor je het aantal zonne-uren kan verdubbelen. In ons landje hebben we geen gebrek aan zonne-uren, wel aan luwte!!!
In je tuin kunt u door toepassing van windschermen zelf zomerse dagen creëren. Een zonneterras kan ook een heerlijke speelplaats zijn voor de kinderen, vooral als er ook nog gezorgd is voor een goede windkering.
2. Zonneplek
Heel belangrijk is het bepalen van de zonneplek. Je hebt namelijk niet alleen te maken met zon en wind maar ook met inkijkende buren, ook van bovenaf. Op een zonneterras moet je je volkomen ongegeneerd kunnen bewegen. Van buitenaf zouden slechts enkele hoge bomen en vogels dit aan alle kanten beschermde oord mogen binnenkijken.
3. Schaduwkaart
Het meest efficiënte is het maken van de zogenaamde schaduwkaart. Dit geldt trouwens niet alleen voor de aanleg van je zonneplekje. Voor elke tuin geldt, dat u rekening moet houden met het invallende zonlicht. Wilt u de juiste planten op de juiste plek in uw tuin zetten en wilt u zich op de meest geschikte plaats in de zon koesteren, dan kunt u er niet omheen tijdig tevoren licht en schaduw in uw tuin te noteren. Dat doe je natuurlijk niet zo maar even, bijvoorbeeld rond het middaguur op den 21e juni. Met de gegevens van deze langste dag van het jaar zou de uitkomst van zo´n meting namelijk wel al te veelbelovend zijn.
Je kan best je metingen in mei en juli verrichten. In de andere maanden staat de zon alweer te laag.
4. Metingen. Op een zonnige dag in Mei of Juni gaan we de lichtverhoudingen meten:
– ´s morgens om 9 uur
– ´s middags tussen 12 en 1 uur
– ´s namiddags rond de klok van 4 uur
U hoeft dan niet anders dan te kijken waar op de aangegeven uren de zon schijnt, en waar de schaduw is. Deze schaduwsituatie zet je op papier. Handigst is het gebruik van transparant papier. Neem voor elke waarneming een apart vel transparant papier, je kan dan door simpelweg de vellen boven elkaar te leggen, zien hoe het gesteld is met de zonschaduw verhouding in de tuin.
Gebruik voor de 3 waarnemingen verschillende kleuren of arceringen, bijvoorbeeld:
– ´s morgens een arcering met strepen van rechts boven naar links beneden (onderste vel)
– ´s middags van boven naar beneden (middelste vel)
– ´s namiddags van links boven schuin naar rechts beneden (onderste vel)
Bij het arceren van de verschillende schaduwzones legt u de noordkant aan de bovenkant. Zo´n serie tekeningen geeft je een heel goed idee.
geen arceringen – wit gebleven plekken dus, betekent de gehele dag zon, 1 arcering zijn plaatsen die slechts een gedeelte van de dag schaduw krijgen, en 2- of 3- maal elkaar kruisende lijnen geven echt donkere tuingedeelten aan.
Foto CorelCD: ´English Gardens´
5. En de planten?
In verband met het zonnen is het ook belangrijk rekening te houden met de schaduw die zal ontstaan door het planten van bomen en hoge heesters. Teken een boom bijvoorbeeld eerst zoals hij na 5 jaar zal zijn uitgegroeid. Doe hetzelfde voor 10-15 jaar en tenslotte voor bijvoorbeeld 25 jaar. Dan weet u tenminste waar u ook in de toekomst op moet rekenen bij de keuze van de plaats van het zonneterras en van zonneminnende en schaduwverdragende planten.
6. Beschutting tegen wind
Beschutting tegen wind is met vele materialen te verwezenlijken : een groene plantenhaag, een schutting uit vlechthout, rondhouten palen, …
Door de windkering zal het klimaat in je tuin verbeteren:
– een halfopen schutting (met kieren van een paar centimeter breed),die de wind zeeft in plaats van breekt. Zet daarvoor nog wat struiken die de kracht van de wind verder doen afnemen.
– een dikke, maar helaas ook brede manshoge haag.
Maak dus nooit een helemaal dichte schutting !!! Daardoor slaat de wind omhoog en komt vervolgens in botsing met hogere luchtlagen. Deze slaan dan met een dubbele kracht omlaag,zodat er nare valwinden ontstaan. Alleen pal achter zo´n schutting zal het luw zijn.