Bomen en hagen

Euphorbia amygdaloides of amandelwolfsmelk is één van de mooiste wintergroene vaste planten. Het bruinrode blad is bijzonder decoratief en daar steken de lichtgroene bloemschermen prachtig tegen af. Deze amandelwolfsmelk is inheems in Europa tot in Zuid-Rusland en de Kaukasus. Het is een overblijvende halfstruik die 30-50 cm hoog wordt. De lange, omgekeerd eironde bladeren zijn donker-olijfgroen, aan de onderzijde roestrood en in de winter paarsrood. De bloeiwijzen ontwikkelen zich eindstandig in het voorjaar aan de tweejarige takken als cilindervormige, groenachtig tot groengele schermen met vergroeide, ronde schutbladen.

Euphorbia amygdaloides var. robbiae

is afkomstig uit het noordwestelijk deel van Klein Azië. Deze wolfsmelk soort is met zijn worteluitlopers een hele nuttige bodembedekker. Hij doet het ook goed op een droge grond op een halfschaduwrijke plek. Dit is altijd een moeilijke combinatie maar deze plant is dus toepasbaar als bodembedekker onder bomen op zandige tuingronden, mits voldoende te kalken natuurlijk.

De bladeren van deze variëteit zijn breder, glanzend donkergroen en staan dicht opeen aan de uiteinden van de takken en zijn bijna rond. Bijzonder opvallend is het overblijvende blad, dat overigens in strenge winters te lijden zal hebben van de strengste vorst als het niet wordt beschut. Het blad contrasteert mooi met de limoengroene dekbladeren die lang zichtbaar blijven en aan de tweejarige twijgen verschijnen.

Euphorbia amygdaloides ´Purpurea´

is nog mooier dan de soort en komt enkele maanden vroeger in bloei. Deze wintergroene vaste planten werd in 1995 benoemd tot vaste plant van het jaar. Opvallend is het purperkleurig blad dat bijzonder decoratief is. Ze vormen een mooi contrast met de geelpaarse bloemschermen die van april tot mei verschijnen.

Foto Vlam

Giftigheid

De naam wolfsmelk heeft betrekking op het witte melksap. Op de huid van daarvoor gevoelige mensen kan het lichte irritatie geven

Verzorging

Wolfsmelksoorten vallen vooral op door de kleurige schutbladen, die om de vrij onopvallende bloempjes groeien. Deze bladhoudende tuinplanten laten zich goed combineren in een border of voor een heestergroep. Het zijn kalkminnende planten die de voorkeur geven aan halfschaduw tot schaduwrijke plaatsen en zich goed aanpassen aan een groeiomgeving met heesters. Bescherm de planten tijdens de ergste vorstperioden.

Euphorbia cyparissias of de cipreswolfsmelk

is inheems in heel Europa en bij ons te vinden op rivierduinen en langs spoordijken. Hij staat vooral op losse, lichte, doorlatende grond. Het is een stevige, zodevormende soort, die zich sterk verbreidt door middel van uitlopers en daardoor wat woekerend kan worden. Het blad is langwerpig smal, naaldvormig en blauwgroen. De bloemschermen met kleine bloemen zijn groengeel, vaak rood aangelopen en worden graag door vlinders bezocht.

Met hun geringe hoogte zijn ze geschikt om te planten in grote vlakken, in natuurtuinen en op lichte, schrale grond. Er zijn enkele mooie cultivars beschikbaar zoals ´Bettem´, ´Fens Ruby´, ´Orange Man´en ´Clarice Howard´.

Snoeien

Gebruik altijd handschoenen bij de snoei ! De plantendelen bevatten een giftig melksap. Bij aanraking met de huid kan dit soms irriterende uitslag veroorzaken.
Euphorbia amygdaloides en cultivars: knip de bloeiwijzen na de bloei af, dat houdt de plant compact.
Bloeit op het tweejarige (overjaarse) gevormde hout. Dus nooit jaarlijks kort snoeien.

Bron: /plantengids/ en