Groente en Fruit

De toverkomkommer is inheems in het Middellandse Zeegebied. De enkele centimeters grote vruchtjes, die naar beneden hangen lijken enigszins op augurkjes. Bij rijping komt het aanwezige vocht hierin onder hoge druk te staan. Bij de geringste aanraking of trilling raken deze los van de steeltjes en vliegen door de aandrijving van het aanwezige vocht als een raket weg. Medicinaal hebben de vruchten een vochtafdrijvende en purgerende werking. Echter zijn zij bij overdreven gebruik braakverwekkend. Mede om deze reden beschouw ik de bij mij overblijvende plant echter meer als curiositeit dan als voedingsgewas. Ook zijn de vruchten vanwege het verzamelen moeilijk te plukken.


Hoewel de plant in de volle grond als eenjarig wordt beschreven gedraagt het in de kas aanwezige exemplaar zich als meerjarige.

Synoniemen zijn: spuitaugurk, spuitkomkommer en sprigkomkommer. De laatste twee namen verdienen in verband met de eigenschappen van deze plant de voorkeur.

Toverkomkommer – Ecballium elaterium – claterium

De vruchten van deze plant lijken op een gladharige augurk en zijn zeer decoratief. Doordat het sap hierin tijdens de groei onder steeds grotere druk komt te staan breken de vruchten bij de stengel af en schieten als een met een waterstraal aangedreven raket weg. Elke vrucht hangt naar beneden aan een rechtopstaand steeltje. De vruchten barsten wanneer ze rijp zijn open en spuiten met een straal vocht de fijne zaadjes weg. Aan de plant heb ik dit zelden zien gebeuren. Wel had ik het idee dat er soms minder vruchten waren dan de vorige dag. Wel heb ik meegemaakt dat er bij het beetpakken een dunne straal vocht uitspoot.

Nadat ze ruim 10 jaar geleden in de koude kas geplant zijn gedraagt de plant zich als een meerjarige. Dit in tegenstelling tot het feit, dat deze plant buiten als eenjarige geteeld kan worden.
Wij gebruiken het meestal als sier en een enkele maal in de sla.

Wij kookten de vruchten licht. Later hebben we deze plant meer als curiositeit beschouwd en niet meer gegeten. Hoewel dit gewas als eenjarige buitenplant wordt beschreven overwintert deze al jaren hij mij in de koude kas.

Yamboon – Pachirrizus erosus

Vanuit Zuid-, Midden- en Noord-Amerika heeft deze boon zich naar alle tropische gebieden verplaatst. Dit gewas vormt een bruine knol met lichter vruchtvlees.
Deze knollen worden in salade, in soep, geroosterd en rauw gegeten. In onze streken onder glas worden de knollen slechts 2 á 3 centimeter groot. Maar tijdens mijn verblijf in november jongstleden in West-Java heb ik ze ter grootte van een flinke meiraap op de markt zien liggen. De boontjes die na de bloei zich vormen worden echter niet gegeten.

Men zaait ze eind mei – begin juni (afhankelijk van de temperatuur) onder glas op een onderlinge afstand van 50 centimeter. Ook kan men ze in april in huis op een warmtematje voorzaaien en later uitplanten. Het is een klimplant, maar omdat de groeitijd varieert van 4 tot 6 maanden wordt hooguit door het te vroeg invallen van de kou een planthoogte van ongeveer 30 centimeter bereikt.

Artisjok – Cynara scolymus
 

Deze distelachtige plant uit het Middellandse zeegebied is zowel een sierplant als groente. Meestal zaai ik ze begin maart onder glas in potjes voor en plant ze omstreeks eind april buiten uit. Normaal moeten ze ´s winters beschut staan. De ervaring is, dat ze evenals de kardoen, slecht tegen vorst kunnen. Wil men de bloemknop als groente gebruiken, dan moet men hem afsnijden voordat deze volledig in bloei staat.

Deze distelachtige met vuistgrote bloemknoppen, die een kleurvariatie van grijs tot violet hebben is in productie in Egypte, Frankrijk, Israël en Italië.
De artisjok is een buitenbeentje onder de voedingsgewassen, want men eet voornamelijk de jonge bloemknoppen. Men kookt de knoppen in het geheel. Men eet de bloembodem en de dikkere schubben. Eventueel kan men de knop voor het koken uithollen en met vlees vullen. Trek de harde bloembladen eraf en zuigt de zachte bloembodem eraf. Al of niet gedoopt in een sausje. Overigens worden weliswaar in geringe mate de jongere bladeren en stelen ook wel gegeten.

Men zaait de plant maart-april onder glas voor en zet ze later uit. Men kan meerdere zaden bij elkaar zaaien en de sterkste aanhouden. Na de oogst van de bloemknop kan men de bloemstengel verwijderen. De plant is redelijk winterhard, maar heeft een hekel aan nattigheid. Dit gewas is ook een goede sierplant. Zie de foto die te ver is om nog te eten.

Chrysantho – Chrysantheum coronarium

Aangenomen wordt dat deze plant afkomstig is uit de landen met een gematigd klimaat rondom het Middellandse zeegebied. Hier wordt hij echter niet als groente gegeten. Maar in China en Japan worden de jonge scheuten gegeten. Ook het jonge blad wordt in soepen verwerkt of gekookt als groente. De smaak is enigszins aan de sterke kant. De voornaamste productielanden zijn China en Taiwan (in mindere mate Japan).
Bekend is dat deze plant al voor onze jaartelling geteeld werd als (cultuur)gewas in China en Japan. Dit is een eenjarige chrysant.

Enerzijds gebruiken wij persoonlijk dit gewas als groente en anderzijds als bloem. Er zijn twee variaties een breedbladige en een geveerde smalbladige. Ik geef de voorkeur aan de breedbladige. Deze eetbare chrysant is in Japan het een populaire groente terwijl het in China onder de naam Tong Ho het voedsel is voor de gewone man. De jonge bladeren kunnen in salades gebruikt worden. Oudere bladeren in de soep en geroerbakt worden. Het vreemde is, dat dit gewas hier niet wordt gegeten, maar wel in het verre Oosten. Overigens is deze plant bij ons toch winterhard en ben ik van mening dat elke eenjarige chrysant eetbaar is.

Omstreeks april kan men in de volle grond zaaien. Ook zaait het zich gemakkelijk zelf uit.Vooral Japan heeft bijgedragen aan de cultivering van geschikte voedingsplanten, want de verkrijgbare rassen zijn van Japanse oorsprong. Namelijk een breedbladig en een smal geveerd ras. De Nederlandse naam is gekroonde ganzenbloem.

Chrysantho – Chrysantemum coronarium

Bronnen Pieter Bimmel 2004, bewerking RVO 2008