De Japanse mispel of wolmispel is een bijzondere groenblijvende, warmteminnende fruitsoort die geschikt is als kuipplant of voor volle grond in beschutte warme tuinen. Mits een goede standplaats en beschutting kan de plant in het vroege voorjaar bloeien en enkele maanden later eetbare vruchten geven. Oorspronkelijk is de plant afkomstig uit China en Japan. Hij wordt ook veel in het Middellandse Zeegebied aangeplant. De rijpe vruchten welke we in de maanden februari – mei in de winkel aantreffen zijn meestal uit die Zuiderse landen afkomstig.
Plantengroep: Kuipplant, warmteminnende groenblijvende fruitsoort
Familie: Rosaceae – Rozenfamilie (Onderfamilie: pitvruchten)
Wetenschappelijke naam: Eriobotrya japonica
Cultivars: ´Baffico´, ´Coppertone´, ´Ottaviani´, ´Tanaka´, Eriobotrya deflexa ´Bronze´
Nederlandse naam : Japanse mispel, loquat, wolmispel
Toelichting naamgeving
Eriobotrya: betekent met wollige fruit als een druiventros, japonica: betekent Japans, afkomstig van Japan en deflexa betekent scherp naar beneden: verwijzend naar de smalle afhangende bladeren.
Herkomst
De plant is afkomstig van Noord-China en Japan. Wordt ook veel aangeplant in het Middellandse Zeegebied.
Plantkundige kenmerken
De groenblijvende bladeren zijn langwerpig scherp, groot, licht gezaagd, groengrijs gerimpeld en leerachtig. De onderzijde is viltig behaard.
De takken zijn behaard.
Groeihoogte 0,5-3,0 m.
Bloemen zijn wit, witgeel of bruinwit, geurend en hangen aan het uiteinde van de takken in trossen.
Bloeitijd januari – maart (april).
Kunstmatige handbestuiving (penseel) en zelfbestuivend.
De rijpe vruchten ruiken naar appels en zijn 3-5 cm groot, geeloranje of oranje met donzige schil: klokhuis met 3-4 grote pitten, rijptijd maart-mei (juni), rijp oogsten.
Gebruik of sierwaarde
Sierlijke, groenblijvende plant met aantrekkelijk geurende bloemen en vruchten. Eetbare vruchten rijp oogsten (Kunnen niet narijpen).
De rijpe, stevige vruchten hebben een fruitige smaak die lijkt op deze van abrikozen en pruimen. Te zachte vruchten zijn enkel geschikt voor compote en jam Vruchten met bruine, zachte plekken zijn bedorven.
Als kuipplant overwinteren op een lichtrijke plaats bij 5 tot 10 (18)°C.
Vermeerdering
Zaaien: op warme plaats, 2 cm diep; zeer trage kieming.
Veredelen (enten) op Mespilus germanica (Gewone mispel)
Bijzonderheden
Standplaats:
– zon tot halfschaduw (volle zon kan soms bladverbranding geven)
– Grondwaterstand: gemiddeld of laag
– Aanpassingsvermogen: tamelijk goed
– pH: 6-7
– Bodemtype: goed doorlatend
Als kuipplant behandelen of planten in serre of kas. Ook te planten op beschutte plaatsen zoals aan een zuiden- en zuidoostenmuur of naast een schutting. Bescherming met vliesdoek is nodig bij zware vorst.
* Pluk: maart – mei
* Bewaring: van 2 tot 7 dagen
* Geschikt voor: liefhebbers
* Plagen en ziekten: weinig of niet vatbaar. Vorstgevoelig: bij temperaturen lager dan -10 of -15°C kan er lichte schade optreden. De open bloemen verdragen geen nachtvorst. Beschermen met vliesdoek bij vorst. Bladeren zoveel mogelijk droog houden (Verdragen geen regen).
* Snoei: afgestorven delen verwijderen. Te hoog groeiende planten terugknippen tot een lagerstaande twijg. Bij voorkeur zo weinig mogelijk snoeien.