De veenbes, of zoals we van de Amerikanen hebben overgenomen, de Cranberry is met de blauwe bosbes – Vaccinium corymbosum – de bekendste bosbes. De naam cranberry is te danken aande Pilgrim Fathers. In hun ogen leken de roze cranberry bloemen op de sierlijke kop en nek van de kraanvogel, waarvan de Engelse naam luidt ´crane´, wat samen met ´berry´ (bes) verbasterd is tot cranberry.
Vaccinium macrocarpon – grote veenbes, Cranberry of lepeltjesheide
Cranberry´s zijn één van de slechts drie fruitsoorten die in Noord-Amerika inheems zijn. De andere twee zijn Vaccinium corymbosum (blauwe bes) en de Vitis labrusca (druif). De totale consumptie van dit fruit bereikt in de Verenigde Staten elk jaar de 225.000 ton. 80% van de oogst groeit in Massachusetts en Wisconsin. De rest groeit in New Jersey, Oregon, Washington en British Colombia. De cranberry is een rode, holle bes van circa 1 à 3 cm groot, die kan stuiteren en kan drijven. Aangezien de populariteit van en de consumentenvraag naar alle op natuurlijke fruit gebaseerde ingrediënten gestaag toeneemt, zijn ze in steeds meer producten te vinden. Cranberry´s leveren een belangrijke bijdrage tot dit aandeel in de voedingsmarkt.
Botanische kenmerken
De cranberry is een wintergroene bodembedekkende struik met ranken die meer dan een meter lang worden en die snel een groot oppervlakte kunnen bedekken. Die ranken wortelen overal weer vast zodat er snel een groot plakkaat ontstaat. De bladeren zijn elliptisch langwerpig, 1 – 2 cm lang, plat of met een iets ingerolde bladrand, donkergroen aan de bovenzijde en lichtgroen aan de onderzijde. In de winter verkleuren ze naar bruinachtig rood, om na de winter, als het warmer wordt, weer naar groen te verkleuren. De bloemen zijn alleen staand of tot vijf bijeen vanuit de bladoksels op relatief lange stelen en verschijnen in juni – juli(augustus). Ze zijn lichtviolet en bekervormig met vier diep ingesneden en teruggeslagen lobben waar de meeldraden opvallend uitsteken.
De relatief grote vruchten, bolrond, 1 tot 3 cm in diameter, zijn helderrood en smaken vrij zuur en kunnen wel twee jaar aan de plant blijven.
Deze soort komt van nature voor in N.- Amerika, maar is in Nederland verwilderd op natte, zurige gronden in duinvalleien en op veengrond. Ze staan daar soms lange perioden onder water zonder dat ze daar schade van ondervinden.
De plant behoort tot de heidekruid familie (Ericaceae) en is dus familie van Erica en Rhododendron.
De soortnaam macrocarpon is afgeleid van het Latijnse macro, wat “groot” betekent, en carpos, wat “vrucht” betekent. Ten opzichte van de bloemen en de bladeren zijn de vruchten erg groot.
In Amerika zijn er meer dan 132 cultivars in de handel die voornamelijk voor de vruchten worden gekweekt. In Nederland vind je de volgende cultivars:
´Crowley´ , ́Early Black´ een selectie uit 1847met peerachtige vruchten, ´Hamilton´, ´Langlois´ en ́Pilgrim´.
Geschiedenis
De bessen werden lang voordat de “Pilgrim Fathers” begin 1600 in Noord-Amerika landden al door Noord-Amerikaanse indianen gebruikt. Zij aten de bessen met gedroogd hertenvlees en gesmolten vet, het zg. pemmican. Ook gebruikten zij ze medicinaal bij het behandelen van wonden en als verfstof voor kleden en dekens.
Captain John Smith beschreef de cranberry in 1614 en rond die tijd werd er van de vruchten al cranberrysap gemaakt door de kolonisten.
De commerciële cranberryteelt begon rond 1816, kort nadat Captain Henry Hall uit Dennis, Massachusetts, tot de ontdekking kwam dat de planten op zijn akker beter groeiden dan bij anderen omdat hij regelmatig zijn akker van zand voorzag. Anderen volgden zijn voorbeeld en al snel waren er een aantal grote “plantages”. Sommige van deze zijn al 150 jaar oud en er wordt nog steeds geoogst van dezelfde planten.
In 1820 zeilden -letterlijk en figuurlijk- deze vruchten de oceaan over naar Europa. Rond 1843 ontstonden de eerste cultivars door toedoen van Eli Howes uit East Dennis, M.A. en in 1847 werd ́Early Black´ geïntroduceerd door Cyrus Cahoon uit Harwich. In 1850 deed de “scoop” zijn intrede. Dit is een grote holle schop met tanden aan de voorkant waarmee de bessen er als het ware uitgekamd werden. Het Massachusetts Agricultural College, later de universiteit van Massachusetts, werd in 1863 opgericht, hetzelfde jaar waarin president Abraham Lincoln de nationale “Thanksgiving” uitriep. Traditiegetrouw worden bij negen van de tien gezinnen in de Verenigde Staten op thanksgiving cranberry´s geserveerd. Ook daarbuiten heeft de cranberry zijn weg gevonden en worden ze verwerkt in allerlei producten van muffins en brood, tot wijn en kant-en-klare maaltijden. Rauw smaken ze het beste bij gevogelte en wild. Een zekere heer Hayden vroeg in 1912 patent aan op zijn cranberry saus genaamd Hanson. Deze markt stortte in 1959 geheel in.
Omdat de bloemen te lijden kunnen hebben van nachtvorst werd in 1920 een telefonisch waarschuwingssysteem geïntroduceerd. Vanaf 1960 wordt nachtvorst bestreden met nachtvorstsproeiers.
De oogst
De planten bloeien aan het eind van de zomer en geven mooie paars gekleurde velden. Na het eerste weekend van september (Labor Day) begint officieel het oogsten, de piek valt in oktober en duurt tot november.
De teelt van de meeste cranberry´s vindt plaats in ”bogs”. Een woord dat voortkomt uit het feit dat veel cranberry kwekerijen zijn aangelegd op veenmoerassen. Deze moerassen worden gedraineerd, ontdaan van begroeiing, geëgaliseerd en bedekt met een laag zand, waarna de stekjes worden geplant. Zure veengrond, zand en toevoer van zoet water zijn de drie belangrijkste eisen bij het telen van cranberry´s.
Het duurt drie tot vijf jaar voordat een nieuwe aanplant een oogst oplevert. De cranberryplant groeit tot een hoogte van 10 tot 20 cm boven de grond. Met de juiste verzorging en aandacht kunnen cranberryplanten voor onbepaalde tijd vrucht dragen. Hoe armer de bodem, des te meer vermeerdert zich de plant. Al meer dan 350 jaar oogsten Amerikanen in de herfst hun cranberry´s.
Dit gebeurt op twee verschillende manieren:
Droge oogst:
Een klein gedeelte van de cranberry´s wordt droog geoogst met behulp van mechanische plukapparatuur, een groot model ”grasmaaier”, die de bessen van de ranken kamt. De cranberry´s worden in kisten verpakt en vervolgens door helikopters naar verzamelpunten gebracht, waarna ze verder door trucks worden vervoerd. De droog geoogste cranberry´s gaan na controle en sortering in plastic zakjes om als verse bessen te worden verkocht.
Natte oogst:
Bijna 85% van de cranberry´s wordt nat geoogst, ook wel ”Water Reeling” genoemd.
Dit wil zeggen dat de sluizen van een naastliggend reservoir worden geopend en water stroomt in de “bogs” tot het water daar uiteindelijk zo´n 50 à 60 cm hoog staat.
Doordat de cranberry´s hol zijn blijven ze drijven, waardoor nat oogsten mogelijk is. De cranberry´s worden geoogst met behulp van mechanische ”Water Reels”. Dit is een haspel die snel ronddraait en de bessen van de planten afslaat. Ze worden ook wel eierklutsers genoemd.
De dieprode bessen blijven drijven en worden dicht opeen verzameld, door met behulp van drijvende schotten die in elkaar worden gehaakt, waardoor het de indruk geeft van een rood wollig tapijt.
Wanneer de bessen bij elkaar gedreven zijn, worden ze met een transportladder opgevoerd en los gestort in een vrachtwagen, waarna ze naar een verzamelstation worden gebracht.
Nat geoogste cranberry´s worden gebruikt als ingrediënten voor bewerkte voedingsmiddelen en dranken.
Bogs worden zo nu en dan bestrooid met zand. De voorkeur gaat uit naar de winter, want zodra het ijs gaat smelten wordt het zand gelijkmatig verdeeld.
Dat de vruchten ook nog gezond zijn blijkt uit het volgende. Ze bevatten Vitaminen A, B2 en C, verder nog Calcium, Fosfor en ijzer. In de volksgeneeskunde worden de vruchten gebruikt tegen urine-infecties en pas vorig jaar heeft de wetenschap die werkzame stof kunnen isoleren.
De Amerikaanse veenbes of Cranberry is door schipbreuk toevallig op Terschelling terecht gekomen. Het plaatselijk verhaal vertelt dat een strandjutter na een storm een vat op het strand vond waarin hij meende wijn te vinden. Hij rolde het vat het duin op om het daar op zijn gemak te onderzoeken. Toen hij het vat opengemaakt had bleek dat er geen wijn in zat maar onbekende bessen. Tot zijn grote teleurstelling en in zijn kwaadheid smeet hij de bessen het duin in waar ze op vochtige plekken ontkiemden. Zo kunnen we nu op Terschelling een aantal duin valleien vinden die bedekt zijn met een mat van Vaccinium macrocarpum. Men oogst per jaar enkele tonnen Cranberry´s die men verwerkt tot een kostelijke jam, compote, limonade en zelfs wijn.
Dus tuinvrienden, u kunt bij feestelijke gelegenheden toosten met een glas wijn dat zijn ontstaan dankt aan een plant uit de geliefde heidekruid familie.
Bronnen
A.J. Laros in Ericultura 122
The Cranberry Institute