Van dikke rode knoppen in het hele vroege voorjaar tot indrukwekkende reuzenplanten, binnen enkele weken. Rabarber is groot en gulzig en om hem in goede conditie te houden heeft hij compost en mulch nodig. Mijn ervaringen met deze prachtige plant én recepten van rabarberchutney en -crumble. Ik heb al verschillende tuinen gehad en kwam steeds op dezelfde manier aan rabarberplanten: door een collega-tuinier lief aan te kijken. Welke rassen ik bezit, is mij dus een raadsel. Ik heb planten met brede en groen-rode en met smalle rode stengels. Mijn huidige planten gaan nu hun derde jaar in, dus over niet al te lange tijd ben ik zelf in de positie om anderen blij maken.
Rabarber vermeerder je door in het najaar de wortelstok op te graven en in drie of vier stukken te hakken. Pas op je spade, want hier komt kracht bij kijken. Let erop dat er op de stukken die je wilt gebruiken minstens één groeipunt zit. De middelste stukken gooi je weg, als je de plant wilt verjongen. Dat kun je eens in de vier jaar doen om sterke en jonge planten te houden.
Niet te warm
Ik schrik er nu niet meer van, maar in de zomer zien mijn planten er droevig uit. Tijdens sommige erg warme zomers verdween het blad zelfs bijna helemaal. Nu weet ik dat ze in het voorjaar daarop weer krachtig terugkomen. Rabarber houdt nu eenmaal niet van hoge temperaturen. Je kunt hem dan ook beter op een niet al te warme plek zetten.
Mulchen
Zodra het blad verdwenen is, bedek ik de grond met goed verteerde compost en een flinke laag stro. Het stro neem ik in het voorjaar niet weg: die blijft als mulchlaag liggen. Grappig om te zien was dit voorjaar hoe er ineens strobergen ontstonden, omhoog gedrukt door de snel groeiende rabarber. De dikke strolaag bleek als een grote bleekpot te werken: mijn rabarber stond al vroeg veel hoger dan bij collega-tuiniers en was zachter en malser.
Oogsten tot de langste dag
De rabarberstengels oogst je door ze met een iets draaiende beweging uit te trekken. Snijden is uit den boze: de resterende stengelstukjes kunnen gaan rotten. Oogst niet meer na de langste dag om de plant weer goed op krachten te laten komen én om niet teveel oxaalzuur binnen te krijgen.
Oxaalzuur
Rabarber werkt licht laxerend. Dat komt door het oxaalzuur, dat in vrij grote hoeveelheden in de plant zit. Daarom voelen, zoals Monty Don zegt, uw tanden alsof ze gestofzuigd zijn als u rabarber hebt gegeten. Oxaalzuur is een vergif, dus eet geen borden vol rabarber. Over een schaaltje rabarbercrumble hoeft u zich geen zorgen te maken.
Gauw naar het fornuis…
Laat niet teveel tijd zitten tussen oogsten en koken. Al na een paar uur wordt de rabarber slapper en verdwijnt zijn levensenergie. Dus gauw de rabarber in de fietstas, naar huis, in de pan!
Rabarber-vijgenchutney
500 gr. rabarber, schoon gewonen, in stukjes
400 gr. uien, schoon gewogen, fijngesneden
1,25 dl witte azijn
100 gr. rietsuiker
100 gr. gedroogde vijgen, in stukjes
3 stukjes gemberwortel van 0,5 cm. dikte
3 kruidnagelen
1 steranijs
1 klein kaneelstokje
1 laurierblad
zout
Doe alle ingrediënten in een roestvrijstalen pan en verwarm tot het kookt. Zet het vuur lager en laat de inhoud zachtjes tot moes koken. Haal na verloop van tijd het deksel eraf, zodat de massa wat in kan koken. Heeft de chutney de juiste dikte, haal dan het laurierblad, het kaneelstokje, de gemberwortel en de kruidnagelen eruit. Giet de hete inhoud in potjes, die je van tevoren gesteriliseerd hebt. Vul ze tot net onder de rand en laat ze omgekeerd afkoelen. Lekker bij vlees, maar ook bij kool. De chutney niet te lang bewaren: hij is ongeveer een maand houdbaar.
Rabarbermoes en -crumble
500 gr. rabarber, schoon gewonen en in stukjes
100 gr. rietsuiker
Zet de rabarber met de suiker en een klein bodempje water op in een pan van roestvrij staal. Laat zachtjes koken. Wanneer de moes geen grote stukken meer bevat, is hij klaar. Bewaar de moes niet in een metalen schaal en helemaal niet in aluminium. Wil je de moes wat langer kunnen gebruiken, giet ze dan kokend heet in gesteriliseerde potjes en laat deze omgekeerd afkoelen. Maak binnen een maand op.
Een crumble van rabarbermoes maakt u door in een kom 150 gram bloem met 75 gram suiker en een snufje zout te doen. Voeg 90 gram koude boter in kleine blokjes toe en wrijf de boter fijn in het mengsel van bloem en suiker. Doe er nog iets losgeklopt ei bij. Doe de rabarbermoes in een ovenschaal en strooi de kruimels erover. Bak de crumble 30 minuten in een hete oven. Heerlijk op een mooie lenteavond, nog warm. En natuurlijk met zelf geklopte, biologische, lobbige slagroom. Geen spuitbus nemen, hoor!
Eet smakelijk!
Bron Eveline Rodenburg 2005, bewerking RVO 2008