Meelbes vinden we als sierboom in plantsoenen en als straatboom. Hij is mooi en gemakkelijk, want hij hoeft niet bemest of gesnoeid te worden. Het is een
opvallende soort lijsterbes vanwege de grote bloemtuilen en het grote, ovale blad dat aan de onderzijde witviltig is. Hij is ook in de herfst mooi want dan verkleuren de bladeren gedeeltelijk geel.
Sorbus aria (botanisch)
Meelbes (Nederlands)
Whitebeam (Engels)
Alisier Blanc (Frans)
Gemeine Mehlbeere (Duits)
Rosaceae – roosfamilie
Naamgeving
Het melige vruchtvlees is de aanleiding geweest tot de Nederlandse naam.
Het Latijnse woord ´Sorbus aria´ betekent ´meelbesboom´.
Plantkenmerken
Meelbes is een kleine, tot 15 m hoge bladverliezende loofboom of grote struik met een ronde of eivormige kroon. Vaak heeft hij ook een struikachtig voorkomen met steil opgaande takken. De twijgen zijn eerst grijswit viltig en rood olijfbruin. De bladknoppen zijn bruinachtig tot bijna groen. Het jonge schot heeft dezelfde kleuren en is dicht viltig behaard. De bladeren zijn elliptisch, 6-12 cm lang en witviltig. De randen zijn onregelmatig gezaagd. De bovenzijde is donkergroen, zwak glanzend, terwijl de onderzijde witviltig blijft.
Na de bladontwikkeling verschijnen in mei bloemen in schermvormige tuilen. De bloemen zijn tweeslachtig. De kelkbladen en bloemstelen zijn witviltig. De vruchten staan in dichte trossen tussen het blad. Het zijn eivormige appelvruchten. Bij rijping in oktober zijn zij scharlakenrood en meestal tweezadig. Zij hebben een melig vruchtvlees, een zure smaak en blijven tot in de winter aan de boom hangen. De schors is grijs en meestal onregelmatig gemarmerd en heeft lengtegroeven. Meelbes is een langzame groeier.
Verspreiding
Meelbes groeit in Midden- en Zuid-Europa, Engeland, Scandinavië, het noordelijke deel van Zuidoost-Europa en Noord-Afrika. In de Alpen is hij tot een hoogte van 1600 m op zonnige hellingen, in beuken- en naaldbossen te vinden. In Nederland en België wordt hij als sierboom aangeplant.
Gebruik
Bij ons is het nauwelijks bekend dat de vruchten van de meelbes eetbaar zijn. Na de eerste vorst zijn zij zacht, zoet en kunnen gebruikt worden voor compote, als bijvoeging aan zuur fruit om jam, gelei, sap en wijn te maken. In Duitsland en Zuid-Europa wordt meestal Sorbus aria longifolia aangeplant omdat de oranjekleurige vruchten groter zijn en een beter aroma hebben. Ook de variëteiten ´Majestica´ of ´Decaisneana´ hebben grotere vruchten dan Sorbus aria, zijn ovaal en bloedrood.
Standplaats
Meelbes vraagt een waterdoorlatende, licht zure bodem en een zonnige plek. Ook op stenige en lemige grond doet hij het goed. Bemesting en snoeien zijn niet nodig.
Verwante soorten
- Sorbus intermedia (Zweedse meelbes)
- Sorbus torminalis (elsbes)
- Sorbus x latifolia (rondbladige meelbes)
- Sorbus mougeoutii (bergmeelbes)
- Sorbus chamaemespilus (dwergmeelbes)
- Sorbus x thuringiaca ( fastigiata), vooral te vinden in Hessen, Franken en Thüringen (Duitsland).
Bron: Brigit Kahlert 2006 – http://www.stemderbomen.nl, bewerking Rudi Van Overloop 2008