Bomen en hagen

Wanneer we in februari in Italië, Spanje, op Mallorca of in Zuid-Frankrijk vertoeven, kunnen we genieten van de bloeiende amandelplantages. De schilder Vincent van Gogh was zo gecharmeerd van deze boom, dat hij hem schilderde toen hij in de Provence leefde.
De amandelboom is ook bij ons een opvallende voorjaarsbloeier. Hij groeit het beste op een beschutte plaats in de volle zon.


Prunus dulcis (botanisch)
Almond Tree (Engels)
Amandier, Amande douce (Frans)
Mandelbaum (Duits)
Rosaceae – rozenfamilie

Herkomst en teelt

De amandelboom is inheems in Centraal-Azië en het oostelijke Middellandse-Zeegebied. Sinds meer dan 2000 jaar wordt hij in het mediterrane gebied gecultiveerd. Men vermoedt dat handelaren amandelbomen vanuit China langs de oude zijderoute naar Europa en het Middenoosten gebracht hebben. Spaanse Franciscanenmonniken brachten de amandelboom in de 17e eeuw naar Californië. De professionele amandelteelt begon in de 19e eeuw.
Tegenwoordig zijn Italië en Spanje de belangrijkste exportgebieden. Amandelteelt in Californië wordt steeds belangrijker. Californische amandelen worden uitsluitend in Central Valley in Californië geteeld. Dit gebied heeft een mild klimaat en vruchtbare bodems. Hier worden de amandelbomen tot 6 m hoog en kunnen tot 50 jaar oud worden.
In Duitsland teelt men amandelen in de warme streken van de Oberrhein en de Bergstraße.

 

Naamgeving

In alle Europese talen gaat de naam voor deze steenvrucht terug naar het Griekse woord amygdale of amygdalos. Prunus (een soortnaam) is afgeleid van proummon wat eigenlijk pruim (dt. pflaume) betekent. Dulcis betekent zoet en heeft betrekking op de zoete pitten.

Plantkenmerken

Amandel is een tamelijk grote boom of struik met een open kroon. Hij heeft in zijn wilde vorm doornige takken met een grijze bast. De bladeren zijn langwerpig, langs de randen gezaagd en glanzend donkergroen. Vanuit de oksels van de voorjarige bladeren komen meestal drie knoppen tevoorschijn. Twee daarvan zijn bloemknoppen.
In het najaar beginnen zich de bloemknoppen te ontwikkelen die in februari gaan bloeien. De bloemen staan paarsgewijs. De langwerpige kelkbladeren zijn langs de rand viltig behaard. De kroonbladeren zijn roze, soms donker geaderd.
De amandelboom is eenhuizig en wordt door insecten bestoven.

De bloem ontwikkelt zich tijdens de zomer tot een grijsgroene, fluweelachtig behaarde steenvrucht die op een kleine perzik lijkt. De kern zit ingepakt in drie lagen: een donzige, leerachtige laag met daarin geelbruine, ovale noten die bezet zijn met ondiepe putjes. De eigenlijke amandelpit wordt omhuld door een vliesje. Tussen midden augustus en eind oktober breekt het omhulsel open, zodat de amandelpit er uit kan vallen.
Botanisch gezien is de amandel geen noot, maar hoort, net als kers, perzik, pruim en abrikoos tot de steenvruchten.
Afhankelijk van het teeltgebied, draagt de amandelboom pas na 6 tot 8 jaar de eerste vruchten. De bloemen bevatten veel nectar waar allerlei soorten insecten op af komen.

Soorten

Wij onderscheiden drie soorten: zoete amandelen (var. dulcis), bittere amandelen (var. amara) en kraakamandel (var. fragilis). De zoete amandelen zijn mild-aromatisch, zoetig en komen meestal geschild op de markt. Alleen in notenpakketten die met kerst aangeboden worden, vinden we ongeschilde amandelen, die vaak moeilijk te kraken zijn. Bittere amandelen zijn niet geschikt voor consumptie. Zij bevatten de stof amygdaline. Tijdens de spijsvertering ontstaat het giftige blauwzuur of cyaankali (bekend uit detective – en spionageverhalen). De teelt van bittere amandelen dient de winning van bitteramandelolie. Deze wordt gebruikt om gebak te aromatiseren en voor farmaceutische doeleinden.
Kraakamandelen danken hun naam aan de dunne, gemakkelijk breekbare schil. Verder lijken zij op de zoete amandel. Witbloeiende amandelbomen dragen zoete vruchten, roze bloeiende bittere amandelen.
Prunus triloba en Prunus tenella zijn kleine sieramandelboompjes die graag in tuinen geplant worden om hun vroege en overvloedige bloei.
Een aanbevolen ras om zoete amandelen te oogsten is ‘Robijn’.

Geschiedenis en mythologie

Uit archeologische vondsten blijkt dat de amandel al in het Stenen Tijdperk in Klein-Azië en Griekenland een rol heeft gespeeld. Ook tijdens het Bronzen Tijdperk werd de amandel gecultiveerd. Waarschijnlijk is zij het oudste cultuurfruit van de Oudheid. Volgens de Griekse mythologie stierf de Thractische prinses Phyllis omdat haar geliefde Akamas niet op tijd terugkwam uit de Trojaanse oorlog. De goden veranderden haar in een amandelboompje. Toen haar geliefde toch terugkwam, omarmde hij haar met gebroken hart, zodat zij begon te bloeien.
De Feniciërs dreven handel met amandelen die gewijd waren aan de godin Amygdale. De amandel speelde ook een belangrijke rol tijdens de rituele feesten van de Frygische moeder- en liefdesgodin Kybele.

In het Oude Testament wordt de amandelboom meerdere keren genoemd als symbool van het vroege ontwaken. In het Christendom werd hij het symbool voor de onbevlekte ontvangenis. “Christus werd verwekt in Maria zoals de amandelpit zich ontwikkelt in de onverzeerd gebleven amandel”.

De Romeinen cultiveerden en veredelden amandelbomen al in de 4e eeuw v.C. Zij noemden de amandel Griekse noot (nux graeca). Oude streeknamen in de zuidelijke alpendalen zoals Amandoley en Mandolaire getuigen hiervan.

Gebruik

Zoete amandelen worden vooral verwerkt in gebak, zoetigheid en marsepein. De pitten zijn ook lekker rauw of licht geroosterd. Zij worden veel gebruikt in de Aziatische keuken. Ze zijn in Noord-India naast maanzaad, nootmuskaat, kaneel. knoflook en gember het belangrijkste middel, om sauzen te binden. Het meest bekende amandelproduct van de westerse keuken is marsepein, een geknede massa van amandelen, suiker en rozenwater.
Amandelolie is erg duur en wordt vooral gebruikt voor cosmetische en geneeskundige huidcrèmes.
De antieke schrijver Deskorides beschrijft hoe de bittere amandel als medicijn gebruikt werd. Hij adviseert kompressen met een aftreksel tegen allerlei huidziektes, blessures, hoofdpijn, bij aandoeningen van de luchtwegen en de lever. In de natuurgeneeswijze wordt tegenwoordig bitteramandelwater (Oleum Amygdalarum aethericum) gebruikt bij hoest en braakneiging. Dit middel wordt ook gebruikt om gebak te aromatiseren en de smaak van geneeskrachtige sappen te verbeteren.

Ziektes

De amandelboom heeft soms last van gomziekte, loodglansziekte of bacteriekanker.

Planten

Amandelbomen kunnen van november tot maart geplant worden, het best in februari als het niet vriest. Wanneer de grond te nat is, kun je het boompje op een heuveltje planten.

Snoei

De amandelboom hoeft nauwelijks gesnoeid te worden.

Bron: Brigit Kahlert 2006 – www.stemderbomen.nl, bewerking Rudi Van Overloop 2008