Met zijn fijn geveerde bladeren is de Gleditsia of valse Christusdoorn een zeer aantrekkelijke boom voor tuinen en parken. De luchtige, vertakte kroon heeft een fijne structuur. Gleditsia doet het zowel goed op natte als droge gronden. De meeste rassen hebben een mooie herfstkleur. De kleine, afvallende fijne blaadjes verteren snel.
Tot dit geslacht behoren tot de meest gedoornde bomen. Meest populair zijn de ongedoornde Amerikaanse selecties van Gleditsia triacanthos waaronder het ras ´Sunburst´ bij ons het best is ingeburgerd. In dit artikel bespreek ik 14 verschillende bomen van dit geslacht:
Algemeen
Gleditsia is een geslacht met 14 soorten bladverliezende bomen, inheems in Iran, Azië en Noord-Amerika. De meeste hebben enkele of vertakte stekels, die kleiner worden naarmate de boom ouder wordt. Ze worden geteeld om hun attractieve loof, gemakkelijke cultuur en bruikbaarheid als schaduwboom. Ze bezitten geveerd of dubbelgeveerd blad, onbeduidende bloemen met grote, vaak gedraaide peulen waarvan de zaden zijn gebed in een tamelijk zoete, eetbare brij. Het zijn mooie solitairbomen op een grasveld.
Soorten en cultivars
Gleditsia aquatica | Gleditsia aquatica is een soort uit het zuidoosten van de USA die graag in natte grond staat. Hij groeit in het wild in moerassen in Texas en is in Florida en North Carolina op grote schaal aangeplant. Hij wordt bijna 20 m hoog en is minder doornig dan de soortgelijke Gleiditsia triacanthos. Bij ons zelden terug te vinden, wel te bekijken in het Arboretum Trompenburg en bij de Oirsprong (Nederland). | |
Gleditsia caspica | Gleditsia caspica is afkomstig uit uit Iran, Azerbaidzjan en Georgië. Dit is de meest gedoornde van alle harde houtige planten van het noordelijk halfrond. De stam is bezet met grote doornen. Die afgeplatte, vaak vertakte takdoorns van meer dan 15 cm lengte, dienen om dorstige en vraatzuchtige dieren in de droge woeste steppen van Noord-Iran van het lijf te houden. Hij heeft glanzend, geveerd blad met een gele herfstkleur. De kleine groene bloempjes staan in de zomer in okselstandige, tot 10 cm lange aren, later gevolgd door kromme, gedraaide peulen. Deze plant heeft voor onze tuinen weinig fraais te bieden. Mogelijks goed te gebruiken in weilanden in combinatie met grazende dieren (geiten, schapen).
|
|
Gleditsia triacanthos | Gleditsia triacanthos of valse christusdoorn is afkomstig uit het Oost- en Midden van de VS. Het is een tamelijk snel groeiende boom van 15-20 m hoog, met een brede, los vertakte kroon. Deze soort is sterk gedoornd met roodbruine doornen. Het varenachtig blad is frisgroen, enkel- of dubbelgeveerd, en kan tot 20 cm lang worden. Mooie gele herfstverkleuring. In juni verschijnen witte vlinderbloemige trossen, die rijk zijn aan honing, later gevolgd door 25 cm lange peulen. Deze peulen zijn sikkelvormig gedraaid, geelgroen en bij rijping bruinrood tot purperbruin tot zwart gekleurd. De valse christusdoorn is een goede park-, laan- en straatboom, die het ook in de verharde bodem goed doet. Tijdens de jeugdgroei is extra aandacht nodig voor vorming van een doorgaande spil.
|
|
Gleditsia triacanthos ´Bujotii´ | Gleditsia triacanthos ´Bujotii´ (syn. Pendula) is een treurvorm die zijn takken stijf naar beneden laat hangen. | |
Gleditsia triacanthos ´Elegantissima´ | Gleditsia triacanthos ´Elegantissima´ is een zeer traag groeiende dichtbebladerde mooi pyrimidale hoog en smal opgaande, ongedoornde struik van 4-6 m hoog. Wordt soms ook als stamboompje aangeboden. De kleinere bladeren zijn overwegend enkel geveerd en donkerder groen gekleurd. Dit is een mooie solitair voor een vrije standplaatsen in een park of voor een grotere tuin.
|
|
Gleditsia triacanthos ´Emerald Cascade´ | Gleditsia triacanthos ´Emerald Cascade´geeft met zijn lange afhangende takken de indruk een treurvorm te zijn. | |
Gleditsia triacanthos ´Imperial´ | Gleditsia triacanthos ´Imperial´ is een Amerikaanse selectie met een ronde, tot enigszins ovale, compacte doornloze kroon. De boom groeit uit tot 10-12 m hoog en 5-6 m breed. Hij heeft ronde bladeren en geeft weinig peulen. Groeit bijna altijd met een kaarsrechte stam. Het is een mooie straat- en laanboom geschikt voor vele tuinen door zijn matige hoogte en omvang. | |
Gleditsia triacanthos ´Moraine´ | Gleditsia triacanthos ´Moraine´ was de eerste Amerikaanse selectie (1949) en geldt sindsdien als één van de beste doornloze bomen binnen dit sortiment. Dit ras heeft vormt een brede ovale, onregelmatige, spreidende kroon met een afgeronde kroontop. Mede door zijn brede kroon is hij toch wel wat stormgevoelig. De fijne, heldergroene blaadjes verkleuren in de herfst naar prachtig goudgeel. De bloemen zijn onopvallend. Moraine is een mooie parkboom. Ook bruikbaar als laanboom op windbeschutte plaatsen, bij voorkeur op brede grasstroken. Kan stedelijke luchtverontreiniging redelijk goed verdragen. Vormt in de jeugd zeer lange scheuten, waardoor enige zomersnoei is aan te bevelen. | |
Gleditsia triacanthos ´Rubylace´ | Gleditsia triacanthos ´Rubylace´ is een kleinblijvende boom. De kroon groeit rond tot eivormig uit. Opvallend is het blad: het jonge loof loopt mooi roodbruin uit en verkleurt naar bronsgroen bij het volwassen worden. Geschikt voor elke grote en middelgrote tuin.
|
|
Gleditsia triacanthos ´Shademaster´ | Gleditsia triacanthos ´Shademaster´ is een doornloze cultivar met een breed, opgaande en symmetrische tot vaasvormige losse kegelvormige kroon die goed schaduw geeft. Het blad is fris donkergroen gekleurd. Een snelle groeier. | |
Gleditsia triacanthos ´Skyline´ | Gleditsia triacanthos ´Skyline´ is een tamelijk goed windvaste, doornloze cultivar. Hij vormt een redelijk doorgaande kop en vrij piramidale groeiwijze met donkergroene bladeren dat in de herfst mooi geel verkleurt.
|
|
Gleditsia triacanthos ´Spectrum´ | Gleditsia triacanthos ´Spectrum´ is een nieuwere Amerikaanse selectie die vaak beter gewaardeerd wordt dan het meer ingeburgerde ras ´Sunburst´. Hij groeit meer opgaand en heeft, in tegenstelling tot Sunburst, gedurende de ganse zomer mooi geel gekleurde bladeren. De bladeren blijven soms nog tot in september hun mooie gele kleur behouden. | |
Gleditsia triacanthos ´Sunburst´ | Gleditsia triacanthos ´Sunburst´ is afkomstig uit U.S.A en groeit minder krachtig dan de gewone soort. Deze boom groeit uit tot een matig grote, brede piramidaalvorm. In de jeugd met een sterk spreidende kroon groeiende. Het klein en fijn blad is aan de nieuwere scheuteinden goudgeel, later verkleurend naar geelgroen. Een sierlijke parkboom, deels ook geschikt als laanboom op groenbermen en op windbeschutte plaatsen. Algemeen een mooie open habitus. Dit is de meest aangeplante en best gekende cultivar. | |
Gleditsia triacanthos f.inermis | Gleditsia triacanthos f. inermis heeft geen doorns en is sinds 1789 in cultuur. Het groene blad verkleurt in de herfst mooi lichtgeel. In habitus en groeiwijze is deze boom sterk gelijkend aan de soort. De kleine afgevallen bladeren verteren snel. Het eerst verschijnende blad is geveerd en bestaat uit een 20-tal gaafrandige tot gekartelde blaadjes van 2 cm lengte. Later zijn ze dubbel geveerd. Deze vorm wordt het meest als laan- en straatboom gebruikt, omdat de grote doorns van de soort gevaarlijk en hinderlijk kunnen zijn.
Naamgeving: triacanthos = 3-doornig, inermis =ongewapend
|
Standplaats
Gleditsia´s doen het vooral nog erg goed op zandige, droge gronden. Op zwaardere (rijke) gronden groeien ze ietwat te sterk waardoor makkelijk takbreuk optreed, maar toch nog minder sterk dan bij de valse acacia. Natte gronden worden echter goed verdragen. Ze hebben weinig hinder van slechte drainage of gronden met een gebrekkige structuur.
Winterhardheid
De bomen groeien relatief snel. Jonge boompjes worden best beschermd. Volwassen exemplaren zijn voldoende winterhard in ons klimaat.
Vermeerdering
Gewone soorten kan men in de herfst zaaien. De cultivars worden in de zomer geoculeerd.
Snoeien
Sommige cultivars groeien vanzelf mooi met een rechte stam. Algemeen is de snoei van jonge bomen erop gericht een mooie, rechte stam te bekomen. De doornen worden van het onderste deel van de stam verwijderd. Sommige rassen zijn wat windgevoelig, afhankelijk van hun standplaats. Algemeen raden we aan de bomen van een steunpaal te voorzien.