Bomen en hagen

Een boom in de voortuin geeft sfeer en is tegelijk een ideaal herkenningspunt c.q. visitekaartje. Zo´n boom mag nooit te groot worden voor de ruimte die er is. Hij moet mooi zijn en liefst meerdere keren per jaar iets extra´s te bieden hebben. Bladverliezende bomen hebben vaak de voorkeur omdat die de ´s winters laagstaande zon dan in huis laten schijnen.


Vorm en maat zijn belangrijk

Een voortuinboom mag de aandacht trekken, maar nooit hinderen. Niemand vindt het prettig voor laaghangende takken te moeten bukken of over wortels te struikelen. Van oudsher worden leibomen voor gevels geplaatst, bijv. leilindes (Tilia-soorten). Bomen met een ronde kroon zijn nu erg ´in´: o.a. de esdoorn Acer platanoides ´Globosum´, de prachtige Catalpa bignonioides ´Nana´, Robinia pseudoacacia ´Umbraculifera´ en zelfs een sierkers (Prunus eminens ´Umbraculifera´. Ook vormbomen zijn uitstekend geschikt, bijv. een plat gesnoeide dakplataan (Platanus) of moerbei (Morus).

Door eenmaal per jaar te snoeien blijven ze hun vorm en maat houden. De naam van een boom zegt soms iets over de groeivorm. De termen ´Fastigiata´ en ´Columnaris´ verraden bijv., dat de boom smal zuil- of kolomvormig uitgroeit. Goede voorbeelden daarvan zijn de rode esdoorn Acer rubrum ´Columnare´, de smalle, stoere zomereik Quercus robur ´Fastigiata´ en (heel bijzonder) de tulpenboom Liriodendron tulipifera ´Fastigiatum´.

De fijnbladige bolacacia (Robinia pseudoacacia ´Umbraculifera´) past perfect in een kleine tuin.

Andere fraaie zuilvormers zijn o.a. de Japanse sierkers Prunus serrulata ´Amanogawa´ en de lijsterbes Sorbus × thuringiaca ´Fastigiata´ en zelfs een speciale rode beuk (Fagus sylvatica ´Dawyck Purple´).

In de meeste gevallen is de ruimte beperkt en zal de voorkeur vooral naar vrij klein blijvende bomen uitgaan, 5 à 6 m eindhoogte is vaak al het maximum. Daarin passen lijsterbessen en meelbessen (Sorbus-soorten en cultivars met behalve oranje, ook rode, gele en zelfs witte bessen), de prachtige Judasboom (Cercis siliquastrum) met oranjegele herfstkleur, sierappels (Malus) met diverse blad- en vruchtkleuren, Catalpa bignonioides ´Aurea´ met goudgroen blad, esdoorncultivars als Acer platanoides ´Deborah´ en ´Drummondii´, meidoorns (Crataegus) en tal van andere soorten, zoals de glansmispel Photinia villosa (witte bloemen, rode vruchten, oranjerood herfstblad) en de vrij onbekende Stewartia monadelpha met witte bloemen, oranjerood herfstblad en een schitterend afschilferende schors. Wat hoger worden de valse christusdoorn (Gleditsia triacanthos ´Sunburst´, berken, wilgen, Zelkova enz. Keuze te over.

Goed planten

Zorg voor een ruim plantgat. Verbeter de grond met compost (of turfmolm voor zure grondminnaars), zet zonodig een boompaal en zorg dat de grond goed rond de wortelkluit aansluit (gaaslap verwijderen). Na het inplanten royaal water geven.

De tuin in maart

Nu rozen snoeien. Het afgestorven materiaal bij vaste planten verwijderen (pas op dat u geen jonge scheuten beschadigt). Eventueel vaste planten delen en opnieuw inplanten. Het is volop planttijd voor bomen, heesters en vaste planten. Snoei pas geplante hagen fors terug om ze van onderen goed dicht te laten uitlopen. Geef uw planten een goede organische basisbemesting. Maak vogeldrinkbakken en nestkastjes schoon.

Bron: Plant Publicity Holland – www.pph.nl