Bloemen en planten

In dit derde deel bespreek ik de Internationale Seringen Vereniging, de soort Syringa julianae, de soort Syringa laciniata, de soort en rassen van Syringa meyeri, de soorten en rassen van Syringa microphylla en de soort Syringa oblata. Seringen werden al in de 16de eeuw op onze erven aangeplant. Een honderd jaar geleden begon men in Frankrijk met de veredeling en de kweek van rassen en cultivars. Vandaag worden er meer dan 800 cultivars aangeboden waarvan de meeste zo typisch geuren: ´seringengeur´. In dit enorme aanbod onderscheiden we in het wild voorkomende soorten, veredelde soorten, soorten geschikt voor de snijbloementeelt, soorten voor onze tuinen, met enkele of met dubbele bloemen en ga zo maar door. In dit seringen dossier bespreek ik de meest voorkomende seringen en dit in alfabetische volgorde.


Internationale Seringen Vereniging – I.L.S.http://lilacs.freeservers.com

De Internationale Seringen Vereniging of kortweg I.L.S. (The International Lilac Society) is in 1971 ontstaan en heeft als doel de interesse in het geslacht Seringen te promoten en het gebruik van seringen in de tuinen te stimuleren. De vereniging wil in seringen geïnteresseerden tuiniers groeperen: boomkwekers, veredelaars, arboretum stafhouders en particulieren.

De vereniging geeft zowel professionelen als particulieren de kans om hun ervaringen te publiceren of te delen met andere leden van de vereniging. Er is een ledenlijst en lijst van publicaties van ILS beschikbaar. Nieuwe publicatie over seringen verschijnen in het 4-jaarlijkse ledenblad. Op de website zijn mooi foto´s terug te vinden. Hun lange lijst met soorten en cultivars is onderverdeeld in verschillende webpagin´s: A-H cultivars, I-O cultivars, P-Z cultivars.

Iedereen die door Seringen wordt geboeid kan lid worden van I.L.S. Een brochure met informatie over de vereniging, het lidmaatschap en de activiteiten is op de website beschikbaar.

Aanbod voor leden:

  • Vier jaarlijks verschijnend seringenmagazine
  • Technische informatie
  • Een handboek over seringen
  • Kortingen op publicaties
  • Lijst met planten
  • Contacten met seringenverzamelaars

De soorten – deel 3

Syringa julianae

Nederl. naam: sering
Bloeiperiode: 5-6
Bloemkleur: roodpaars
Hoogte (meter): 2
Bladvorm: langwerpig, eirond

Bijzonder sterk geurige, roodpaarse bloemen in tot 5-10 cm lange pluimen. Bijzonder rijkbloeiende soort. Groeit op iedere voedselrijke grondsoort in de volle zon tot een struik van 2 meter hoog en breed. Inheems in West Hubei op 1500-3000 meter en in 1910 geïntroduceerd door E.H. Wilson. De dunne twijgen zijn sterk viltig behaard. Bladeren langwerpig eirond tot langwerpig-lancetvormig, 7 tot 15 cm lang.

Syringa laciniata

Nederl. naam: sering
Bloeiperiode: 5-6
Bloemkleur: roos
Hoogte (meter): 2
Bladvorm: veerdelig, gaafbladig

Deze sering is inheems in Gansu en sinds lang in cultuur in Kabul, Afghanistan. Dikwijls wordt hij verward met S. afghanica. Deze bladverliezende struik groeit vrij rommelig uit tot een 2 meter hoogte. De bladeren zijn min of meer veerdelig met 3 tot 9 slippen. De rozige bloemen staan in brede pluimen. Groeit op iedere grondsoort in de volle zon. Niet courant verkrijgbaar.

Syringa meyeri

Nederl. naam: sering
Bloeiperiode: 5-6
Bloemkleur: paars
Hoogte (meter): 1-1.5
Bladvorm: ovaal en eirond

S. meyeri is een klein blijvende en sterk vertakkende struik met enigszins vierkante twijgen. Het blad is 2 tot 4 cm lang, ovaal eirond. De paarse bloemen staan in 8 cm lange, dichtbehaarde pluimen bij elkaar. De bloemkroon heeft een zeer slanke, tot 15 mm lange buis. Dit is een zeer waardevolle sering voor de tuin die al op jeugdige leeftijd goed bloeit.

Syringa meyeri ´Palibin´

Synoniem: (S. palibiniana HORT.) (S. velutina HORT.)
Nederl. naam: sering
Bloeiperiode: 6-7
Bloemkleur: lilapaars
Hoogte (meter): 1-1.5
Bladvorm: breed elliptisch

Deze sering is zeer mooi en één der laagblijvenste soorten, zodoende ook geschikt voor een kleine tuin. Hij is in ieder opzicht kleiner en sierlijker dan de soort. De struiken groeien dicht tot een meter hoog met brede, elliptische kleine bladeren. De zoetgeurende bloemen zijn in
de knop purperrood en verbloeien naar licht lilapaars tot vleeskleurig met langwerpige, losse trossen van juni tot juli. Een aanrader voor elke tuin. Ook hij vormt reeds op jonge leeftijd vele mooie bloemen. Veel geteeld en courant verkrijgbaar. Wordt ook vaker aangeplant dan de soort en is bijzonder geschikt als kuipplant.

Syringa microphylla

Synoniem: (S. dielsiana)
Nederl. naam: sering
Bloeiperiode: 6-9
Bloemkleur: rozelila
Hoogte (meter): 1.2-2
Bladvorm: kleine bladeren, eirond

Deze soort is courant en verschilt aanzienlijk van de bekende tuinseringen. De bloemen geuren lekker. Bloeit mei-juni en meestal nog een tweede maal in de nazomer, vaak aan het einde van de nieuw gevormde twijgen, doch dan met minder talrijke bloemen. Groeit breeduit en rechtop. De twijgen zijn dun en zacht behaard. De bladeren zijn rond tot eirond, 1 tot 4 cm lang. De gewone S. microphylla is inheems in China. De cultivar ´Superba´ heeft een lange bloeitijd en meer roderoze bloemen.

Syringa microphylla ´Superba´

Nederl. naam: sering
Bloeiperiode: 6-9
Bloemkleur: lilarose bloei
Hoogte (meter): 1.2-2
Bladvorm: kleine bladeren, eirond

Eén der beste kleine seringen, aangeboden als struik of als halfstammige boomvorm. Niet te missen in je tuin… één der mooiste welriekende struiken. Als struik groeit hij uit tot een ronde, ongeveer 2 meter hoge struik. De twijgen zijn dun en licht behaard. Bloeit over een lange periode. Rijke bloei in het voorjaar, meestal gevolgd door een nabloei in het najaar op de nieuw gevormde scheuten. De geurende bloemen die uit de roze knoppen komen zijn helderroze en staan in kleine, open trossen of pluimen die 4 tot 7 cm groot zijn. Het blad is eirond zo´n 1-4 cm lang. ´Superba´ is in 1934 in Frankrijk ontstaan door een selectie uit de
soort. Groeit op iedere grondsoort in de volle zon.

Syringa oblata

Nederl. naam: sering
Bloeiperiode: 5-6
Bloemkleur: lichtroos
Hoogte (meter): 4
Bladvorm: jong blad is bronskleurig

Deze sering is inheems in Noord-China en is bij ons nogal gevoelig voor late nachtvorst. Deze soort werd door Robert Fortune in 1856 geïntroduceerd. De rozige, geurende bloemen staan in pluimen tot 12 cm lang. Opvallend zijn de bronskleurige jonge bladeren die in het najaar mooi rood verkleuren. Groeit goed op iedere vruchtbare grondsoort. Moeilijk verkrijgbaar maar de moeite voor toepassingen in bijvoorbeeld een patiotuin.

Literatuur – foto´s

Ruda The Green Touch – database.
Catalogus 1999-2000 Van Pelt NV – Putte.
Maxwell Arboretum Lilac Collection.
Bertelsmann Gartenlexikon-München.
Shrubs – Roger Philips & Martyn Rix ISBN 90 274 2361
Naamlijst van Houtige Gewassen, Proefstation voor de Boomkwekerij, Boskoop