Vijvers en vissen

Wat zijn waterplanten? Waar, hoe groeien ze niet? De indeling in groepen: drijfplanten, zuurstofplanten, onderwaterplanten, moerasplanten en natte oeverplanten.



Wat zijn waterplanten?

Waterplanten noemen we vaak vijverplanten, gewoonweg omdat we ze vooral in vijvers gaan toepassen, denk ik. Niet in elke vijver kunnen waterplanten. In een vijver met karperachtigen zijn de waterplanten eerder een lekkernij op het menu en hebben aanplantingen meestal geen zin. Maar in elke andere vijvervorm zijn waterplanten een absolute noodzaak om tot een biologisch evenwicht te komen!


Waterplanten zijn dus planten die groeien in of onder het water. Tot deze categorie behoren drijfplanten, onderwaterplanten, moerasplanten en waterlelies. Zuurstofplanten zijn meestal ook onderwaterplanten (er zijn uitzonderingen). Andere buitenbeentjes zijn de (natte) oeverplanten… zij groeien niet graag in of onder het water maar houden vooral van een natte, vochtige bodem en planten we daarom meestal rondom de vijver aan.

Bij de aanplanting van een vijver is altijd een mix van deze plantengroepen nodig om een mooi concept en goed resultaat te bekomen. In dit artikel bespreken we uitvoerig welke taken en eigenschappen elke groep voor het vijverleven te
bieden heeft.

Woekerende waterplanten

Sommige waterplanten hebben een enorme uitbreidingskracht. Dat hoeft op zich geen nadeel
te zijn. Vooral in grotere vijvers kan het ook een voordeel zijn. Het zijn dus planten waarvan je met minder .. meer kan 🙂
Hou vooral in een kleinere vijver deze planten goed in het oog. Regelmatig uitdunnen zal noodzakelijk zijn !


Acorus calamus – kalmoes
Equisetum palustre – lidrus
Hippuris vulgaris -lidsteng
Iris pseudoacorus – gele lis
Juncus – rus
Lysimachia nummularia – penningkruid
Mimulus – maskerbloem
Nymphoides peltata – watergentiaan
Polygonum amphibium – veenwortel
Ranunculus lingua – grote boterbloem

Sagittaria – pijlkruid
Scripus – bies
Sparganium – egelskop
Typha – lisdodde
Veronica beccabunga – beekpunge
en tenslotte waterpest.

Waar, hoe groeien ze (niet)?

Het doel van de waterplanten in het vijvermilieu (water) is bijzonder eenvoudig: ze behoren tot het leven van de vijver !!! Waterplanten zijn belangrijk voor een goed biologisch evenwicht. Ze halen grote hoeveelheden voedingsstoffen uit het
water en zorgen daarmee voor voedselarm water waarin algen nog maar weinig kans van leven hebben. Het resultaat is een heldere vijver. Om te functioneren hebben planten licht en warmte nodig. Licht en zonneschijn verwarmen de bodem van de vijver. Daarom groeien op dieptes van meer dan 1.20-1.50 m onze waterplanten niet meer. Water warmt trager op dan onze vaste bodems (aarde). Niet verwonderlijk dat het plantseizoen voor vijverplanten dan ook pas vanaf 1 mei van start gaat.

In een vijver op een schaduwrijke plek zullen waterplanten slecht of niet kunnen groeien wegens gebrek aan licht en warmte. Teveel zon en dus warmte kan dan weer in de volle zomer tot een te grote opwarming van het water leiden (zuurstofgebrek). We kunnen echter dit ook makkelijk bijsturen met drijfplanten die dan zorgen voor schaduw en afkoeling.

Indeling in groepen

1. Drijfplanten

Deze planten drijven los op het water. Ze hoeven niet geplant te worden. Leg ze gewoon in het water. Ze vormen wel wortels, maar op enkele uitzonderingen na dienen die niet om zich vast te hechten, alleen maar om voedsel uit het water te
halen. Een aantal is niet winterhard, maar staan heel mooi in de vijver. Binnenshuis overhouden van die in ons klimaat zachte soorten is moeilijk. Je kan ze beter elk jaar opnieuw kopen. Sommige soorten kunnen zich explosief
vermeerderen door deling of uitlopers. Haal te grote hoeveelheden regelmatig uit de vijver, anders wordt het te donker in het water eronder. De drijvende planten hebben een hele belangrijke rol in de vijver. Ze verminderen de invloed van
zonlicht en onttrekken er ook nog eens flinke hoeveelheden voedingstoffen aan. Daardoor wordt sterke algengroei tegen gegaan.

2. Zuurstofplanten

Dit is een heel belangrijke groep waterplanten. Niet vanwege hun mooie bloei en schitterend blad, want de meeste zuurstofplanten zijn helemaal niet zo indrukwekkend, maar vanwege hun functie in de vijver. Ze zijn ongelofelijk
belangrijk voor een goed biologisch evenwicht. Deze planten halen een grote hoeveelheid voedingsstoffen uit het water en zorgen daarmee voor voedselarm water waarin algen nog maar weinig kans van leven hebben. Het resultaat is een
heldere vijver. Een tweede functie van deze planten is hun productie van zuurstof die voor een deel door het water wordt opgenomen. Dat wordt daardoor zuurstofrijker en dat helpt weer om de gezonde, natuurlijke afbraakprocessen van afval materiaal in de vijver beter te laten verlopen, waardoor er minder snel rotting in de bodemlagen zal voor komen. hoe meer zuurstofplanten, hoe beter. Je moet zeker 4 a 5 bosjes zuurstofplanten per kubieke meter vijverwater hebben.

Soorten als waterpest, hoornblad en blaasjeskruid hoeft je niet te planten, die kan je, als ze met een gewicht verzwaard worden, zo in het water laten zakken. Nooit met lood! Veel bosjes zuurstofplanten worden verkocht met wat lood eraan, dit is zeer giftig voor de vijver! Verwijder dat en vervang het door een steentje, elastiekje erom en laat maar zakken. Ook makkelijk als de bos te groot wordt, haal het eruit, knijp het (dode) onderste gedeelte eraf bind alles opnieuw aan het steentje vast en je hebt weer een mooie pol. En het voordeel ervan is, dat ze je vijver niet kunnen overwoekeren.

3. Onderwaterplanten

Dit is een hele belangrijke groep waterplanten, vanwege hun functie in de vijver. Ze zijn natuurlijk belangrijk voor een goed biologisch evenwicht in de vijver, net als de zuurstofplanten. Ook deze planten halen grote hoeveelheden voedingstoffen uit het water, en zorgen daarmee voor voedselarm water waarin algen nog maar weinig kans van leven hebben. Het resultaat is een heldere vijver. Een tweede functie van deze planten is hun productie van zuurstof. Onderwaterplanten met deze capaciteiten delen we in onder de zuurstofplanten. Hoe meer onderwaterplanten in de vijver hoe beter.

4. Moerasplanten


Deze planten groeien in de oeverzone die van ondiep water tot natte grond loopt. Omdat het waterniveau van de vijver door neerslag en verdamping altijd wisselt, is voor deze planten een standplaats van 0 tot wel 40 á 50 cm diep water acceptabel of – wat bijna op hetzelfde neerkomt – noodzakelijk. Zet de planten in waterplantmanden van een flinke maat. Voor planten die kunnen woekeren is het zelfs beter om dichte bakken te gebruiken, dan groeien de wortelstokken er niet zo snel uit en blijven de planten wat langer binnen de ruimte die je voor ze bedoelde. Hoofdzaak is dat je de moerasplantenbegroeiing goed kunt onderhouden en dat het minder snel een warboel wordt. Door aanplant in bakken en manden voorkom je ook dat tere planten binnen de kortste keren door de woekeraars
worden verdrukt.

5. Natte oeverplanten

Dit is een groep planten dat wat moeilijk van de overige moeras- en oeverplanten te onderscheiden is en daar meestal gemakshalve maar bij gerekend wordt. Toch is er een essentieel verschil. De natte oeverplanten willen wel met hun wortels in natte tot vochtige grond staan, maar verdragen een waterstand hoger dan het maaiveld maar gedurende zeer korte periodes. Is zo´n waterstand langdurig te hoog, dan rotten de planten weg, en is de grond een flinke tijd vrij droog, dan leggen ze ook het loodje. Echte droge oeverplanten zijn er dus ook niet. Natuurlijk zijn er onderlinge tolerantie verschillen. De natuur laat zich nu eenmaal niet zo gemakkelijk in vakjes indelen.

TK-PLANTENGIDS

Details van de vijverplanten in de Tuinkrant´s plantengids ophttps://www.tuinkrant.com/plantengids/waterplanten/

Bron: Jolande Krijnen – 2001, bewerking Rudi Van Overloop 2007