Vijvers en vissen

Soorten drainagebuizen ?

Vroeger had je nog drainagebuizen uit steen, maar die zijn ondertussen verdwenen. Momenteel gebruiken we PVC- buizen (afbeelding rechts). Het zijn gele buizen al dan niet omwonden met kokos of synthetische stof. Deze geperforeerde buizen zijn verkrijgbaar per meter of per rollen van 25, 50 of 100 meter en in verschillende diameter. De kleinste buis heeft een diameter van 5 cm en volstaat meestal voor de gemiddelde drainagewerken in een tuin. Hoe meer water er dient afgevoerd te worden, hoe groter je de buis neemt. Dit kan gaan tot 20 cm diam.
Een buis met diam. 5 is gevoeliger voor dichtslempen dan een buis met diam. 12 of 15.

Dit zullen we dan berekenen.


Deze geperforeerde buizen zijn ook verkrijgbaar zonder omhulsel. Behalve qua prijs biedt dit geen enkel voordeel. Zonder omhulsel is het gevaar voor dichtslippen van de gaatjes velen malen groter. Buizen met kokosvezel zijn kant-en-klaar verkrijgbaar. De kokos houdt de fijne zeefdeeltjes tegen zodat de buizen minder vlug dichtslempen of verstoppen. Uit onderzoek blijkt dat de natuurlijke kokosvezel gemiddeld vijf tot tien jaar meegaat (langzame vertering). Vandaar de buizen met synthetisch omhulsel, die weliswaar duurder zijn in aankoop, maar acht tot twaalf jaar meegaan.

Grindlaag

In DEEL 1 konden we leren dat het water niet alleen aan de bovenzijde en zijdelings de buis indringt, maar vooral aan de ONDERZIJDE van de buis. Daarom leg je onderaan de geul eerst een laag kiezel (grindlaag) of grof rijnzand, en dan pas daar bovenop je drainagebuis. Minimum plaats je een laag van 10 cm onder en boven de buis. Voor het onttrekken van oppervlaktewater is het noodzakelijk een grindlaag tot aan het maaiveld te plaatsen.

 

Er zijn twee goede vormen beschikbaar :
– buizen met kokos omwonden (foto boven)
– buizen met synthetische stof (foto onder)

Geotextiel

Wanneer we een grindlaag onder en boven de drainagebuis plaatsen, raakt deze grindlaag natuurlijk heel makkelijk vervuild. Door inspoeling van gronddeeltjes zal de werking van de grindlaag erg verminderen. Daarom plaatsen we een doek van geotextiel.

Geotextiel is een geweven doek voor bouwkundige en civieltechische constructies. Het doek is opgebouwd uit geweven bandjes van polypropyleen. Dit geweven doek is zowel water- als luchtdoorlatend. Het is bestand tegen schimmels en bacteriën.

Polypropyleen kan niet verteren en bewaard zowel in droge als natte omstandigheden zijn eigenschappen.

Geotextiel of afleiden zijn meestal verkrijgbaar in de bouwmarkt. Ze zijn verkrijgbaar in verschillende afmetingen. De prijs en de kwaliteit wordt bepaald door de ´trekkracht´ en het gewicht (tabel rechts).

Geotextiel merk ISOTEX

WP15

gewicht 100
gram/m2

treksterkte
16 kN/m

WP25

gewicht
130
gram/2

treksterkte
25 kN/m

Fibertex

Net als de gewone geotextiel wordt ´Fibertex´(foto links) aangewend voor het afdekken van grindlagen bij het plaatsen van drainage. Dit materiaal wordt ook gebruikt bij de aanleg van vijvers met folie (onderlaag).

Het is samengesteld van niet-geweven polypropyleenvezels die werden gevormd tot een plooibaar textiel met goede rekeigenschappen. Het is soepeler en gemakkelijker in gebruik. Fibertex is wel duurder in aanschaf en van hogere kwaliteit en wordt ook in de bouwwereld vaak gebruikt.
De vezels laten water en lucht ongehinderd door en vormt een uitstekende scheiding tussen materialen van verschillende materiaallagen zoals grond, zand en grind.

Afbeelding rechts:

Greppels slippen makkelijk dicht met omliggende grond. Fibertex houdt het fijne materiaal gescheiden van de afwateringslaag zodat het drainagesysteem steeds even doeltreffend blijft verder werken. Bemerkt de overlappingszone boven het grind.

Een drainering aanbrengen?

Draineren is een goede, maar dure oplossing voor het verbeteren van waterzieke gronden. Het aanleggen van zo´n drainagesysteem is een precisie werkje wat enige vakkennis en handigheid vereist. Uiteindelijk is het de bedoeling dat of overtollig oppervlaktewater ofwel overtollig grondwater wordt afgevoerd. Het is een eerste taak vast te stellen welke van deze 2 systemen in aanmerking komen voor uw situatie ter plaatse. Voor de aanleg van de drainagekanalen staan ons verschillende hulpmiddelen ter beschikking:

Draineermachine

Gespecialiseerde bedrijven in de aanleg van drainage beschikken over een draineermachine. Niet dat je direct zo´n machine in je tuin ziet langskomen? Heb je een grote tuin (2,5 ha of meer) dan is deze optie zeker het overwegen waard. De meeste van deze machines zijn uitgerust met rupsbanden maar er zijn ook uitvoeringen op luchtbanden. Zie foto links (Landinrichtingsdienst Utrecht).

De draineermachine zet in aan de slootkant met de eindbuis, verder gaat ze over naar een geribbelde draineerbuis met kokosomhulling. Deze machine komt in aanmerking voor de meeste drainagewerken. In een steenachtige bodem worden wel vaker met een wielgraver gewerkt. De schutborden (zie foto) houden de gegraven sleuf zolang open tot de geribbelde PVC-draineerbuis van de rol in de sleuf is gevoerd. De bestuurder regelt met een vizierinrichting de diepte van de te graven sleuf. Bij moderne machines maakt men gebruik van laserapparatuur, waarbij de ontvangen signalen langs elektronische weg aan de diepteregeling van de machine worden doorgegeven. Op deze wijze kan men nauwkeuriger werken. Ook kan met met de laserapparatuur sneller werken en zodoende het aantal meter/uur aangelegde drainage verhogen.

Sleuvengraafmachine

Een sleuvengraafmachine kan je huren. Met deze machine kan je min of meer smalle sleuven graven. Er zijn verschillende kleine en grote modellen. Kies een model dat bij de grote van de tuin en de aard van de werken past. Zie foto rechts (Landinrichtingsdienst Utrecht).
Deze machines worden bij openbare werken dagelijks gebruikt voor de leggen van kabels, leidingen, rioleringen en andere nutsvoorzieningen. Ook voor de aanleg van drainage kan deze machine nuttige diensten bewijzen. De grond wordt terzijde gedeponeerd en de diepteregeling geschiedt hoofdzakelijk hydraulisch. Dat is dan ook het enorme nadeel: je kan nooit zo nauwkeurig werken als een echte drainage firma dat doet.

Handkracht

Ondanks de mogelijke machinale uitvoering van drainagewerken komt er toch steeds een deel handwerk bij te pas. In een kleinere tuin of voor kleinere drainagewerkjes ben je bijna volkomen op handenarbeid aangewezen. Zorg dat je over een goede panschop en spade beschikt om werken van deze aard uit te voeren.
Er zijn speciale modellen smalle panschoppen die het makkelijk maken de sleuf onderaan uit te diepen. Ook met een smalbladige, dieptespade ben je beter af.
Een houweel komt vaak goed van pas om harde of steenlagen te doorbreken. Met materialen van ´Ideale´ of ´Pollet´ zit je zeker in de goede richting en is veel mogelijk zoals te zien is op onderstaande foto.

Afstanden

De afstanden van de buizen wordt bepaald door de terreinligging. Wanneer de draindiepte zeer gering is, op laag gelegen percelen met weinig afschot, kan men alleen een goede ontwatering verkrijgen door de buizen dichter bij elkaar te plaatsen. Daardoor wordt de afvoer per oppervlakte-eenheid versneld. Zoals reeds eerder aangehaald wordt de diepte vooreerst bepaald door de grondwaterspiegel. Anderzijds moeten we er rekening mee houden dat de uitmondende drains minstens 10 cm boven het peil uit zal monden!
Bescherm het uiteinde van de buis met wat kippengaas tegen ongedierte (muizen, ratten) die de drains anders kunnen verstoppen.

Diepte

Hoe diep moet de drainering aangelegd worden en op welke afstand? Dat berekenen we in ´Theoretische berekeningen´, want dit wordt bepaald door meerder factoren.Het is duidelijk dat de maximale draineerdiepte wordt bepaald door de grondwaterspiegel.
Hou er echter rekening mee dat deze spiegel in de zomer- en winterperiode danig kan verschillen. Drainage aanbrengen lager dan de grondwaterspiegel heeft natuurlijk helemaal geen zin, behalve bij een gesloten drainagesysteem.

Het verhang (afschot)

Het verhang of het afschot moet minimum 1 % bedragen.
Dit betekend een verhang van 1 cm per 10 meter – 10 cm per 100 meter.
Waar mogelijk streven we naar een afschot van 2 % of 2 cm per 10 lopende meter.
Hoe steiler het afschot; des te groter is de afvoersnelheid; des te minder is de kans op dichtslippen.
Een pasdarm is een goed middeltje voor de doe-het-zelver om het afschot te bepalen.

Gesloten of open drainagesysteem?

De meeste drainagesystemen zijn van het open type:

– de drains monden uit in een lager gelegen beek, sloot of rivier
– het verhang bedraagt minimum 1 %

Er zijn echter situaties waarbij een open drainagesysteem niet mogelijk is:

– er zijn geen omliggende beken of sloten om het drainwater in af te voeren.
– het perceel is te laag gelegen, het drainwater kan niet naar de hoger gelegen beek worden afgevoerd.

In zulke situaties plaatsen we een gesloten drainagesysteem.

Bij een gesloten drainagesysteem leg je de drains aan de buitenzijde van het terrein met verschillende aftakkingen die samen komen in de hoofdbuis. Het geheel wordt onder het maaiveld gelegd en dus ook uitzonderlijk, lager dan het grondwaterpeil.

De hoofddrain wordt aangesloten op een put van beton. Met een elektrische dompelpomp, met een niveauschakelaar die aan- en afslaat, wordt het water uit de put in de naastbij en hoger gelegen sloot gepompt. Op deze manier worden de drains zogenaamd leeggezogen worden een verlaging van het grondwaterniveau wordt bekomen.

Dit systeem is duurder in aanleg en in onderhoud dan een open drainagesysteem.
Bij ontwatering van veengronden moet men bijzonder voorzichtig zijn, door het ontrekken van water zal de bodem dalen.

 

Het is niet altijd mogelijk het water van een open drainagesysteem in een sloot te doen uitkomen. De oplossing is dan de plaatsing van een ´SYSDRAIN´. Een Sysdrain zorgt voor de locale verspreiding van het opgevangen water en is vervaardigd uit polyethyleen. Is zeer makkelijk te plaatsen door zijn geringe gewicht (11 kg) en modulair op te bouwen, in serie of boven elkaar.  De afvoercapaciteit bedraagt tot 3.400 liter/uur.

Reglementen

Drainage systemen mag je niet aansluiten op het openbaar rioleringsnet !

Wel is het mogelijk de hoofdbuis van de drainage eventueel op het regenwater circuit aan te sluiten. Dan kan wel voor praktische problemen zorgen. Het riolering van het regenwatercircuit moet namelijk diep genoeg zijn ten opzicht van de drainering. Anders zou bij grote regenbuien het water (terug) in de drainagebuizen stromen.

Theoretische berekeningen

Diameter

De diameter van de buis wordt bepaald door:

– de drainafstand (onderlinge afstand tussen de verschillende drains)
– de drainlengte (aantal lopende meter) per lijn
– het verhang
– de gewenste afvoer per etmaal in millimeter per etmaal of in liter per seconde. Deze bedraagt voor tuinen 15 mm per etmaal bij een ontwateringsdiepte van 50 cm.

Deze bekomen factor wordt met 25 % verhoogd in verband met de kans op vervuiling en dichtslippen.

Opmerking: de diameter van de buis kan nooit te groot maar wel te klein zijn.

K-waarde

De snelheid waarmee grondwater in de drains dringt hangt sterk af van de doorlaatbaarheid van de grond. De factor, de K-WAARDE, kan gemeten worden en varieert van 1 cm tot 30 meter per dag. De factor K heeft ook invloed op de drainafstand. Hoe groter de waarde, hoe sneller het water de drains bereikt, hoe groter de afstand tussen de drains kan zijn.

Praktisch

De K-waarde is in de tuin te meten met behulp van een grondboor. Boor een gat tot op de grondwaterlaag. Het water zal het geboorde gat vullen. Wacht tot het boorgat volledig is gevuld. Pomp nu het water uit het geboorde gat en meet de snelheid waarmee het grondwater weer stijgt na het leegpompen.

Drainafstand

De drainafstand is te berekenen met volgende formule:

Formule:

l² = 8 kdh
_______
s

l = drainafstand in meter
K = doorlaatwaarde in m/etmaal
d = factor voor laagdikte, diameterbuis en afstand
h = max. toelaatbare opbolling
s= afvoer in mm/etmaal, uitgedrukt in m/etmaal

Voorbeeld:

K = doorlaatwaarde in m/etmaal = 0.3 meter per etmaal
d = factor voor laagdikte, diameterbuis en afstand = 1,5 meter
h = max. toelaatbare opbolling = 0.3 meter
s= afvoer in mm/etmaal, uitgedrukt in m/etmaal = 20millimeter per etmaal of 0,02 meter

De formule is dan:

l² = 8 x 0,3 x 1,5 x 0.3
____________________

0,02

Het resultaat:

l² = 54

l = 7,70 meter

De drainafstand bedraagt 7,70 meter (afstand tussen de rijen)

Om teleurstelling te voorkomen kan men best een opname laten verrichten. De afstand tussen de drains kan nooit te klein maar wel te groot zijn. In een volgend artikel proberen we gemiddelde richtwaarden te bepalen voor de doorsnee tuin.

Bronnen:

Boomkwekerij Udenhout – Bomenboek – www.udenhoutbv.com
Isulco bvba Techincal Products – Avenue Gribaumontlaan 99 – 1200 Brussel
Tuinen 3 – Pannekoek/Schipper – ISBN 9021009897
Bewerking Rudi Van Overloop 2008