Bomen en hagen

De meeste loofbomen in onze contreien bloeien van april tot juni. Een uitzondering daarop is de fluweelboom of azijnboom, wiens bloemen in juli ontluiken. De fluweelachtige, bordeauxrode of helder oranje vruchttuilen zijn decoratief. Met zijn parasolachtige kroon is hij een prachtige schaduwboom. Zijn bladeren kleuren in het najaar rood-oranje. Dan is het feest in de tuin. Het is een bladverliezende boom of struik die inheems is in oostelijk Noord-Amerika, waar hij in rotsachtige zanderige gebieden groeit en opengevallen plekken in bossen opvult. Verschillende rhussoorten vinden we ook in gebieden rond de Middellandse Zee. In Europa wordt de fluweelboom vaak in parken en tuinen aangeplant omdat hij decoratief is en schaduw geeft. Met een dergelijke boom in de tuin heb je geen parasol nodig. Rhus is een groot geslacht (meer dan 200 soorten), waartoe bomen, struiken en klimplanten horen. Er zijn soorten bij die allergische reacties op de huid van mensen veroorzaken.


Fluweelboom (azijnboom, Sumak)
Rhus typhina (botanisch)
Shumac (Engels)
Sumac (Frans)
Essigbaum of Hirschkolbensumach (Duits)
Anacardiaceae – Pruikenboomfamilie

Naamgeving

Het woord sumach is van Semitisch oorsprong en betekent donkerrood. Het slaat op de donkerrode vruchttuilen. De botanische naam rhus is afgeleid van het Griekse woord rhoûs waarvan men niet weet wat het eigenlijk betekent. De soortnaam coriaria heeft betrekking op het gebruik van de plant voor het looien van leer (rijk aan tannine). Het Latijnse woord corium betekent namelijk leer. Fluweelboom heeft te maken met de fluweelzachte vruchtpluimen en bladeren, azijnboom met de zure smaak van de vruchten.

Plantkundige kenmerken

De bij ons geplante fluweelboom wordt circa 7,5 m hoog. Mannelijke en vrouwelijke bloemen zitten op afzonderlijke bomen. De mannelijke bloemtuilen zijn geelgroen. De vrouwelijke vormen dichte, donsachtige, rode bloemtuilen. De bladeren zijn geveerd en getand. De vruchten staan in bundels. Ze zijn bordeauxrood en fluweelachtig. De bladeren zijn bedekt met zacht, fluweelachtig haar. In het najaar verkleuren zij tot helder oranje. Samen met de karmozijnrode vruchten leveren zij een bijzonder schouwspel in elke tuin.

Standplaats

De Fluweelboom groeit op elke grondsoort.

Snoeien

Snoeien is eigenlijk niet nodig. De boom komt het meest tot zijn recht, wanneer u hem met rust laat. U kunt wel dode takken eruit knippen.
Wanneer de fluweelboom uit de kluiten gegroeid en verouderd is, kunt u in het voorjaar verjongingssnoei toepassen. Hiervoor zaagt u de boom tot 10 cm boven de grond af. Spoedig lopen er weer nieuwe loten uit de stam. Door de kracht van deze groei verschijnen er ook vele worteluitlopers (opslag). Dit is het enige nadeel van deze boom.

Soorten

  • Rhus glabra (gladde sumak) wordt 4,5 m hoog heeft een parasolvormige kroon en roodachtig tot paars berijpte takken. Het blad is blauwgroen. De bloemen en vruchten zijn roodachtig. In het najaar verkleuren de bladeren rood.
  • Rhus chinensis ´Winter Beauty´ wordt 6 m hoog en heeft bladeren die grof getand zijn. Hij bloeit met vuilwitte bloemen gevolgd door rode bessen. De bladeren kleuren in de herfst vlammend rood.
  • Het blad van Rhus typhina ´Dissecta´ is varenachtig. Hij behoudt zin vruchten tot diep in de winter.

    Gebruik

De soort Rhus coriaria levert het zogenaamde sumak– kruid. De vruchten van Rhus coriaria worden in Turkije en Iran gemalen en over verschillende gerechten gestrooid, bijv. rijstgerechten. Karakteristiek voor Jordanië is het mengen van sumak met sesam, tijm en marjolein. Dit mengsel wordt gebruikt bij het grillen van vlees. Ongeveer op dezelfde manier kruidt men vlees in Syrië en Israël.
In Libanon, Syrië en Egypte gebruikt men sumak op een andere manier. De vruchten worden met een beetje water gekookt, waardoor een intens zure vloeistof ontstaat . Deze voegt men toe aan vlees- en groentegerechten. Dit gebruik was reeds in het oude Rome bekend en lijkt op het gebruik van tamarinde in de keukens van Zuid- en Zuidoost-Azië.

Bronnen Brigit Kahlert 2005, bewerking Rudi Van Overloop voorjaar 2010