Malus domestica ´Schone van Boskoop´, nog vaak in de volksmond Goudrenette genoemd, is zowel voor de verse consumptie als voor de verwerking (o.a. appelmoes) zeer gewild en is daarom populair al is de aanvoer momenteel sterk gedaald. Vroeger nam Schone van Boskoop 25-30% van de appelproductie in. De afkomst van dit appelras is vermoedelijk Nederland en werd vanaf 1863 verspreid.
Malus domestica ´Schone van Boskoop´ wordt met tal van synoniemen aangeduid: Belle de Boskoop, Goudreinette en Schöner von Boskoop. Uit dit ras zijn tal van rode mutanten ontstaan zoals Rode Boskoop. De productie begint vroeg met een regelmatige oogst en weinig beurtjaren als men goed snoeit. Komt wel laat in productie en vraagt een koele plek (half-schaduwrijk). De bloemen zijn vrij gevoelig voor late nachtvorst. Aan jonge bomen verschijnen middelgrote, vlakbolvormig tot hoogronde, mooi gekleurde, goudgele vruchten. Op oudere bomen meer roodgroen gekleurde appelen. De schil is droog en ruw. De smaak is verfrissend zurig, voldoende zoet, met het bekend krachtig reinettenaroma.
Oogsten
Plukken kan theoretisch vanaf eind september tot half oktober maar aan te raden is om niet voor half oktober te plukken om een zo hoog mogelijk suikergehalte te verkrijgen. Bewaren kan tot midden april bij een temperatuur van 3-4 ° C. Ze hebbend wel de neiging tot slap worden: bewaren in folieverpakking verhindert dit.
|
Jan | Feb | Mrt | Apr | Mei | Jun | Jul | Aug | Sep | Okt | Nov | Dec |
Bloeitijd | ||||||||||||
Pluktijd | ||||||||||||
Bewaartijd | ||||||||||||
Groei | De bomen groeien fors, breed bolvormig en stug en zijn niet geschikt om als spilvorm op te leiden. Bijna alle gestelstekken en vruchttakken groeien sterk maar is niet zo´n kopgroeier. | |||||||||||
Gebruik | Goede zomer- en handappel, zeer geschikt voor appelmoes. Bevat veel vitamince C. | |||||||||||
Plantafstanden | Hoogstam | Halfstam | Laagstam | |||||||||
7-8 meter met onderstam |
4-6 meter met onderstam |
2-4 meter met onderstam |
||||||||||
Goede bestuivers |
Goede bestuivers zijn o.a. Laxton´s Superb, Jonathan en Cox´s. Het plaatsen van bijenkasten heeft een zeer gunstige invloed Zie algemeen overzicht bestuivingstabel voor appelen van Guy De Kinder |
|||||||||||
Windvastheid | Matig. Rijpere vruchten vallen makkelijk af | |||||||||||
Opbrengst | tot 20.000 kg/hectare | |||||||||||
Gevoeligheid voor ziekten | Vrij gevoelig voor schurft, stip, glazigheid, buikrot en de appelbloedluis. Tamelijk goed bestand tegen vruchtboomkanker. Binnen deze cultivar zijn tal van types ontstaan, waaronder minder goede typen die sterk gevoelig zijn voor het ruwschilheidsvirus. De schil van de vrucht en het vruchtvlees worden nogal makkelijk bruin. Gevoelig voor middelen op basis van koper. |
|||||||||||
Snoeien | In de jeugdjaren niet te sterk snoeien. Beperk de snoei tot het insnoeien van de hoofdtakken om de juiste boomvorm te bekomen. Zoveel mogelijk takken uitbuigen om de vruchtbaarheid te bevorderen. Door het insnoeien van draagtakken gaat de vruchtbaarheid omlaag. Eenmaal de boom voldoende is ontwikkeld en de vruchten draagt moet er sterker worden gesnoeid. Afhankelijk van de groei neemt men dan de vrucht- en gesteltakken terug. Zorg bij de snoei voor voldoende ruimte in de boom voor een goede belichting. Door een goede snoei kan men beurtjaren onderdrukken en worden de vruchten mooier en groter. |