De sierheester Aronia of appelbes is een winterhard gewas dat heel wat te bieden heeft. Het is een bekende verschijning binnen het openbaar groen. Maar dat de plant ook voor de particuliere tuin interessant is, is minder bekend. Vanwege de goede gezondheid is bet bovendien een kansrijk gewas voor de geïntegreerde boomteelt. Voor de boomkwekerij liggen er dan ook meer mogelijkheden.
Aronia is een bladverliezende heester uit de rozenfamilie, die van nature voorkomt in het oosten van Noord-Amerika. De sierwaarde ontleent hij aan de witte bloesem in april-mei, het gezonde donkergroene blad dat later een felle, meestal rode herfstkleur krijgt en de eetbare rode of zwarte bessen. Er bestaan twee soorten en hybriden daarvan. Aronia melanocarpa is een vrij kleine, vrijwel onbehaarde struik met zwarte bessen. Aronia arbutifolia wordt hoger, heeft rode bessen die lang aan de plant blijven en is sterk behaard. De hybride Aronia x prunifolia is meestal ook behaard en heeft auberginekleurige bessen.
Van de hybride zijn in de afgelopen jaren veel nieuwe cultivars in de handel gekomen, die als fruitgewas worden geteeld. Het proefstation heeft de cultuur- en gebruikswaarde van een groot deel van de soorten en cultivars de afgelopen jaren onder de loep genomen.
Goed te stekken
De soorten van Aronia worden meestal gezaaid. Het uitzaaien van zaden uit rijpe bessen gebeurt in de herfst, of ze krijgen drie maanden een warmtebehandeling, gevolgd door twee tot drie maanden stratificatie bij 1 tot 5°C. Het kiempercentage is laag, maar de zaailingen zijn wel uniform.
De cultivars zijn van mei tot en met augustus goed door zomerstek te vermeerderen. Gedoopt in 0,5 tot 1% IBA bewortelen ze onder mist of nevel bij 18 tot 21°C in vier tot zes weken tijd. Vermeerderen door in vitrocultuur is eveneens mogelijk.
Het is mogelijk Aronia op een onderstam van Sorbus aucuparia te enten. Op hoogstam of halfstam levert dit een aantrekkelijk, klein, besdragend boompje op. Op een korte onderstam blijft Aronia er uitzien als een heester, maar groeit niet breed uit doordat hij geen ondergrondse uitlopers kan maken. De geënte planten kunnen wel iets minder droogte verdragen dan planten op eigen wortel.
Appelbessen groeien op bijna elke grondsoort, behalve zware klei en dichtslempende, lemige zandgrond. De voorkeur gaat uit naar lichte vochthoudende zandgrond. Hoewel Aronia van nature liefst in de halfschaduw staat, doet hij het goed in de volle zon, mits de grond niet te droog is. Het is mogelijk de heester voor of na de winter te verplanten en hij kan goed tegen snoei.
Winterhard en gezond
Aronia wordt in Rusland, Oost-Europa en Scandinavië veel aangeplant als fruitgewas. Dat de planten uitstekend winterhard zijn, is den ook niet verwonderlijk. Planten in rust kunnen -30°C overleven en zelfs de wortels van een container plant kunnen ongeveer -10°C hebben.
Voor boomkwekers heeft de appelbes een aangename verrassing. Van alle planten uit de familie Rosaceae is Aronia een van de minst gevoelige voor bacterievuur. Ook verder is de plant meestal gezond. Schimmelziekten (bijvoorbeeld bladvlekkenziekte) komen voor, maar zijn alleen in warme, natte zomers een probleem; ze zijn met een ruime plantafstand grotendeels te voorkomen. Wanneer Aronia niet vlakbij Chamaecyparis wordt geplant, zal roest geen kans krijgen.
Reeën, hazen en insecten, waaronder rupsen en taxuskevers, eten van het jonge schot. Op te droge standplaatsen komt wel eens een zware spintaantasting voor. De schade van deze plagen is echter meestal beperkt en de planten groeien er gemakkelijk overheen. In de fruitteelt zijn wel maatregelen nodig tegen vogels die van de bessen eten.
Vanwege de hoge tolerantie voor ziekten en plagen is Aronia een aantrekkelijk gewas voor de geïntegreerde of biologische teelt.
Veel gebruiksmogelijkheden
Een bekende toepassing van appelbes is als vakbeplanting in onderhoudsarm openbaar groen. Ze groeien door hun ondergrondse uitlopers goed dicht, worden niet erg hoog en zijn goed te snoeien. Aronia melanocarpa cultivars worden op een droge, zandige standplaats slechts zo´n 1 m hoog; de andere Aronia kunnen tot 2,5 à 3 m hoog worden, vooral op vochtige voedselrijke standplaatsen.
Er is echter meer mogelijk. Aronia is vochtminnend, dus groeit goed als oeverbeplanting. Onder bomen is de heester ook op zijn plaats, vanwege de tolerantie voor schaduw. Hij kan tegen zout en luchtvervuiling, dus is hij in wegbermen te gebruiken. Voor honingbijen is Aronia een geschikte drachtplant. De bessen zijn eetbaar voor mens en dier, waardoor ze in beplantingen bij scholen en kinderspeelplaatsen of in vogelbosjes zijn te gebruiken.
Ook voor de consument heeft de plant verschillende mogelijkheden. Aronia op hoogstam van Sorbus als compact sierboompje voor kleine tuinen bijvoorbeeld. Omdat Aronia (vooral Aronia prunifolia) een gemakkelijk te verzorgen fruitgewas is, zouden planten op korte Sorbusonderstam aangeprezen kunnen worden voor volkstuintjes.
Bronnen:
Guy De Kinder 1999 – bewerking Rudi Van Overloop
Aronia winterhard gewas met aangename verrassing – Auteur: M. Hop.
Ir. M. (Margareth) E.C.M. Hop is onderzoeker veredeling bij het boomkwekerijkpraktijkonderzoek.
De boomkwekerij nr. 6 (12 februari – 1999)