In Vlaanderen spreekt men meestal van kersen, in Nederland van zoete kersen (Prunus avium). Zure kersen (Prunus cerasus) worden in Vlaanderen meestal krieken genoemd. Dit artikel gaat hoofdzakelijk over het planten van zoete kersen. Zoete kersen zijn meestal gevoelig voor beurtjaren. Door de vroege bloei, is schade door lentenachtvorst mogelijk. Bij kersen is kruisbestuiving meestal noodzakelijk. Het bestuivend ras moet gelijk bloemen met het hoofdras. Het stuifmeel moet ook geschikt zijn voor het moederras. Problemen met een te lage of geen vruchtbaarheid zijn meestal te wijten aan een slechte bestuiver, slechte standplaats (te laag gelegen vorstgevoelig perceel) of door te sterke groei. De meeste oudere rassen zijn gevoelig voor barsten. Er bestaan nu ook verschillende rassen die minder gevoelig zijn voor barsten. Het grootste probleem bij kersen zijn de vogels. Zonder degelijke vogelbescherming (netten, kooien, …) is het bijna onmogelijk van nog rijpe kersen te kunnen plukken. Er bestaan diverse afweermiddelen, die een wisselend succes kunnen hebben.
Planten
Zoete kersenbomen worden meestal veel groter in omvang dan zure kersen. Normaal moet de plantafstand moet dan ook ruim genoeg zijn. (Er bestaan ook fruitplantages met een kleinere plantafstand).
Rassenkeuze
De meeste rassen hebben kruisbestuiving nodig. Neem als bestuiver een ander ras dat in dezelfde periode bloeit.
Om deze lijst beperkt te houden is het aantal bestuivers van een ras beperkt tot maximum 5. Er zijn meestal nog andere bestuivende rassen mogelijk.
Er zijn nog veel meer kersenrassen, dan hier in deze tabel opgegeven.
Bij het kiezen van een ras, tracht je ook een ras te kiezen dat weinig gevoelig is voor scheuren (barsten) bij regen.
Enkele rassen kunnen bij voldoende warm weer zichzelf bestuiven. (o.a. Lapins, Meikers, Newstar, Sunburst en Sumtare). Alleen planten zou dan mogelijk zijn. Toch zal de productie meestal veel regelmatiger en hoger zijn met een goede bestuiver in de buurt.
Sommige rassen kunnen gevoelig zijn voor bacteriekanker of voor de hagelschotziekte.
Overzicht kersenrassen vlg. plukperiode (van vroeg naar laat)
Juni | Burlat, Cedra, Coe´s Transparent, Karesova, Vista | |
Juli (eerste helft) | Chelan, Dubbele Meikers, Linda, Margit, Merchand, Newstar, Hartland, Sasha, Viscount, Botond, Broechemse, Techlovan, Kristin, Royalton, Starking HG, Summit, Sylvia | |
Juli (2de helft) | Adriana, Vanda, Schneiders SpKK, Somerset, Granat, Kordia, Kozerska, Salmo, Sam, Sunburst, Colny, Lapins, Regina, Sweetheart |
Onderstammen
Prunus avium ´Limburgse Boskriek´ (zaailingen)
Prunus avium ´Colt´ (vermeerdering door winterstek of houtstek)
Prunus avium ´F12/1´ (vermeerdering door afleggen)
´Weiroot13´ en GiSela 5.
Dit zijn matig sterkgroeiende onderstammen. Deze leveren na enting een bijzonder kleine boom, die ongeveer 2 meter hoog wordt. Het boomvolume op GiSela 5 zou maar 1/3 zijn van op ´F12/1´ gekweekte bomen.
De eerst genoemde onderstammen geven een sterke tot matig sterke groei.
Plantafstanden
Weiroot13 en Colt: minimaal op 4,5 x 2,5 m
GiSelA 5: ongeveer op 4 x 2 m afstand.
Limburgse Boskriek en F12/1: moet zeer ruim geplant worden. (6 x 4 m of meer)
Wanneer mag je vruchten verwachten?
Zoete kersen geven meestal pas 4 jaar na het planten vruchten. Zure kersen (Noordkrieken) geven meestal na 2 jaar reeds de eerste vruchten.
Bronnen Guy De Kinder 2001, maandblad ´Belgische Fruitrevue´, bewerking RVO 2008