Wintersnoei van rode- en witte trosbessen. Ribes rubrum of rode of witte aalbessen kan men telen aan struik en als rechte haag. Rechte haag is makkelijker te snoeien en compacter te houden. Zijhout lager dan 20 cm zal men verwijderen. Lange zijtwijgen zijn meestal ongeschikt als vruchthout. Het snoeien kan gebeuren vanaf januari tot april.
Wetenschappelijke naam: Ribes rubrum
Plantmateriaal en plantafstand
– Rode- en witte trosbessen worden geteeld aan struiken en aan rechte hagen (één- en tweetakkers)
– Struikvorm wordt alleen nog bij enkele particulieren aangetroffen en zeer weinig bij de echte telers. Struiken zijn minder goed te onderhouden, nemen veel plaats in en zijn moeilijker te plukken. Ook is de productie aan struiken meestal lager. De plantafstand is 1,75m (2,50) tussen de lijnen en 1,5 m (1,25m) in de lijn. Struiken worden opgebouwd met 5 tot 7 gesteltakken, welke bezet zijn met vruchthout. De oudste takken en neerhangende takken zal men hier regelmatig verwijderen. In de lijn is de plantafstand afhankelijk van het gebruikte plantenmateriaal en van de grondkwaliteit:
3-takkers: 0,90 tot 1m (vooral op zeer goede gronden)
2-takkers: 0,60 tot 0,66 m
1-takkers: 0,30 tot 0,33m (vooral op slechte gronden). Deze 1-takkers gaan later meer produceren dan andere systemen.
Als plantmateriaal voor rechte hagen kan men dus ééntakkers of wel 3-takkers gebruiken. Deze planten zijn best éénjarig en zo kloek mogelijk. De beste planttijd is november (´de planten moeten groeien´).
Goed ingekuilde planten kan men nog planten tot in maart (´de planten kunnen dan nog groeien´). Men plant de sterke éénjarige planten op de zelfde diepte als in de kwekerij. (Als men dieper zou planten, dan krijgt men meer grondscheuten.) Indien mogelijk dan dient de rijrichting noord – zuid te zijn (beste belichting). Een snelle hergroei zorgt ervoor dat de aanplant eerder in volle productie komt. Een laagje stalmest of bladeren of ruwe compost rond de planten voorkomt het uitdrogen van de grond.
Opkweek van de haag
Indien men 5-takkers gebruikt, om 3-takkers van te maken, dan kiest men vóór het planten 3 gelijke (evenwaardige) takken uit en knipt de andere weg. De 3 takken moeten in de lijnrichting geplant worden. Ze worden niet ingekort! Direct na het planten worden de planten aangebonden aan de onderste draad. Men heeft 3 draden nodig. De eerste draad komt op 0,40 m boven de grond. De tweede op 1m en de derde op 1,60 m boven de grond. Als de planten goed groeien, worden de gesteltakken de eerste jaren niet ingekort. Ze vormen dan mooie kransen fijn vruchthout. Later worden de gesteltakken ingekort op de gewenste hoogte.
Het aanbinden gebeurt met plastiekband of op maat (18 cm lang) geknipte stukjes geplastificeerd dun elektriciteitsdraad. De takken niet te strak aan de draden binden (3 vingers opening laten), om ingroeien van het bindmateriaal te vermijden.
Het 2 de jaar worden al veel zijtakken en grondscheuten gevormd. De grondscheuten worden in mei of in juni weggebroken. Men kan eventueel in de zomer van het 2° jaar reeds de hoofdscheut innijpen om meer geschikt en zwak vruchthout te bekomen. Indien de planten goed groeien, worden de gesteltakken gedurende de eerste jaren niet ingesnoeid (winter). Eénmaal boven, worden de gesteltakken teruggenomen op de gewenste hoogte, tot op een goed ontwikkelde zijtak. Lager dan 20 cm boven de grond mag er géén zijhout komen. Het zware zijhout wordt in de winter weggesnoeid tot op een klein stompje (0,5 tot 1 cm stomp). Het lichte zijhout wordt uitgedund. Na het 2 de jaar wordt de wintersnoei aan het ras aangepast.
Tijdstip
Als men geen last heeft van de vogels die de ogen uitpikken, kan men van begin december tot februari snoeien. Later snoeien (maart – april) heeft 3 voordelen:
– bij ´Jonkheer van Tets´ heeft men minder last van vuur (Nectria). Vroeg snoeien (januari) van Jonkheer van Tets geeft een oogstvervroeging van enkele dagen.
– de rupsen van de bessenglasvlinder (Sesia) zitten in het vroege voorjaar boven in hun gangen en worden dan met de snoei opgeruimd.
– minder schade van vogels (uitpikken ogen)
Werkwijze bij de snoei van bessen aan draad.
Deze bestaat uit wintersnoei en zomersnoei. De vruchthoutssnoei wordt aangepast aan de groeiwijze van het ras.
Wintersnoei
Zeer belangrijk is de hygiëne bij de snoei. Men zou moeten snoeien met de kruiwagen naast zich. Men kan dan onmiddellijk de zieke en gezonde takjes (Nectria of vuur) op de kruiwagen leggen. Anders vergeet men kleine stukjes! Het zware zijhout (of lange zijtwijgen) wordt tot op een klein stompje weggesnoeid (0,5 tot 1 cm laten staan). Dit zware zijhout geeft geen of te weinig vruchten. Het neemt ook teveel licht weg. De zijtakken kunnen op verschillende manieren worden gesnoeid. Hierin verstaat men lange snoei, vrij lange snoei, vrij korte snoei en korte snoei.
a. Lange snoei
Lengte vruchthout: +/- 10 cm en liefst 25 – 30 cm.
Men past de lange snoei toe bij rassen die veel bessen geven op (middel) lang vruchthout.
Alle twijgen welke korter zijn dan 10 cm worden weggesnoeid.
Het ideale vruchthout is 25 tot 30 cm lang.
De twijgen welke veel te lang zijn worden weggesnoeid. (Zie bij opkweek)
Indien men teveel zijtakken heeft, dan zal men deze uitdunnen.
b. Korte snoei
Het ideale vruchthout is 5 – 15 cm lang.
Men past de korte snoei toe bij rassen die veel vruchten geven op kort vruchthout.
Alle twijgen welke langer zijn dan 15 cm worden weggesnoeid tot op 0,5 cm stomp.
De ideale vruchttakjes zijn 5 tot 15 cm lang. Deze worden niet ingekort.
De vrij korte snoei en de vrij lange snoei, houden het midden tussen beide genoemde methodes.
Men moet de snoei aanpassen volgens de cultuurvariëteit
Korte snoei past men toe bij Stanza, Maarse´s Prominent, Mulka, Red Lake en Jonkheer van Tets.
Vrij korte snoei bij Jonkheer van Tets, Fay´s Prol., Laxton Perf. En Junifer
Lange snoei past men toe bij alle overige soorten welke met ´R´ beginnen:Rondom, Rosetta, Rotet, Rovada, Rolan in de jeugd en bij Heineman´s .
In het algemeen geldt dat de lange snoei een hoge productie geeft en de korte snoei een grovere bes. Lange snoei remt de groei en korte snoei stimuleert de groei. Volledig korte snoei wordt niet meer toegepast. De betere kwaliteit weegt niet op tegen het verlies aan productie. Men past dus meer de vrij korte snoei toe, door iets langer vruchthout te bewaren.
Bronnen
Dit artikel werd samengesteld door Guy De Kinder