In dit artikel komen aan bod: de vorm- en onderhoudssnoei bij peren, de rassenkeuze en groeiwijze, de opkweek van jonge bomen. De rasseneigenschappen en de invloed op de snoei. De meeste rassen hebben de neiging om in het onderste gedeelte van de boom de groei te laten zitten. (Niet bij Conference). Deze zwakke groei onderaan de boom komt voor bij Doyenné du Comice, Beurré Hardy en Bonne Louise d´Avranches. Het gevolg is dat de groei zich in de kop concentreert. Hierdoor komt er weinig licht onderaan in de boom, zodat daar weinig gemengde knoppen worden gevormd. Men kan de kopgroei afremmen door deze pas in april-mei te snoeien.
De meest productieve en gemakkelijkste rassen zijn Conference, Concorde, Bonne Louise d´Avranches en Durondeau. Laat productief en soms moeilijk te snoeien zijn Beurré Hardy en Doyenné du Comice.
Wetenschappelijke naam: Pyrus communis
Onderstam: Cydonia oblonga (kwee)
Familie: Rosaceae
Ned.naam: peer, Europese peer, gewone peer.
Vruchtbaarheid
De productie bij peren is de eerste jaren altijd lager dan bij appels. Een vroege vruchtdracht kan de boomgroei afremmen. Vermits dit niet het geval is, zal de perenboom groter moeten zijn.
Dit vraagt meer aandacht bij de opbouw van de perenboom. Dit is geen bezwaar, daar de levensduur van perenbomen veel langer is. (50 jaar en meer)
Vruchthoutvorming
Bij peren is het uitzonderlijk dat men gemengde knoppen heeft op eenjarig hout. In het beste geval hebben we bloemknoppen op het tweejarige hout.
Het vruchthout heeft bij peren een tamelijke lange levensduur. Bij Conference liefst maximum 2 jaar oud. Bij Doyenné du Comice 40% 2 jaar en 60% ouder dan 2 jaar. (Anders teveel beurtjaren)
Opkweek van jonge perenbomen
Als een spil met 3 tot 5 iets oplopende gesteltakken (In een hoek van 50° t.o.v. de harttak/ middentak). Bij Conference mogen de gesteltakken dieper uitgebogen worden (tot 70° t.o.v. de harttak). Deze gesteltakken staan op 50- 60 cm boven de grond. Je kan best tweejarige goed vertakte bomen planten.
Bij het planten tracht je de entplaats op 15 -20 cm boven de grond te houden. Hoe hoger de entplaats, des te zwakker de groei. Na de winter van het plantjaar (maart) zal de kop worden ingekort op ca. 40 -50 cm voor de niet-kopgroeiers (Conference), boven de hoogst ingeplante twijg. Staat deze twijg te steil, dan is het best van deze te verwijderen.
Voor kopgroeiers (Doyenné du Comice) is het wenselijk de verlengenis weg te snoeien en terug te komen op een lager staande zwakke zijtwijg. Deze zijtwijg zal je inkorten op 10 -15 cm.
Sterk zijhout uitbuigen tot op 50 -65 ° t.o.v. de middentak.
De volgende jaren zal men bij Doyenné du Comice, de kop verder goed inkorten om een stevig, blijvend frame te bekomen. Jaarlijks de verlengenis wegnemen door terug te knippen tot op een zwakkere lager ingeplantte twijg.
Bij niet-kopgroeiers (zoals Conference (foto)) zal men de verlengenis behouden en korten op ca. 40 cm. Concurrenten zal men volledig verwijderen.
In een later stadium, is het van belang, dat de uit de kop ontstane twijgen worden uitgebogen, iets naar het horizontale toe. Dit geeft dan vlug uitstekend vruchthout. (Steil ingeplante twijgen worden niet uitgebogen, maar weggeknipt)
Onderhoudsnoei, de snoei van oudere perenbomen
De snoei is gericht op het behouden van de optimale boomvorm. Beneden in de boom moet er voldoende groei blijven. Op het einde van de gesteltakken mogen er een paar eenjarige twijgen blijven staan. Niet bij Doyenné du C. en bij B. Hardy.
Opdat de middentak of harttak mee kan produceren, moet er voldoende stevig vruchthout aanwezig zijn. Dit vruchthout mag niet te lang of te dik worden.
Goede belichting
Bij het ouder worden van de boom, wordt het moeilijker een goede lichttoetreding te behouden. Peren hebben meer licht nodig dan appels, om goede bloembotten te maken.
Zwaar hout regelmatig wegzagen
De boom moet een duidelijke piramidale vorm hebben. Zonodig inkorten tot op het meerjarig hout (vruchthout). Normaal nooit inkorten in het eenjarige hout! Soms toch bij een verlengenis van een zwakgroeiende gesteltak, om de groei te prikkelen of stimuleren.
Sterke gemengde knoppen
Bij vele perenbomen is er onderaan slecht vruchthout. Dit bloeit wel, maar de zetting en vruchtmaat vallen tegen. Men moet dan goed in het vruchthout snoeien. Dit geldt vooral voor Conference en in mindere mate voor Doyenné du C. Voor het vormen van nieuw vruchthout, moeten 1-jarige twijgen gekozen worden die matig sterk zijn. Ze staan bij voorkeur ingeplant op de zijkant van het zwaardere hout. Ze hebben goed ontwikkelde bladogen, maar zijn niet gestekeld.
Optimale hoogte
De hoogte hangt af van de plantafstand. Het regelmatig terugzetten van de kop moet op goed vruchthout gebeuren. (Bijv. een schuin opgerichte vruchtdragende tak)
Eens de gewenste hoogte bereikt is, zal men de verlengenissen terugnemen tot op gemengde knoppen van een tweejarige tak. Dit werkt meer groeiremmend dan terugkomen op een éénjarige twijg.
Onder de gemengde knoppen laat men enkele zwakke twijgjes staan, om hier volgend jaar op terug te komen.
Verwaarloosde bomen
Deze bomen moeten geleidelijk aan in de goede vorm gesnoeid worden. Zware ingrepen mag men doen als er zeer veel gemengde knoppen zijn en als er een goede oogst mag verwacht worden.
In de zomer kan men snoeifouten goed beoordelen.
Beurtjaren
De meeste perenrassen zijn beurtjaargevoelig. In een goed draagjaar worden er weinig gemengde knoppen aangelegd. Om het volgende jaar toch nog een redelijke oogst te krijgen, moet men erg zuinig zijn met de aanwezige knoppen. Men kan daarom pas snoeien als de gemengde knoppen goed herkenbaar zijn, dus in het voorjaar (maart). Na een beurtjaar (slecht draagjaar) zijn er zeer veel gemengde knoppen. Men zal dan een deel van het oude vruchthout wegsnoeien en het resterende deel op enkele gemengde knoppen inknippen.
Raseigenschappen i.v.m. de snoei
Men dient de snoeiwijze aan te passen aan de cv (ras)
Conference en Concorde
1-2-3-regel toepassen. Het eerste jaar laat men een aantal eenjarige twijgen staan. Het 2de jaar is dit ideaal vruchthout, welke men inkort op een aantal gemengde knoppen. Eenjarige uiteinde knipt men meestal weg. Het 3de jaar kan men dit driejarig vruchthout verwijderen door op een kleine stomp te knippen.
|
|
Bonne Louise d´Avranches
Men kan hier best de 1-2-3-snoei regel op toepassen. |
|
Durondeau (Typische Belgische peer)
Snoei moet gericht zijn op een regelmatige productie. Sterke snoei na een matige productie en voorzichtige snoei na een zware oogst.
|
|
Doyenné du Comice(Koninginnepeer)
De 1-2-3-regel kan men hier voor 40% toepassen. |
|
Beurré Hardy
Deze geeft een zeer sterk groeiende boom. In de jeugdjaren is uitbuigen gewenst. |
|
Saint Rémy (Stoofpeer of keukenpeer)
Dit ras vormt lange, slappe takken. In de jeugd goed uitbuigen en weinig inknippen. |
|
Triomphe de Vienne
Matig sterke groeier die een wat brede boom vormt. Geeft veel nabloei en is hierdoor erg gevoelig voor bacterievuur.
|
|
|
Gieser Wildeman
Dit is een zwakgroeiend ras met veel kort vruchthout. |
Précoce de Trévoux en Clapp´s Favourite
Deze rassen vormen een brede boomvorm met lange takken. Om een goede belichting te behouden, moeten regelmatig wat zwaar hout bovenin vervangen worden. |
Hoe nu praktisch tewerk gaan bij de perensnoei?
Welk ras of cv is het? Aantal gesteltakken? Waar is de kop van de boom? Belichting in orde? Hoe was de voorbije oogst? Zijn er veel gemengde knoppen?
Eerst de kop afwerken
Men werkt best eerst de kop af, anders beschadigt men veel gemengde knoppen, door het snoeihout uit de boom te halen.
Bij Doyenné du C. en B. Hardy zal men de kop terugsnoeien tot op een lagerstaande concurrent. Deze concurrent zal men vervolgens op 3 ogen insnoeien. Soms komt men op een lagerstaande tweejarige tak met gemengde knoppen terug. Bij Conference en Concorde niet terugsnoeien tot op een lager staande concurrent. De concurrenten verwijderen. De verlengenis van de kop op 40 cm insnoeien.
Gesteltakken in de juiste stand brengen en verlengenissen insnoeien.
Gesteltakken gepast uitbuigen en de verlengenissen op gelijke hoogte insnoeien. Dit insnoeien is vooral op zandgrond nodig, om de groei in de gesteltakken te behouden. Op zware grond (groeikrachtige grond) zal men tot in de gemengde knoppen knippen. Gesteltakken van boven naar beneden afwerken. Systematisch tewerk gaan.
Veel gemengde knoppen (= bloem + blad)
Indien er veel gemengde knoppen op de boom staan, mag men weinig groei verwachten. Men zal dan 4 tot 5 eenjarige twijgen per gesteltak laten staan. Deze jonge twijgen zullen mee instaan voor de voeding van de talrijke vruchten. Volgend jaar is dit het beste vruchthout bij Conference. Gedeeltelijk ook zo bij Doyenné du C. Ingeval van weinig gemengde knoppen, dan mag men veel groei verwachten. Hoe meer eenjarige twijgen men heeft, hoe meer vruchtrui er kan zijn. Dus slechts 1 of 2 (of geen) éénjarige twijgen laten staan.
Een aantal eenjarige twijgen behouden
Men probeert een aantal twijgen te behouden. Men tracht tijdens de snoei deze twijgen horizontaal uit te buigen, door ze ergens onderin te steken.
Inkorten tweejarig vruchthout
Tweejarige takken zijn meestal bezet met gemengde knoppen. Men zal deze inknippen tot op een aantal gemengde knoppen. Het eenjarige deel snoeit men meestal volledig weg.
Afgedragen vruchthout
Afgedragen of versleten vruchthout zal men goed uitdunnen. Bij Doyenné du C. kan men dit slechts beperkt verwijderen.
Vruchthout op de harttak
Op de harttak moet er ook vruchthout of vruchttakken zitten. Dit remt de sterke kopgroei af.
Snoei zo laat mogelijk
Laat snoeien is meer groeiremmend en de gemengde knoppen zijn veel beter zichtbaar. Een nadeel van laat te snoeien is dat men voorzichtiger het snoeihout moet verwijderen, om niet te veel gemengde knoppen te beschadigen.
Bronnen Guy De Kinder 2001, bewerking RVO 2008
Fruitindex bij plantennomenclatuur
Vakjargon overzicht
Weblinks fruitteelt